-13-
De heer Bos zegt dat het bovendien zo is dat er leden van verenigingen
gebruik maken van de Witte Roos die familie buiten de gemeentegrens hebben
wonen. Zij kunnen dan niet naar huis bellen wanneer ze bijvoorbeeld
opgehaald moeten worden of wanneer er iets anders aan de hand is.
Wethouder Nijhoff proeft uit de discussie dat twee fracties toch eigenlijk
voorstander zijn voor het plaatsen van een munttelefoon. Hij vraagt naar het
standpunt van de PvdA-fractie
De heer De Vos merkt op dat zijn fractie voor het plaatsen van een
munttelefoon is. Het is en blijft een openbaar gebouw en een munttelefoon in
de Witte Roos is een goede zaak. Hij vraagt zich af of de aangedragen
oplossing van de heer Van der Spek wel werkt.
Wethouder Nijhoff merkt op dat de oplossing aangedragen door de heer Van der
Spek zijn beperkingen heeft. De munttelefoon geeft een goede service. Mensen
kunnen iedereen bellen en dienen er gewoon automatisch voor te betalen.
De voorzitter vraagt gehoord de discussie of iemand stemming verlangt over
het voorstel.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
De WD-fractie wenst de aantekening geacht te worden te hebben gestemd tegen
het voorstel.
De heer Van der Spek verduidelijkt dit door te stellen dat zijn fractie
uiteraard niet tegen een telefoonfaciliteit in de Witte Roos is. Zijn
fractie is in feite tegen het punt dat ineens zo gemakkelijk wordt besloten
tot het plaatsen van een munttelefoon, terwijl er andere technische
mogelijkheden zijn die een oplossing kunnen aandragen en veel goedkoper
zijn. Zijn fractie stemt tegen het voorstel, omdat ze vindt dat nu niet
zomaar besloten moet worden om lukraak f. 6.550,-- uit te geven.
De voorzitter concludeert dat de WD-fractie tegen de kosten is, maar niet
tegen een telefoonvoorziening voor bezoekers van de Witte Roos, tenzij dit
een munttelefoon is, zoals thans door burgemeester en wethouders wordt
voorgesteld.
17Voorstel tot bestemming van het batig saldo van de gemeenterekening 1990.
18e wijziging gemeentebegroting 1991. Volgnr. 91-VII-62.
De heer Van de Merbel spreekt in zijn algemeenheid zijn bezorgdheid uit over
de wijze van het afboeken van bedragen. Hij vraagt om deze zaak in een
vergadering van de commissie Financien aan de orde te stellen. Dit kan wat
hem betreft in de eerstvolgende vergadering of een daaropvolgende
vergadering van de commissie Financien worden behandeld.
De heer Haverkamp merkt op dat het overhouden van gelden altijd een
plezierige contatering is, zeker indien de financiële positie verre van
optimaal is. Ondanks het plezier dat men aan zo'n constatering beleeft,
stelt zijn fractie het op prijs om vooruitlopend op behandeling van dit punt
in de commissie Financien te mogen constateren hoe het mogelijk is dat de
jaarrekening met een batig saldo kan worden afgesloten. Een korte
toelichting hierop heeft hij helaas in het voorstel niet aangetroffen. Zijn
fractie vraagt het college te schetsen wat de aanleiding is geweest van deze
positief afsluitende jaarrekening.
De heer Van der Werf merkt op dat zijn fractie zich grotendeels kan vinden
in de voorgestelde afboeking van het overschot. Onder punt 3 staat een
afboeking van f. 80.000,-- voor kosten organisatieonderzoek. Zijn fractie
had liever gezien dat er in dit kader nog een post had bijgestaan voor de
begeleiding en de cursussen die straks in het kader van het
organisatiegebeuren voor het nieuwe en zittende personeel nodig zijn. Dit
ontbreekt nu volgens zijn fractie. Wordt dat nu niet opgevoerd dan betekent
dat dat er straks een bedrag van f. 30.000,-- of f. 40.000,-- gevoteerd moet
worden.
Wethouder Nijhoff antwoordt op de vraag van de heer Van de Merbel dat men
met betrekking tot een aantal onderwerpen aangaande bestemming van een batig