-5-
van de te berekenen optierente. Die gaat in vanaf 1 september. Hij gaat er
dus vanuit dat de mensen die nu nog niet geransporteerd hebben dat die de
rekening gepresenteerd krijgen van de optierente.
De voorzitter zegt dat dat juist is voorzover zij een definitieve
grondaanbieding hebben gekregen. Zij is overigens van mening dat de
optierente berekend moet worden per kwartaal.
Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 19 (Schrijven van de heer J.H.
Aardenhout dd. 27 augustus 1992 betreffende het verstrekken van
inlichtingen uit het bevolkingsregister) merkt de heer van de Merbel op
akkoord te gaan met het voorstel van het college om de zaak nu af te
handelen. In dit geval maakt hij er geen bezwaar tegen dat een brief in de
raad wordt gebracht die eigenlijk na sluitingstijd is ingekomen. Hij wil
namelijk de heer Aardenhout op formele gronden niet langer laten wachten
op een antwoord. Op de lijst ingekomen stukken mist de heer van de Merbel
echter nog twee stukken. Namelijk een brief van de heer Nagtzaam die medio
juli is binnengekomen betreffende de mogelijke vestiging van een
varkensmesterij in de Molenstraat en een brief van de F.N.V. afdeling
Fijnaart. Om te voorkomen dat deze briefschrijvers ook weer
herinneringsbrieven gaan sturen zou hij het college in overweging willen
geven om ze een tussenbericht je te sturen dat hun brieven niet zijn
zoekgeraakt maar dat ze in de vergadering van oktober behandeld zullen
worden.
De voorzitter zegt toe deze mensen graag een briefje te willen sturen.
Vervolgens vraagt de heer van de Merbel of het college de raad wil
mededelen waarom op de agenda voor vanavond geen voorstel is opgenomen tot
aanpassing van de begroting 1992. In juli is namelijk in de commissie
financiën medegedeeld dat in de septemberraaddus vanavond, een dergelijk
voorstel gedaan zou worden. Hij denkt dat het niet onbelangrijk is want
als raad is men op het moment totaal niet op de hoogte van de financiële
toestand van de gemeente. Een mededeling van de zijde van het college
waarom dit agendapunt niet is opgenomen is op z'n minst op zijn plaats.
Wethouder Nijhoff antwoordt dat het hoofd financiën pas in september
teruggekomen is van zijn vakantie en zodoende een en ander niet tijdig
voor deze raad afgerond kon worden. Dit wordt dus pas in oktober
behandeld. Tevens deelt hij mede dat de rekening 1991 ook nog behandeld
moet worden en dan wordt alles gelijktijdig meegenomen.
De heer van de Merbel kan moeilijk zeggen dat hij dit een overtuigend
antwoord vond. Het college wist toch in juli al dat er nog een
vakantieperiode zat aan te komen en toch is toen aangekondigd dat dit
voorstel in de septemberraad behandeld zou worden.
De rekening is al enige tijd gereed, maar hij kan het college niet dwingen
dat punt op de agenda te zetten. Overigens vindt hij dit een ernstige
tekortkoming want de raad weet totaal niet welke ruimte momenteel in de
begroting zit. Met een begrotingswijziging waarin alle plussen en minnen
verwerkt zijn zou dat beeld duidelijk zijn. In andere gemeenten noemt men
dat een voorjaarsnota, maar die wordt in de gemeente Fijnaart in oktober
behandeld. Het is maar wat je voorjaar noemt.
De voorzitter merkt op dat de heer van de Merbel met zijn opmerking dat de
rekening klaar is suggestief bezig is. De heer van de Merbel weet beter
als geen ander dat de rekening ook altijd gecontroleerd dient te worden
door het accountantsbureau. De achtergebleven man van financiën heeft in
juli en augustus nog gewerkt aan de jaarrekening en in augustus heeft de
controle van de jaarrekening door het accountantsbureau plaatsgevonden.
Wethouder de Jong voegt daar nog aan toe dat na controle ook nog door het
accountantsbureau verslag uitgebracht moet worden. Het is dan ook
verstandiger om de jaarrekening pas dan te behandelen wanneer ook de
controlerapporten zijn ontvangen.
De heer van de Merbel zegt dat nu teveel het accent wordt gelegd op de
jaarrekening. De vraag spitste zich toe op de aanpassing van de begroting