-29- stuur in aktie gekomen, aldus de heer van de Merbel. De raadsleden ontvingen zelfs een brief van de burgemeester waaruit bleek dat er nu wel opeens maatregelen genomen konden worden. Het gezegde "als het kalf verdronken is, dempt men de put", leek hierbij van toepassing. Maar dat blijkt toch niet zo te zijn want uit de antwoordbrief aan de heer van de Merbel blijkt dat het college voorlopig nog niet van plan is de bevolking over dit onderwerp voor te lichten. Hij deelt de opvatting van het college niet en vindt dat de gemeente nu wel degelijk iets moet doen aan brede voorlichting over levensbelangrijke onderwerpen. Tot slot komt hij nog terug op de door hem gestelde vraag ten aanzien van de behandeling van ingekomen post. Zijn raadsvragen over dat onderwerp had hij gericht aan de burgemeester, maar de antwoorden werden gegeven door het college van burgemeester en wethouders. Dat heeft de heer van de Merbel bevreemd. Hij heeft de vragen aan de burgemeester gesteld omdat zij ingevolge de gemeentewet dient zorg te dragen, althans verantwoordelijk is, voor het tijdig openen van de voor het gemeentebestuur bestemde poststukken. Het college ontkent nu dat een of meer voor de gemeente bestemde poststukken gedurende bijna twee weken op het postkantoor hebben gelegen. Het college neemt niet de moeite om aan te geven wat de burgemeester dan eigenlijk wel heeft verklaard voor de Raad van State. Zonder nadere uitleg van de kant van het college houdt hij het er maar op dat het dienstverlenend karakter van deze gemeente door deze kwestie een lelijke deuk heeft opgelopen. Een van de bedrijven op Dintelmond is hiervan mogelijk de dupe geworden. De heer van de Merbel heeft er geen begrip voor dat het college in dit voorval geen aanleiding heeft gezien om voortaan anders te werk te gaan. Tot zover waren dat de reacties op de schriftelijke vragen. Voor de mondelinge rondvraag had de heer van de Merbel nog een punt. De scholen zijn weer begonnen. Hoe staat het met het plan voor de aanleg van een fietspad langs de AppelaarsewegDaar is destijds een pleidooi voor gehouden maar op dit moment is het erg stil rondom dit plan. De voorzitter zegt dat de constatering van de heer van de Merbel dat de scholen weer begonnen zijn juist is. Hij zegt niets meer te horen of te zien van een mogelijke aanleg van een fietspad langs de Appelaarseweg. Optisch is dat zo, maar het college heeft wel in gedachten dat dat daar nog een keer zou moeten komen. Maar Keulen en Aken zijn ook niet op een dag gebouwd en intern loopt het hier zo ook niet. Dus het fietspad langs de Appelaarseweg wordt zeer zeker niet vergeten en of het er ooit zal komen dat zal ervan afhangen of dat daarvoor de benodigde middelen ook inderdaad ter beschikking komen. Vervolgens ging de heer van de Merbel in op de raadsvraag die gesteld was aan de burgemeester. Als een vraag gesteld wordt aan de burgemeester behoeft dat geen raadsvraag te zijn. Dat is de reden waarom de vraag van de heer van de Merbel is beantwoord zoals die is beantwoord namelijk namens het college. De heer van de Merbel zegt dat in artikel 45 van het reglement staat dat een raadslid vragen kan stellen aan het college van burgemeester en wethouders en aan de burgemeester. Wanneer je dan een vraag stelt aan de burgemeester, een apart orgaan, verwacht je ook een antwoord van de burgemeester De voorzitter zegt de zaak iets breder te hebben gezien. In de brief staat ook dat de burgemeester de post opent en die ter tafel brengt daar waar die thuishoort, althans ongeveer in die bewoordingen staat het ook in de gemeentewet. Het is niet mogelijk, en het zou de totale organisatie ontwrichten, wanneer de voorzitter 's morgens met de briefopener in de aanslag, alle brieven zou gaan openen. Dit betekent dat de post in de bewuste periode is opgespaard op het postkantoor, zoals ook door haar verklaard is aan de Raad van State, behoudens een aantal expresse-stukken, aangetekende stukken enz..

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 153