-36- die vallen niet op. Men verdrinkt in het totale massale verhaal. De heer van de Merbel merkt bij interruptie op dat de heer Bienefelt er zich van bewust moet zijn dat de raadsvergaderingen de enige mogelijkheden zijn voor de heer van de Merbel waar hij het woord kan voeren. In de commissies wordt hem, en dit met medeweten van de heer Bienefelt, geen vertegenwoordiging gegund. Als dan de heer Bienefelt nu gaat zitten klagen over het feit dat hij in de raadsvergadering sommige zaken nog eens nader uitdiept, dan doet de heer Bienefelt de tweede letter van zijn partij, namelijk de D van Democratie, geweld aan. De heer Bienefelt wil de heer van de Merbel monddood maken en dat is geen goede zaak. De heer Bienefelt zegt dat de heer van de Merbel kennelijk niet geïnteresseerd is in een aantal commissievergaderingen want hij is ook niet op de publieke tribune aanwezig. De heer van de Merbel zegt dat wanneer hij ergens lid van is dat hij er dan is. De voorzitter vraagt de heer van de Merbel om de heer Bienefelt in de gelegenheid te stellen zijn verhaal eerst af te maken. Later kan de heeri van de Merbel daar dan op reageren. De heer Bienefelt vervolgt zijn betoog. Wat de werkelijke achtergrond is, is dat het bijna onmogelijk is om op deze manier te vergaderen. Enigszins vanwege het uitputtingsverschijnsel omdat het gewoon veel te lang duurt. De democratie kun je op die manier uitputten. Maar democratie betekent niet hoe meer hoe beter. Je moet op een bepaald moment kunnen stoppen. Dat is de handicap. Overigens heeft de heer Bienefelt ook vragen voor de rondvraag. Begin deze week heeft de heer Bienefelt een brief gestuurd inhoudende twee vragen. De eerste vraag was waarom de brief van de fractievoorzitter van het CDA van 25 juli 1992 niet in behandeling is genomen. Vraag twee is, waarom er zonder enig overleg met de commissie R.O. of de commissie B.A. gestart is met de procedure om met een indringende wijziging van het bestemmingsplan buitengebied te komen. Daar wil hij nog het volgende aan toevoegen. De voorzitter zegt zojuist dat er veranderingen zijn op bijkomstigheden. Het CDA vindt dat dat uitdrukkelijk niet zo is. Het CDA vindt dat de procedure herkenbaar moet zijn aan de gewone juiste volgorde en dat betekent dat wanneer de voorzitter namens de gemeenteraad iets naar buiten brengt, waarvan de raadl vindt dat dat indringend is, dan is het heel normaal en heel direkt om dat via besprekingen in de commissie B.A. en R.O.in ieder geval na overleg naar buiten te brengen. Als het niet zoveel zou voorstellen zouer niet zoveel aandacht door betrokkenen aan gegeven worden. Zijn vader heeft altijd gezegd: boeren zijn slim. Dat betekent dat ze wat dat betreft goed voor hun zaken kunnen opkomen. In dit geval wordt de zaak niet gediend met de procedure zoals de voorzitter die voorstaat. De voorzitter memoreert hetgeen zij reeds gezegd heeft m.b.t. dit punt. In de commissievergadering R.O. van oktober aanstaande zal zij daarop terugkomen. Op de brief van 25 juli zal zij in de commissie R.O. terugkomen. Dit kan niet in de eerstvolgende vergadering want dat is te kort dag. De heer Bienefelt zegt gereageerd te hebben omdat hij een briefje ontving waarin stond dat er op 11 augustus al een commissievergadering R.O. zou plaatsvinden. Het is vervelend dat de zaak niet in die commissie aan de orde is gesteld. De voorzitter zegt dat de heer Sanders deze zaak wel degelijk aan de orde heeft gesteld. Die avond is daar echter geen besluitvorming over geweest. De heer Bienefelt zegt over dat onderwerp al diverse malen gesproken te hebben maar het schijnt niet interessant genoeg te zijn om dat in de notulen te vermelden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 160