21 De heer van de Merbel heeft uiteraard gelezen in de brief dat het college verwijst naar het advies van de commissie O.C.S.W.. Hij wil daar toch wel een enkele kanttekening bij maken. Hij heeft namelijk ook gelezen wat het college eerst aan die commissie heeft voorgesteld te adviseren. Dat is dus je niet uitspreken over inrichting e.d. doch alleen kijken of de financiële middelen daarvoor aanwezig zijn. Dat stond in het voorstel, nl letterlijk, dat het ontbreken van de financiële middelen het struikelblok vormt. Dat heeft de heer van de Merbel in zijn brief weersproken. Hij denkt dat er zeker middelen aanwezig zijn. Daarnaast heeft hij in het verslag van de commissie O.C.S.W. gelezen dat iedere keer wanneer een van de leden een suggestie deed van het zou zus of zo kunnen, de heer van de Merbel heeft dat tot drie keer toe gelezen, de voorzitter reageerde dat eerst de financiën bekeken moesten worden. Dit is dan toch duidelijk een zaak die in de commissie O.C.S.W. niet thuishoort maar in de commissie Financiën. Echter de commissie Financiën is in deze zaak helemaal niet betrokken geweest. Het antwoord van het college is dus naar het oordeel van de heer van de Merbel niet bevredigend. Hij voegt daaraan toe, sprekend over de commissie Financiën, dat die commissie sinds vorig jaar november nergens meer over geraadpleegd is. Dat betekent toch eigenlijk ook wel dat het college zodoende de gemeenteraad onvoldoende op de hoogte houdt van de financiële positie van de gemeente. In het kader van dit onderwerp zou hij dat gelijktijdig aan het college willen voorleggen. In het verleden was het goed gebruik, aldus de heer van de Merbel, dat er een bepaalde voorjaarsnota of iets dergelijks op tafel kwam waaraan je kon zien of er wel of niet financiële middelen waren. Die nota komt niet dus de heer van de Merbel houdt het er op dat er wel geld is. Hij heeft ook aangegeven dat er diverse posten zijn waar deze zaken uit bekostigd kunnen worden. Wanneer de wethouder nu zegt dat er meer verzoeken komen. Akkoord, daar zal ook naar gekeken moeten worden, maar dit verzoek lag duidelijk al in november vorig jaar op tafel. Het gaat niet over f. 22.000,00 zoals het college in zijn brief min of meer suggereert, het gaat volgens de heer van de Merbel om een bedrag van plm. 3 4 duizend gulden. Voor dat bedrag behoeven die 25 kinderen niet een jaar lang te wachten. Wethouder Nijhoff heeft geconstateerd dat er tijdens de rondvraag nog een aantal vragen aan dit verzoek gekoppeld worden dus hij wil zich beperken tot het voorliggend stuk over de speelterreintjesHij heeft reeds opgemerkt dat er meerdere soortgelijke verzoeken zijn. De beleidsmatige kant is nu naar voren gekomen en de wethouder heeft gezegd dat er ook een financiële kant aan de zaak zit. De commissie heeft geadviseerd een en ander bij de begroting 1993 mee te nemen. Nogmaals, de wethouder wil best met die mensen praten maar op voorhand wil dat niet zeggen dat er automatisch speelterreintjes worden aangelegd. Te vrezen is namelijk dat het onderhoud de pan uit zal rijzen in de toekomst. De heer de Vos zegt dat afgelopen woensdag een aantal collega's waaronder ook de voorzitter, een trip door Brabant heeft gemaakt in het kader van het Strategisch Masterplan. Aansluitend heeft er nog een behoorlijke discussie plaatsgevonden. De krante-artikelen die met betrekking tot dit onderwerp de laatste paar dagen zijn verschenen en dan met name de discussies die zich hebben afgespeeld in Bergen op Zoom, geven niet direct het idee dat men op de goede weg zit. Hij denkt dat als Bergen op Zoom zich op blijft stellen zoals zij dat momenteel doet, dat er nooit meer een Masterplan komt, tenzij het gesteund wordt door Bergen op Zoom en Roosendaal. Uit de krant krijg je toch een beetje het idee dat men denkt, nou die kleine gemeenten kunnen willen wat ze willen, maar het moet wel zoals wij het willen want anders doen we het niet. Het lijkt inmiddels een beetje op Ford in de jaren dertig; alle kleuren zijn toegestaan als het maar zwart is. Dat heeft hij ook geproefd uit de discussies in Bergen op Zoom en met name van wethouder van der Stoel.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 100