-16-
De voorzitter dankt de heer van der Spek voor deze woorden en is het daar
helemaal mee eens. Vervolgens geeft zij het woord aan de heer Bienefelt.
De heer Bienefelt zegt het daar ook redelijk mee eens te zijn. Het gaat
erom dat het CDA zich heeft laten leiden door het feit dat tijdens de
discussie over de eerste en tweede fase van de privatisering, in bepaalde
zaken Oudemolen als voorbeeld werd gesteld want die dopten namelijk hun
eigen boontjes. Zij ontvingen een geringe bijdrage in een jaar om wat
zaakjes op het gebied van onderhoud op te lossen maar dat stond niet in
verhouding tot de anderen. Zij zijn overigens niet zielig geweest want
vanaf het begin hebben zij al die zaakjes gewoon zelf onderhouden.
Gedurende alle jaren is er nooit met een woord over gerept totdat er een
paar maanden geleden andere tegenslagen kwamen en dat is gecombineerd met
het verschijnsel grasmaaien. Daartoe is gesproken en toen is gesteld dat
zij nooit eerder hadden aangegeven dat zij geld van de gemeenschap nodig
hadden. Het is niet zo dat ze dat nu zouden kunnen missen maar de heer
Bienefelt vindt wel dat op een bepaalde manier bewondering opgebracht kan
worden voor het feit dat ze dit al die tijd hebben kunnen doen. Om nu uit,
dit financiële dal te komen zullen ze met het grasmaaien en een stukje
extra subsidie een heel eind komen. Het CDA wil volgend voorjaar daar naar
kijken in de zin van wat is de betekenis van het aantal mensen dat er
voetbalt. Want er moet ook simpel worden vastgesteld datFijnaart wat
betreft het aantal voetbalclubs betreft in een unieke situatie zit.
Verdere discussie dus graag doch wat dit onderwerp betreft is dit een
eenmalig subsidie.
De heer van de Merbel wil graag inhaken op de opmerking van de heer
Bienefelt dat Oudemolen nog nooit eerder financiële steun van de gemeente
zou hebben gehad. Hij weet zich nog heel goed te herinneren dat zij in het
verleden ook een niet gering bedrag eenmalig hebben gekregen en hij dacht
dat een bedrag was in de orde van grootte van f. 40.000,00 f. 50.000,00.
De heer Bienefelt zegt nu te spreken over de periode vanaf de
privatisering, dus ongeveer 1988.
De heer de Vos wil zich graag aansluiten bij hetgeen reeds door de heren
van der Spek en Bienefelt naar voren is gebracht. Tevens wil hij instemmen
met deze eenmalige subsidie. Tevens wil hij er ook voor pleiten dat de
subsidieverstrekking aan de voetbalverenigingen nog eens onder de loep
genomen wordt. Als het lukt dan nog bij de begrotingsbehandeling en andersj
begin volgend jaar in de commissie O.C.S.W..
Wethouder Nijhoff is van mening dat de heren Bienefelt, van der Spek en de
Vos reeds het antwoord hebben gegeven aan de heer van de Merbel dat de
heer Nijhoff had willen geven.
De heer van de Merbel vraagt wat het college nu eigenlijk voorstelt. Hij
is de mening toegedaan dat het college niet dacht aan een eenmalig
subsidie. Neemt het college de suggestie van eenmalige subsidie over en
wordt dat in stemming gebracht. In het voorstel wordt namelijk gesproken
over een bijdrage met terugwerkende kracht.
De voorzitter merkt op dat onderaan het collegevoorstel staat dat wordt
voorgesteld dat een bedrag van f. 7.000,00 beschikbaar wordt gesteld met
terugwerkende kracht tot 1 januari 1992.
Dat betekent dat voor 1992 Oudemolen f. 7.000,00 krijgt en dat betekent
dat bij de subsidiebehandeling voor de begroting 1993 het oude subsidie
aan de orde is en dat daarbij weer opnieuw in discussie gebracht wordt
hetgeen vandaag aan de orde is gesteld. Anders wordt het subsidie voor
Oudemolen in 1993 f. 2.160,00. Wethouder Nijhoff heeft reeds gezegd dat
het niet te garanderen is dat de subsidievoorstellen voor de
voetbalverenigingen gelijktijdig met de overige subsidievoorstellen zullen
kunnen worden behandeld. Indien dit inderdaad niet mogelijk is komt er
volgend jaar een voorstel in relatie tot de andere subsidies.
Dat is nu het collegevoorstel, aldus de voorzitter.