-4- Een ramp die diepe sporen achtergelaten heeft. Wij zijn toen reusachtig geholpen. Nu een ander deel van ons land geteisterd werd door een ramp is het - denk ik - onze beurt om een steentje bij te dragen om daar de ergste nood te lenigen. Daarom willen wij onze steun en onze waardering voor dit voorstel toch onder woorden brengen" Wethouder Nijhoff zegt dat er zijns inziens in de commissie bestuurlijke aangelegenheden voldoende over gediscussieerd is en dat de woorden van mevrouw Oostdijck voor zich spreken. Vervolgens wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 07Voorstel tot het nemen van een volume-besluit Stads- en Dorpsvernieuwing. De heer Van der Werf vraagt of al bekend is hoeveel aanvragen er al voor 1992 zijn. Voorts vraagt hij of het college aan het genoemde - luttele - bedrag van f. 3.000,-- voor verhuis- en herinrichtingskosten gebonden is. Zijns inziens is dit ontzettend weinig. De voorzitter zegt dat f. 3.000,-- optisch geen hoog bedrag is, doch zij verwacht dit jaar niet meer nodig te hebben dan dit bedrag, v. Op de vraag van de heer Van der Werf of mensen ook geholpen worden, mocht er meer geld nodig zijn dan geraamd, antwoordt de voorzitter dat dan gekeken wordt naar de verordening en de noodzaak ervan. Op de vraag hoeveel aanvragen binnen zijn voor de Stads- en Dorpsvernieuwing kan zij geen exact antwoord geven. Er lopen nog wat aanvragen van vorig jaar, die nog afgerond moeten worden. De mensen krijgen namelijk een half jaar tot een jaar om de werkzaamheden uit te voeren. Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 08Voorstel inzake budgetreservering monumentenzorg. 09Voorstel tot vaststelling algemene verkoopvoorwaarden. Beide voorstellen worden zonder hoofdelijke stemming conform de voorstellen van burgemeester en wethouders aangenomen. 10Voorstel tot vaststelling grondprijzen in ontwerp-bestemmingsplan Oost III. De heer Van der Spek zegt dat volgens het voorstel 2 soorten kavels grond verkocht zullen worden en wel met een gunstige en een zeer gunstige ligging. Spreker had graag in het voorstel gezien, wélke kavels nu precies een gunstige, dan wel zeer gunstige ligging hebben, zodat er naderhand geen geharrewar over kan ontstaan. De heer Bienefelt zegt ongeveer dezelfde vraag te hebben. De voorzitter deelt beide heren mede, dat - voordat tot daadwerkelijke gronduitgifte wordt overgegaan - er kaartjes ter inzage zullen worden gelegd, waarop nadrukkelijk - in kleur - zal worden aangegeven welke kavels geacht worden een gunstige dan wel zeer gunstige ligging te hebben. De heer Van de Merbel vraagt zich af wat nu precies gunstig en zeer gunstig inhoudt. Voor wat betreft de aanduiding 'zeer gunstig' vraagt hij zich vervolgens af of dit ook zo zal blijven. Hij refereert hierbij naar de situatie in bestemmingsplan Oost II waar destijds mensen grond hebben gekocht voor een wat hogere prijs, vanwege de gunstige ligging aan de rand van het bestemmingsplan, met uitzicht op bos en dergelijke, waarbij achteraf, bij realisering van het onderhavige bestemmingsplan Oost III, teruggekomen wordt op die gunstige ligging. Dit alles in een tijdsbestek van ongeveer 8 jaar. Hij vraagt zich nu - nogmaals - af of het in alle gevallen reëel is te spreken over zeer gunstig gelegen grond. Dit om te voorkomen, dat er later - zoals nu het geval is bij binnengekomen claims van bestemmingsplan Oost II - op wordt teruggekomen. Spreker wil het college manen in dit opzicht voorzichtigheid te betrachten.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 105