-11- Een vervanging die resteert nog vanuit een x-aantal maanden geleden namelijk vanuit juli 1991. Er wordt nu nog steeds gesproken over dezelfde vervanging. De heer van der Spek denkt toch dat de problemen even uit elkaar gehaald moeten worden. In de aanvraag van de school wordt er duidelijk over gesproken dat zij drie nieuwe sets nodig hebben vanwege het aantal leerlingen dat er nu is en ze vragen er twee reservesets bijAls de raad die reservesets geeft dan heeft Zwingelspaan recht op beklag en dat moet natuurlijk worden voorkomen. Het is niet zo dat de WD die twee sets niet wil geven, dat is het punt niet. Maar je gaat wel op de tenen van Zwingelspaan staan en dat moet gecorrigeerd worden. Wethouder Nijhoff is van mening dat de heer van der Spek daar gelijk in heeft. Je kan theoretisch best zeggen dat er sprake is van vervanging, dat geldt namelijk ook voor drie sets. Maar die andere twee sets. Hij kan zich voorstellen dat Zwingelspaan zegt, wij hebben dat helemaal niet gekregen. Als de raad er van overtuigd is dat Zwingelspaan een gelijke behandeling verdient dan moet nog eens naar gekeken worden op welke manier aan dat verzoek tegemoet kan worden gekomen. Vervolgens wordt overeenkomstig het voorstel van het college besloten om de gevraagde medewerking o.g.v. artikel 74 WBO te verlenen voor de aanschaffing van 4 kasten en 5 meegroeisets. In dit verband wordt een krediet beschikbaar gesteld ten bedrage van f. 6.100,38 en wordt de begroting 1992 hiermede in overeenstemming gebracht. 17Rondvraag. De voorzitter geeft aan dat er een schriftelijke vraag is ingediend door de heer van de Merbel en de raadsleden zijn middels een afschrift op de hoogte gesteld van deze correspondentie. Zij vraagt of iemand naar aanleiding daarvan het woord wenst te voeren. Dit is niet het geval en zij stelt vervolgens de rondvraag aan de orde. De heer Haverkamp heeft een drietal vragen op het gebied van milieu. Zijn eerste vraag luidt als volgt: "Vanmorgen las ik in de krant dat een gespecialiseerd bedrijf vandaag of morgen het asbest uit de tuinen van de Valenciennestraat zal verwijderen. Ik heb begrepen dat dat inmiddels is gebeurd. Naar aanleiding van eerdere berichtgevingen uwerzijds en uit de krant zou er sprake zijn geweest van ernstige vervuilingen doch dit werd vanmorgen tegengesproken. Kunt u mij de mate van de verontreiniging vermelden en de afhandeling. Daarnaast zou ik u tevens willen adviseren dat, indien de berichtgeving hedenmorgen in de krant klopte, in voorkomende gevallen in de toekomst iets meer terughoudendheid te betrachten zodat ergenis en leed bij betrokken partijen beperkt wordt gehouden" Zijn tweede vraag luidt als volgt: "Ik heb vernomen dat er in de Molenstraat plannen gerezen zijn om daar een varkensstal te gaan exploiteren. Gezien het feit dat de raad nog niet zo lang geleden een plan heeft aangenomen om in de nabije toekomst juist in die hoek woningbouw te gaan plegen, alsmede gezien het feit dat dit bedrijf thans nagenoeg tegen de reeds bestaande woonwijk is gelegen, zou ik van u willen weten hoe de stand van zaken is hieromtrent. En of in de besluitvorming inderdaad rekening wordt gehouen met onze toekomstplannen." Vervolgens stelt hij zijn derde vraag luidende: "Afgelopen week werd ik door enkele bewoners van de Kadedijk aangesproken welke mij hun grieven spuiden met betrekking tot de riooloverstort onderaan de Kadedijk. Ik ben daar gaan kijken en gezien de ligging van het overstort, en dat ligt ongeveer op 5 meter van de voordeur van de familie de Hoon, en de smerigheden welke gedurende het overstort in de sloot terecht komen en achterblijven, veroorzaakt dit soort dingen ongerief, stankoverlast en ongedierte.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 122