-6-
De voorzitter vindt dit prima. Ze merkt op -wanneer niemand daartegen bezwaar
heeft- dat het oorspronkelijke voorstel formeel wordt ingetrokken en dat thans
het gewijzigde voorstel aan de orde komt.
De heer Evers vindt dat het gewijzigde voorstel veel te laat bij de raadsleden
is gekomen. Hij is van mening dat ten aanzien van dit voorstel paniekvoetbal is
gepleegd. Zijn fractie vindt -en hij denkt dat dat ook geldt voor andere
fracties- dat gezien het gepleegde paniekvoetbal de zaak niet geschikt is om er
thans besluiten over te nemen.
De voorzitter last op verzoek vanuit de raad een pauze in om de fracties tijd te
gunnen het voorstel goed door te spreken.
Ze heropent de vergadering en antwoordt op hetgeen de heer Evers naar voren
heeft gebracht. Ze is niet voor uitstel van behandeling van het agendapunt. Het
gaat hier om een wijziging op een voorstel dat de raad al had sinds vrijdag
jongstleden. Afgelopen maandag heeft het college met de raadsfracties overleg
gevoerd en de zaken op een rij gezet. Op die dag is afgesproken dat het college
zou bezien of het nog met een ander voorstel bij de raad kon komen. Het college
had graag gezien dat het voorstel woensdag voorafgaand aan deze raadsvergadering
bij de raadsleden had gelegen.
De heer Evers zegt bij interruptie dat de raadsleden gisteren ook een wijziging
op het oorspronkelijk voorstel hebben ontvangen. Hedenmiddag heeft de raad
wederom een wijziging mogen ontvangen.
De voorzitter beaamt dit en wenst vervolgens over te gaan tot behandeling van
het voorstel.
De heer Van de Merbel merkt op dat zijn fractie grote waardering heeft voor het
voorstel van het college om in de gemeente 30 km zones in te voeren. Zijn
fractie ziet het invoeren van 30 km zones als een wezenlijk onderdeel van een
meer omvattend verkeersveiligheidbeleid, welk beleid volgens zijn fractie kan
bijdragen aan een verbetering van de leefbaarheid in het dorp. Hij verwacht dat
de invoering van de verkeersmaatregelen meerdere positieve uitstralingseffecten
zal hebben. Mede daardoor kan in het dorp Fijnaart een klimaat geschapen worden,
waarin ook met meer kans op succes gewerkt kan worden aan andere aspecten van de
verkeersveiligheid. In dit verband denkt zijn fractie aan een betere bescherming
van de voetgangers op de trottoirs en voetpaden. Hij merkt op dat het college
reeds een begin heeft gemaakt met het benaderen van burgers die verantwoordelijk
zijn voor hinderlijk overhangende takken van particuliere bomen en struiken
langs de openbare weg. Zijn fractie heeft verder met voldoening geconstateerd
dat de winkeliers aan de Voorstraat door het college nogmaals gewezen zijn op
hun plicht om de trottoirs voldoende vrij te houden voor voetgangers en
rolstoelgebruikers. Hij voegt hieraan toe dat verdergaande actie van het college
wel blijft geboden. De actie zal zich ook moeten richten op het tegengaan van
het parkeren van personenauto's op het trottoir. Een langzamer autoverkeer
waardoor fietsers zich op de rijbaan veiliger voelen zal volgens hem ook kunnen
tegengaan dat zij de voetpaden als fietspaden gebruiken. Bij een consequente
voortzetting van zo'n totaal verkeersveiligheidsbeleid zullen de mensen in het
dorp wellicht ook meer geinspireerd worden tot een verbeterd verkeersgedrag.
Goed voorbeeld doet vaak goed volgen. De oudere medemensen in het dorp -en dat
worden er steeds meer- en de gehandicapte medeburgers zullen zich een stuk
veiliger kunnen voelen wanneer zij niet meer gehinderd worden door allerlei
obstakels op de stoep. De kinderen van de gemeente zouden eigenlijk weer moeten
kunnen opgroeien in een omgeving waarin de automobilist niet vanzelfsprekend de
baas is in de straat. Zijn fractie verwacht van de invoering van 30 km zones
veel meer dan alleen maar een matiging van de rijsnelheid van de auto's en denkt
dat hier terecht gesproken mag worden over een uitstekende vorm van sociale
vernieuwing. De gemeente mag zich bij voorbaat al gesteund weten door de
rijksoverheid, die ondanks de benarde positie van de schatkist een aanzienlijke
financiële bijdrage aan de gemeente heeft toegekend voor de inrichting van 30 km
zones. In dit verband heeft zijn fractie de vraag of er ook bij een eenvoudigere
uitvoering van het plan vast gerekend mag worden op een evenredige subsidie van
het rijk. Hij vraagt of het college dit punt reeds heeft nagetrokken. Zijn