-19- nauwkeurige kijker naar de ledenlijst van de W-groep wat opmerkelijks had kunnen zien. Het is niet verplicht, maar het is wel mooi meegenomen wanneer dat bij personen opvalt. Hij denkt dat er wel enige samenhang is tussen het een en het ander. Hij denkt wanneer de heer Van de Merbel de moeite neemt om zich te overtuigen omtrent de afloop van de gebeurtenissen het hem enigszins zal ophelderen. Wethouder Nijhoff merkt op dat uit de woorden van de heer Bienefelt blijkt dat het toch een zekere functie heeft gehad. Hij denkt dat hij zonder in details te treden daarin duidelijk is. Wanneer er thans dieper op ingegaan wordt, zou het kunnen leiden tot een principiële discussie over dit onderwerp. De heer Bienefelt denkt dat dat beter kan in de volgende vergadering van de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn. De heer Van de Merbel zegt dat hij nu van collega-raadsleden vragen krijgt toegespeeld. Hij neemt deze graag ter harte. Hij denkt dat het niet aan de orde is wat door de heren Bienefelt en Nijhoff wordt gezegd. Het punt is dat er een notitie bij de stukken lag, waarin te kennen werd gegeven dat het subsidieverzoek van de W-groep was ingetrokken. Op dat moment hoeft daar dan geen ledenlijst meer bij. Het was gewoon overbodig dat de ledenlijst ter inzage werd gelegd. De gedachten die hierbij naar bovenkomen en zaken die volgens wethouder Nijhoff thans niet uitgesproken kunnen worden zijn volgens hem niet aan de orde. een en ander is gewoon overbodig. In de brief van het college staat het goed verwoord. De terinzagelegging betrof een omissie en hij vindt dat men het hierbij moet laten. De voorzitter stelt de derde raadsvraag van de heer Van de Merbel inzake de programmaraad PNEM aan de orde. Het betreft een brief d.d. 16 mei 1991, beantwoord door het college d.d. 23 mei 1991. Ze denkt dat het verstandig zou zijn dat de heer Van de Merbel geen vragen stelt over krantenartikelen. Er wordt dan gereageerd op nieuws uit oude kranten en het college moet dan misschien weer reageren op nog ouder krantennieuwsEen telefoontje naar het gemeentehuis of een kort gesprekje met de voorzitter van het college of een vraag aan de wethouder had bij dit onderwerp ook gekund. De heer Van de Merbel neemt dit soort goede raad altijd mee in zijn overwegingen. Het is echter het onvervreembaar recht van elk raadslid op grond van het Reglement van Orde om schriftelijke vragen te stellen op het moment dat het raadslid dat nodig of wenselijk acht. Hij denkt dat men dat gewoon in beginsel zo moet laten. De voorzitter antwoordt dat de kwantiteit van de raadsvragen er volgens haar waarschijnlijk toe leidt dat het middel van de raadsvraag in kwaliteit afneemt. Zij heeft het dan niet over het inhoudelijke, maar louter over het feit dat hoe meer raadsvragen men gaat stellen, hoe minder het dan nog het belang heeft van een raadsvraag. Ze beseft dat de raadsleden het recht hebben om raadsvragen te stellen. Ze ontneemt de leden van de raad dit recht ook niet, maar ze heeft gezegd dat het wellicht gemakkelijker was geweest wanneer deze zaak was afgehandeld door middel van het plegen van een telefoontje richting de secretarie, naar een behandelend ambtenaar, de voorzitter van het college of de fractiegenoot binnen het college. Gebeurt dat namelijk niet en komen er veel raadsvragen aan de orde bij de rondvraag, dan heeft het college het onvervreembaar recht van het college om extra gelden aan te vragen om mensen aan te trekken. Mevrouw Oostdijck-Vogelaar vraagt of het het college bekend is dat de Kragge sedert twee weken weigert om STORL-verpakkingen in te nemen. Ze laat een flacon zien waarin gewasbeschermingsmiddelen hebben gezeten. Tot voor kort was het voldoende dat de lege flacon goed omgespoeld werd. Nu moet echter de flacon van binnen droog zijn. Dat lukt volgens haar nooit, tenzij men met een haarfohn aan de slag gaat. Deze maatregel van de Kragge is vooraf niet schriftelijk aangekondigd. De huisvuilophaaldienst nam de flacons ineens niet meer mee. Gezegd werd dat indien de flacons van binnen nat waren men deze naar het gemeentehuis moest brengen, omdat het viel onder klein chemisch afval. Dit zal

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 52