-2-
3 maanden wordt gereageerd. Daar waar het advies van welstand negatief is
dient een kaartje of kort briefje richting aanvrager gestuurd te worden.
De voorzitter zegt toe daar rekening mee te houden maar is van mening dat
het in de praktijk zo al wordt uitgevoerd.
Wethouder de Jong wil naar aanleiding van de notulen op de eerste
bladzijde meedelen dat inzake de commissie R.W.W. de coördinerende rol nu
inderdaad is toegewezen aan de gemeente Fijnaart. Inmiddels zijn er
uitnodigingen verzonden voor een vergadering van 18 november aanstaande.
Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer van de Merbel op bladzijde
3 merkt hij op dat de vergadering van het algemeen bestuur van het
Werkvoorzieningsschap niet heeft plaatsgevonden. Voor de vergadering van
14 december aanstaande zijn op dit moment nog geen stukken binnen. Zodra
deze echter worden ontvangen zal de wethouder hier kennis van geven.
De heer Laros heeft naar aanleiding van bladzijde 19 nog een vraag.
Waarom is er nog geen aanvang gemaakt met de werkzaamheden rondom het
parkeerterrein voor de vrachtwagens.
De voorzitter zegt dat het krediet niet toereikend is om met de
werkzaamheden een aanvang te maken. Daarnaast is het zo dat de vorige keer1
is afgesproken dat met de bedrijven kontakt zou worden opgenomen of dat
men al dan niet bereid zou zijn een bijdrage te betalen. Een dezer dagen
vindt nogmaals inventarisatie plaats van bedrijven die vrachtwagens in de
kom stallen. Vervolgens worden die bedrijven benaderd opdat de volgende
maand iets meer gezegd kan worden over de bereidheid tot het betalen van
een eigen bijdrage.
Daarnaast is er nog een zaak met betrekking tot de grond. De gemeente
heeft een verzoek ingediend bij het ene kantoor van rijkswaterstaat. Zij
zouden de stukken doorsturen naar een ander kantoor van rijkswaterstaat.
Of dat inmiddels is gebeurd is niet bekend. De zaak loopt dus wel.
De heer Laros vraagt wanneer het college denkt daadwerkelijk een aanvang
te maken met de werkzaamheden.
De voorzitter geeft aan dat van de f. 70.000,00 die was gevraagd de vorige
vergadering slechts f. 20.000,00 is gevoteerd. Voor de overige
f. 50.000,00 zou eerst overleg plaatsvinden. Dat is dus de reden waarom er
nog niet begonnen is.
De heer Laros vraagt wat er staat te gebeuren wanneer de bedrijven
besluiten niet te willen participeren.
De voorzitter geeft aan dat het te vroeg is om daar nu al een antwoord op
te geven. Het college zal alleereerst de afspraken die de vorige
raadsvergadering zijn gemaakt naleven en kontakt opnemen met de bedrijven.
Een inventarisatie zal dus moeten plaatsvinden om na te gaan of de lijst
van bedrijven van 1 1/2 jaar terug nog actueel is.
De heer van de Merbel vraagt naar aanleiding van de beantwoording van de
voorzitter of zij nu spreekt namens het college. De vorige vergadering
bleek namelijk dat de wethouders zich distantieerden van het voorstel.
Aangezien de heer van de Merbel een voorstander is van een spoedige
realisering van de parkeerplaats vraagt hij of binnen het college
voldoende overeenstemming is bereikt.
De voorzitter antwoordt dat de wethouders volledig op de hoogte zijn van
het feit dat de bedrijven zullen worden geïnventariseerd.
De heer van de Merbel merkt op dat de vorige vergadering door de
meerderheid van de raad is besloten het terrein daar aan te leggen zonder
hekken enz., een kaal terrein dus. In die zin begrijpt hij de vraag van de
heer Laros wel, waarom nu nog niet is begonnen met de aanleg van dat kale
terrein.
De voorzitter zegt de heer Laros geantwoord te hebben en zij wil niet
vooruit lopen op een mogelijke behandeling in de commissie. Daar wil zij
het vanavond bij laten.