-27- De heer Bienefelt zegt het volgende: "Voorzitter, de vorige raadsvergadering heb ik de vrijheid genomen ook al een paar woorden tot de heer Polfliet te richten. Ik wil dat vanavond ook graag doen. In september is het te laat denk ik, want dan is hij al vertrokken. U hebt net opgemerkt dat politici praters zijn en de secretarissen doeners zijn. Ik denk dat in de context waarin we de secretaris vaak meemaken, dat is hier in deze raad, de werkelijkheid iets harder is. De secretaris moet hier gewoon zijn mond houden. We hebben de heer Polfliet als raadsheer van het gemeentebestuur ervaren als iemand waarbij je altijd aan de deur kunt kloppen. Met name voor een beginnend raadslid was dat een buitengewoon functionele zaak, want je begint met een heleboel onbekende zaken. Met hem vertrekt een aimabel man, waarmee het aangenaam vertoeven was. En dat gold ook als we na de raadsvergadering bij de buren nog een glaasje Spa dronken. Soms, als de secretaris jarig was geweest, dan namen we ook wel eens een vruchtensap. Onze sympatie betreft ook zijn echtgenote. Wij hopen dan ook dat het gehele gezin Polfliet zich in het Zeeuwse landschap zal thuisvoelen. Het kan er stormen, maar dat gaat altijd weer over. Het is natuurlijk geen toeval dat men 's-zomers uit alle windstreken naar het Zeeuwse land optrekt. Wij danken de secretaris voor de bewezen diensten en wensen hem en de zijnen een hele goede tijd in het Zeeuwse Oostburg. Dank U wel". De heer Van de Merbel richt de volgende woorden tot de secretaris: "Mijnheer Polfliet, namens de fractie van de Partij van de Arbeid wil ook ik enkele woorden tot U richten in deze vermoedelijk toch wel laatste openbare raadsvergadering waarin U als onze gemeentesecretaris fungeert. Ik zeg vermoedelijk, want je kunt nooit weten wat voor dringende zaken er op ons afkomen en dan is de kans groot dat we U toch nog aantreffen neem ik aan. De rondvraag van een raadsvergadering, want daar zijn we dan mee bezig, is niet bedoeld voor lange verhalen en dat is voor mij dan ook een reden temeer om het nu een beetje kort te houden. Wat ik feitelijk wil zeggen is dit. Bedankt voor Uw inspanningen voor onze gemeente en voor de goede samenwerking met mij en mijn fractiegenoten. Wij hopen dat U in Uw nieuwe werkkring Uw capaciteiten ten volle kunt aanwenden in het belang van het lokaal bestuur. Wij wensen U en de Uwen alle goeds voor de toekomst. Dank U wel" De secretaris zegt het volgende: "Een van de enige keren dat ik mag spreken als secretaris in de raadsvergadering. Dat is als je komt en als je weggaat. Ik wil even in het kort reageren op de sprekers. En dan heb ik ook iets op papier gezet, want ik wil niet weggaan zonder mijn testament voor te lezen. De burgemeester sprak van een uitdaging die we de afgelopen 5 jaar hebben aanvaard, want dat was het eigenlijk wel als je hier beginnende secretaris komt. Dan is dat gewoon een uitdaging voor iedereen die in dat vak springt. Leuk trouwens dat dat met een heleboel fijne onderwerpen gepaard ging, want zo'n herindeling op het laatste moment nog even meenemen als aanzet en een reorganisatie die zich eigenlijk toch al de eerste jaren aanmeldde. En dat hebben we hoop ik nu op lijn staan. Dat zijn dingen die het vak leuk maken. Je sprak over de pen. Ja, ik heb een redelijke pen mag ik wel zeggen". De voorzitter: "Een goede". De secretaris: "Maar ja dat is ook zo. Vroeger was een secretaris een schrijver. Hij moest een redelijke penvoering hebben, want anders werd hij het nooit. Inderdaad fietser en ik hoop het nog lang vol te houden ook in Zeeuws Vlaanderen. We zitten dan wat dichter bij de Vlaamse Ardennen, dus het wordt alleen maar zwaarder daar. Zonaanbidderach, als ik U nu mijn buik liet zien dan was het verschil tussen kop en buik toch wel heel erg

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 94