-25- van woonruimte daar voor bejaarden zal er best behoefte gaan ontstaan aan meer gemeenschapsruimte en dan kan daar de gymzaal misschien voor aangewend worden. Gevoelsmatig is ook hij van mening dat een nog niet zo oud gebouw eigenlijk niet gesloopt behoort te worden. De voorzitter antwoordt dat door het college en de commissie heel nadrukkelijk is gekeken naar andere mogelijkheden. Die andere mogelijkheden zijn er gewoon niet. Bekend is dat het bejaardentehuis in de toekomst erg moet bezuinigen en dat er echt geen gelden beschikbaar zijn om zaken in een dergelijk gebouw mee te nemen in het totaal. Het college is van oordeel dat conform hetgeen besproken is in de commissie R.O.M. dit voorstel gedaan moet worden. Vervolgens wordt overeenkomstig het voorstel van het college zonder hoofdelijke stemming besloten voor het gebied omgeving Fendertshof een nieuw bestemmingsplan voor te bereiden. 18Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor het gebied "Dintelmond" Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college besloten dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied "Dintelmond". 19Vaststelling bestemmingsplan Oost III. De heer de Vos merkt op dat het uiteraard hier de vaststelling van het bestemmingsplan betreft maar ook een aantal bezwaarschriften. Bij een van die bezwaarschriften heeft hij toch nog een opmerking. Hij wil onderstrepen hetgeen door het college wordt gezegd ten aanzien van het bezwaarschrift van de heer Kruis. Deze wijst de gemeente erop dat het risico gelopen wordt dat er een racebaan zal gaan ontstaan. Dit heeft nu niet rechtstreeks verband met de vaststelling van het bestemmingsplan maar straks bij de inrichting van het plan kan misschien op een elegante manier een en ander opgelost worden. De P.v.d.A is het dus met het standpunt van het college eens dat het geen formeel bezwaarschrift is, maar de inhoud van het schrijven van de heer Kruis onderschrijft de fractie wel. De heer Evers zegt al eerder zijn angst kenbaar gemaaktte hebben dat daar een tweede plan Vrouwe Jacobstraat ontstaat. Hoe is de afstand tussen de woningbouw en de bandenmarkt? Denkt men ook aan eventuele calamiteiten die daar kunnen ontstaan? De heer Bienefelt kan zich nog herinneren dat er in een eerdere fase een heleboel schriftelijke en mondelinge bezwaren binnenkwamen voor plan Oost. Een aantal vragen heeft zich vanzelf verduidelijkt. Op een aantal gebieden is naar zijn mening goed gecommuniceerd met de mensen die daar al wonen maar dat kan altijd nog beter. Er zit ook een beetje een les in voor de mensen die voor het volgende agendapunt hier gekomen zijn. Er zal een moment aantreden dat als er een goede invulling wordt gegeven dat je daar heel anders tegenaan kijkt als een half jaar geleden. Hij wil overigens de zaak niet bagatelliseren. Maar de geschiedenis herhaalt zich op dat punt. Alles wat nieuw binnenkomt is kennelijk angstaanjagend. Als men er serieus kennis van neemt en er goed gecommuniceerd wordt, keren de juiste proporties terug. De voorzitter constateert dat zowel de heer de Vos als de heer Bienefelt niet echt vragen stellen doch bepaalde zaken onderstrepen die gezegd zijn tijdens de behandeling van de bezwaarschriften en alles eromheen. De heer Evers stelt bang te zijn dat het een tweede plan Vrouwe Jacobstraat wordt en vraagt zich af wat te doen bij calamiteiten bij de bandenmarkt. Bij de planning van de woningen is heel nadrukkelijk rekening gehouden met de vereiste afstanden tot de bandenmarkt. Daarnaast is het zo dat de directie van de bandenmarkt wel wat extra veiligheid op hun terrein wilde,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 149