-16-
In raadsvergadering 20-6-1991 besloten dit te wijzigen in "beleidsuitgangs
punt
juni aanstaande hadden de fracties meer tijd en ruimte gehad. Hij somt in dit
kader de volgende punten op: De zaak leeft weliswaar al wat langer, maar vrij
kortelings hebben de raadsleden de stukken toegezonden gekregen. Pas sinds kort
is de vertrouwelijkheid opgeheven van het stuk "HSL: Er op of en onder" De
fractie heeft amper of eigenlijk praktisch niet de gelegenheid gehad om met de
achterban van gedachten te wisselen over een zeer belangrijke zaak.
Hij heeft begrepen dat het college wat betreft de opmerkingen van zijn fractie
over de milieu-aspecten ook op dat punt gevoelig is, zij het dat hetgeen zijn
fractie in dit kader wenst niet wil meenemen in het bezwaarschrift zoals dat
thans de raad voorligt. Wellicht dat er op een ander moment met de gegevens die
zijn fractie wil aandragen met betrekking tot de geluidsaspecten iets gedaan kan
worden. Zijn fractie zal het college in ieder geval voorzien van datgene wat
hij in eerste termijn heeft toegezegd. Hij is blij met de toezegging van het
college dat de nota "HSL: Er op of er onder" op verzoek aan de burgers wordt
verstrekt tegen betaling van de kosten. De burgers worden hiermee op een goede
wijze voorzien van informatie.
De voorzitter gaat in op de mededeling van de heer Van de Merbel dat hij het
college nog een stuk zal aanbieden inzake de milieu-aspecten, dat vervolgens
door het college kan worden besproken. Ze geeft aan dat de heer Van de Merbel
een en ander niet te positief moet vertalen. Het stuk kan aan het college worden
verstrekt, maar dat wil niet zeggen dat het stuk ook overgenomen wordt door het
college. Bij haar beantwoording heeft ze reeds aangegeven dat in het kader van
de beantwoording van de 1500 vragen milieu-apecten door het rijk worden
aangedragen. Wanneer deze het college reden geven tot opmerkingen dan zullen
deze binnen het college worden besproken. Ze zegt de PvdA-fractie niet toe dat
hetgeen door genoemde fractie wordt aangedragen, wordt meegenomen.
De heer Van de Merbel zegt dat het stuk wellicht een belangrijk hulpmiddel kan
zijn voor het college.
De voorzitter gaat niet zo ver dat ze thans zegt dat het een hulpmiddel is. Het
stuk mag gegeven worden aan het college, maar ze zegt niets toe aangaande het
stuk.
Ze wil vervolgens verder gaan met beantwoording van vragen.
De heer Van de Merbel vindt het een merkwaardige gedachtengang.
De voorzitter geeft aan dat de heer Van der Spek vraagt om de motie in te
trekken en dat men met betrekking tot de materie zakelijk moet zijn en zich als
een volwassen gesprekspartner moet opstellen. Het rijk weet exact wat het aan de
gemeente heeft wanneer de motie wordt ingetrokken. De heer Bienefelt vindt dat
daar op een later tijdstip over gesproken kan worden. De heer Van de Merbel
wenst in deze de motie overeind te houden en wil geen discussie over het
intrekken van de motie. De standpunten inzake het intrekken van de motie liggen
bij de raad uiteen. Ze denkt dat het geen zin om deze discussie hedenavond te
houden en acht het een goede zaak om in de commissie Bestuurlijke
aangelegenheden te spreken over hoe er verder gehandeld moet worden aangaande de
motie.
De heer van de Merbel vindt dat het college gewoon het beleidsstandpunt dient te
hanteren. Daarin staat op welk moment een eventuele intrekking van de motie aan
de orde komt. Dit moment is volgens hem nog lang niet bereikt.
De voorzitter zegt dat de heer van de Merbel haar niet elke keer moet
interrumperen
De heer Van de Merbel denkt dat dat wel toegestaan is.
De voorzitter vindt van niet. Als zij zegt dat de zaak in de commissie
Bestuurlijke Aangelegenheden komt en dat daar gesproken kan worden over de
motie, dan heeft ze het helemaal nog niet over intrekken. Het gaat dan om het
punt om gewoon als volwassen mensen nog een keer met elkaar over de zaak te
praten. De voorzitter van de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden heeft het
recht om dit punt te allen tijde op de agenda op te voeren. Het college heeft
begrip voor het feit dat de heer Van de Merbel het een beetje vervelend vindt
dat de raad de stukken op zo'n korte termijn ontvangen heeft. Misschien was het
beter geweest het anders te doen. Elk raadsstuk krijgen de raadsleden op de