-7-
11Voorstel tot het nemen van een volumebesluit Stads- en Dorpsvernieuwing.
Volgnr. 91-V-40.
De heer Van der Werf vraagt of er de mogelijkheid bestaat om een bedrag
beschikbaar te stellen ter grootte van f. 4.000,-- tot f. 5.000,-- ten behoeve
van bejaardenwoningen die in eigendom zijn van de Fijnaartse burger. De gemeente
zou deze mensen hun laatste levensdagen kunnen laten slijten in hun bekende
woning en omgeving. Kleine verbetering zouden kunnen zijn: Steunbeugels in de
douche-cel, bij de w.c., een douche-celstoeleen verhoogde w.c.-pot en het
wegnemen van dorpels. Een en ander zou onderzocht kunnen worden naar
draagkracht
De voorzitter antwoordt dat de heer Van der Werf het college een beetje met deze
vraag overvalt. De gemeente dient jaarlijks verslag uit te brengen van de
besteding van de gelden. Deze gelden dienen besteed te worden aan stads- of
dorpsvernieuwingsgelden of aan particuliere woningverbeteringen. De panden bij
particuliere woningverbetering dienen ouder te zijn dan 20 jaarEen en ander
betekent dat hetgeen de heer van der Werf voorstelt niet gehaald kan worden uit
de pot stads- en dorpsvernieuwing. Op dit moment is de beschikking geldelijke
steun huisvesting gehandicapten landelijk in discussie. Landelijk wordt erover
gediscussieerd dat de landelijke pensioenfondsen of bedrijfsverenigingen straks
ook voorzieningen kunnen gaan toestaan voor mensen van 65 jaar en ouder. Ze
vraagt de heer Van der Werf de zaak heel nauwlettend te volgen. Wordt een en
ander verruimd dan kunnen die mensen die ervoor in aanmerking komen erop gewezen
worden dat er mogelijkheden gekomen zijn voor aanbrengen van bepaalde
voorzieningen. Ze vindt het voorstel van de heer Van der Werf een nobel streven
en ze denkt dat ze er achter zou kunnen staan. Beschikbaarstelling van gelden
voor hetgeen de heer Van der Werf beoogd uit de pot dorps- en stadsvernieuwing
is echter onmogelijk. Ze denkt dat het beter is wanneer de heer Van der Werf
zijn vraag inbrengt bij de commissie Financien waarbij de begroting 1992 wordt
besproken alsmede tijdens de begrotingsbehandeling in de raad. In de kader van
het minimabeleid of de verruiming van de algemene bijstandswet kan worden bezien
of het voorstel van de heer Van der werf ten uitvoer kan worden gelegd.
De heer Van der Werf antwoordt dat hij er op terug zal komen op de wijze zoals
de voorzitter heeft aangegeven.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
12. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het gebied van het
ontwerp-bestemmingsplan "Langeweg"Volgnr. 91-V-43.
De heer Van der Spek merkt op dat het college voor de tweede maal een
voorbereidingsbesluit vraagt voor dit terrein. Voor het kleine bedrijventerrein
zijn gegadigden. Hij krijgt de indruk wanneer het te lang duurt vooraleer het
bestemmingsplan er komt, de dreiging bestaat dat de mensen afhaken. De
gegadigden gaan daardoor naar elders. Hij vraagt wanneer het college met een
ontwerp-bestemmingsplan bij de raad komt.
De heer Bos sluit zich aan bij de woorden van de heer Van der Spek. Uit het
voorstel leest hij dat het vorige voorbereidingsbesluit 21 januari 1990 is
genomen. Hij vraagt of het college nu niet te laat is met het voorstel tot het
nemen van een voorbereidingsbesluit voor hetzelfde gebied. Een
voorbereidingsbesluit is namelijk maar een jaar geldig. Er hadden zich
ongewenste ontwikkelingen kunnen voordoen tussen 21 januari 1991 en heden.
De voorzitter antwoordt dat de datum 21 januari 1990, genoemd in het voorstel
onjuist is. Dit moet 21 juni 1990 zijn. Deze wijziging is direct bij de
terinzagelegging van de stukken aangebracht op het terinzage gelegde exemplaar
In antwoord op de opmerking van de heer Van der Spek zegt ze dat er een
gegadigde is. Het college heeft aanvankelijk met de gegadigde gesproken over een
terrein dat vele malen groter was. Het risico om het aan te leggen was voor de