-5- september of oktober 1990. De gewestraadsleden namens Fijnaart en Heijningen hebben hun stem daartegen laten horen. Een en ander heeft ertoe geleid dat men in de decembervergadering 1990 met een nieuw voorstel is gekomen, waarbij het voor de andere gemeenten ook mogelijk gemaakt werd om voortaan op de Kragge te storten. Voor 17 december 1990 was het voor Fijnaart en Heijningen niet mogelijk om op de Kragge te storten. Het enige nadeel dat Oudenbosch de overige vijf gemeenten heeft opgeleverd is dat Oudenbosch na uittreding stukken van een advocaat en accountant heeft verstrekt aan Heeren te Roosendaal. Als gemeente Fijnaart en Heijningen heeft men tegen dit laatste stelling genomen. Een en ander is destijds ook verschenen in de kranten. De heer Van de Merbel vraagt, nu gezegd wordt dat uittreding van Oudenbosch geen nadeel heeft opgeleverd voor de overige vijf gemeenten, wanneer er wel nadeel gaat ontstaan. De voorzitter antwoordt dat dit een ingewikkeld verhaal is. De gemeente Fijnaart en Heijningen heeft van de uittreding niet zo veel nadeel gehad. De gemeente Bergen op Zoom bijvoorbeeld wel. Een en ander zit dan in het systeem van transportkostenverevening. Ze denkt dat het wat te ver gaat om verder in detail door te gaan. In morele zin is er wel sprake geweest van een nadeel, want het is voor geen enkele gemeente leuk, wanneer een advocaat en accountant worden ingehuurd, en de gegevens die zij produceren vervolgens worden doorgespeeld aan de instantie die aan de andere zijde van de tafel zit, te weten Heeren Roosendaal De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 5Voorstel inzake verzoek van de Vereniging "Een school voor Christeliik Nationaal Schoolonderwijs te Zwingelspaan" om medewerking te verleden op grond van artikel 74 Wet op het BasisonderwiisVolgnr. 91-1-5. Mevrouw Oostdijck merkt op dat in het voorstel verwezen wordt naar het onderhoudsrapport van De Rooij. Ze vraagt af het raadzaam zou zijn om het advies van de commissie Onderwijs, Cultuur, sport en Welzijn te vragen inzake genoemd rapport, zodat de raad er vervolgens zijn mening over zou kunnen vormen. Ziet men het rapport als uitgangspunt, richtlijn? Hoe serieus gaat men met de gegevens van dit rapport om? Haar fractie denkt dat meer duidelijkheid inzake de status van het onderhoudsrapport een goede zaak zou zijn. Wethouder Nijhoff antwoordt dat er nog een aantal zaken op spoor gezet moet worden, wat betreft het rapport De Rooij. Er was sprake van onduidelijkheid met betrekking tot wat in het rapport preventief en wat technisch onderhoud was. Het college heeft een en ander teruggegeven aan De Rooij en heeft gevraagd een en ander te verduidelijken voor de gemeente. Het college heeft verder gevraagd een duidelijke scheiding te maken tussen het preventief- en het technisch onderhoud. De Rooij heeft daarop een proefrapport gemaakt van de openbare basisschool. De ambtenaren zijn dit rapport momenteel aan het bekijken. Als er duidelijkheid over is dat het rapport goed hanteerbaar is, dan komt het college met het rapport naar de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn. Hij hoopt dat deze procedure ook gehanteerd kan worden voor de andere scholen. Blijkt het rapport niet hanteerbaar te zijn dat zal er gezocht moeten worden naar andere oplossingen. Zaak is dat de rapporten ook worden doorgesproken met de scholen. Er behoeft wanneer alles rondgebreid wordt geen sprake meer te zijn van allerlei aanvragen van scholen die elke keer los van elkaar worden behandeld. Er zou dan sprake moeten zijn van de werkwijze dat in de vergadering van de Commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn zaken voor een heel jaar aangaande de scholen in een keer worden behandeld. Hij denkt dat binnen niet al te lange tijd over deze materie gesproken kan worden in de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 6