-9-
De voorzitter merkt op dat het college geen antwoord kan geven op de vraag
wanneer er precies gesloopt gaat worden. Binnen de commissievergadering is
reeds besproken dat het college hierop nog geen zicht had. De gemeente moet
aangaande de aankoop van de panden snel handelen om redenen die bekend zijn
bij de raadsleden. Bij verhuur van de panden zit de gemeente later met het
feit dat de panden ontruimd dienen te worden. Wanneer de gemeente eigenaar
is geworden van de panden, dan zal het college goed dienen te bezien hoe een
en ander precies ter plekke aangepakt moet worden. Aan de leden van de
commissie heeft het college toegezegd, omdat het college iets wenst te doen
in het kader van de stads- en dorpsvernieuwing, dat op de zaak in
commissieverband wordt teruggekomen. Wellicht dat dit laatste al in de
vergadering van september aanstaande kan geschieden. Dit zal dan een eerste
discussie in commissieverband zijn over hoe men tegen zaken aangaande deze
kwestie aankijkt. In dezelfde vergadering komt ook de structuurschets aan de
orde en hierin past het mooi.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
8. Voorstel inzake programmaraad C.A.I. Volgnr. 91-VII-69.
De heer Van de Merbel merkt op dat binnen zijn fractie de vraag gerezen is
of er voor de gemeente, ook na de toetreding tot de programmaraad nog ruimte
blijft voor een eigen beleid ten aanzien van het programmapakket. Hij vraagt
of de gemeente als machtiginghouder desverlangd kan tegenhouden dat de
C.A.I-abonnees in de gemeente te maken krijgen met tariefsverhogingen als
gevolg van programmawijzigingen.
De voorzitter antwoordt dat zolang de gemeente machtiginghouder is, de
gemeente bepaalt wat er op de kabel komt. Dit is het principe uitgangspunt.
Op de vraag of tariefsverhogingen voorkomen kunnen worden bij
programmawijzigingen merkt ze het volgende op. Destijds bij de verkoop van
de C.A.I. is door de gemeente bedongen dat voor de komende vijf jaren
hetzelfde tarief zou gaan gelden. Met betrekking tot de vraag of de gemeente
eigen beleid kent in het geheel, vraagt ze de heer Van de Merbel te wachten
tot de Stichting Combivisie zich daarover gedachten gevormd heeft. In het
najaar vergadert de Stichting. Ze heeft in dit kader de commissieleden van
de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden toegezegd dat dan over deze zaak
zal worden gesproken. In de eerste vergadering van de Stichting hebben de
gemeenten besloten dat er eerst een discussiestuk op tafel dient te komen.
Dit discussiestuk is tot op heden nog niet ontvangen door het college.
De heer Van der Spek merkt op dat het antwoord van de voorzitter juist
lijkt, maar dat het onvolledig is. Er is inderdaad bedongen dat de
abonnementsprijs de komende vijf jaren niet omhoog zou gaan, maar dit ging
over het pakket zoals het op de kabel staat. Wanneer, zoals de heer Van de
Merbel vraagt, er programma-uitbreidingen zouden komen, dan kan dat wel
degelijk prijsverhogingen tot gevolg hebben.
De voorzitter vindt deze aanvulling terecht, maar wenst een kanttekening te
plaatsen. De gemeente heeft namelijk ook gezegd dat er geen uitbreiding van
het programmapakket mocht plaatsvinden in het contract zonder toestemming
van de gemeenteraad van Fijnaart en Heijningen. Hoe men het wendt of keert,
men zal altijd met de gemeente over deze zaak moeten onderhandelen.
De heer Van de Merbel begrijpt uit de woorden dat vertegenwoordiging in de
programmaraad de gemeente geen verplichtingen oplegt ten aanzien van de door
hem genoemde punten. In het verhaal staat wel dat de programmaraad een
bindend advies geeft aan het bestuur van de PNEM. Wanneer dit bindend advies
luidt om het programma uit te breiden, in elk geval zodanig dat het kosten
met zich meebrengt voor de abonnees, dan vraagt hij of de gemeente er dan
nog onderuit kan. Kan de gemeente er dan onderuit door te wijzen op het feit
dat een en ander geregeld staat in een contract.