lang begint te duren. Het lijkt hem dat het niet zo zakelijk wordt behandeld.
Wanneer iemand een offerte indient om een rapport voor de gemeente te maken, dan
hoort daar een levertijd bij. Wanneer men de levertijd niet haalt, dan komen de
boeteclausules in werking of men krijgt het geld niet. De zaak sleept nu al
anderhalf jaar of nog langer. Hij vindt dat schandalig. Hij vindt dat er met
voortvarendheid iets aan gedaan moet worden.
De heer Van de Merbel antwoordt met betrekking tot de datum dat zijn aandacht er
speciaal op gevestigd wordt, omdat het zo nadrukkelijk in het voorstel staat.
Hij denkt bij het lezen van de datum in het voorstel aan een cruciale datum
waarover in het verleden al eens is gesproken. Stukken ingekomen na de 24ste van
de vorige maand komen normaliter in de maand daarna op tafel bij de raad.
Het verzoek van het schoolbestuur, ingekomen op 25 april 1991, komt echter reeds
in de vergadering van heden, terwijl dit verzoek eigenlijk pas op grond van de
regel in de raad van juni moet komen.
Door wethouder Nijhoff is geantwoord dat het werk voor een bepaalde norm gegund
wordt. Het bureau De Rooij heeft in dit geval f. 53,-- per m2 als norm. De
school wenst het te gunnen aan een bedrijf dat met een prijs komt van ruim f.
51,-- per m2Hij merkt op dat er een bedrijf is die een lagere vierkante meter
prijs heeft. Het lijkt hem voor de hand liggend dat voor hetzelfde materiaal met
dezelfde kwaliteit in eerste instantie gegund wordt aan het bedrijf met de
laagste offerteprijstenzij de gemeente goede redenen heeft om daarvan af te
wijken. Het is gebruikelijk dat de ontwerp-begrotingswijziging gepresenteerd
wordt aan de raad. Hij denkt dat het college er goed aan doet om dit als vaste
lijn te blijven hanteren. Er kunnen dan geen misverstanden bestaan omtrent
eventuele afwijkingen.
De voorzitter antwoordt dat de regel inzake van binnenkomst van stukken na de
24ste van de maand uitsluitend geldt voor ingekomen stukken aan de raad. Het
staat het college vrij om stukken aan te bieden ter behandeling in de
gemeenteraad, wanneer het college de stukken voor behandeling rijp acht. Het
college heeft dit geacht bij het verzoek van het schoolbestuur. De termijn
geldt niet voor voorstellen die aan de raad ter besluitvorming worden
voorgelegd.
Wethouder Nijhoff denkt dat het een gedachtefout is dat de gemeente kan bepalen
om de leverancier te nemen die tegen de laagste prijs gunt. De opdrachtgever is
de school. De gemeente moet volgens artikel 74 van de Wet op het Basisonderwijs
gelden beschikbaarstellen volgens bepaalde normen.
De heer Van de Merbel merkt op dat dit verhaal niet helemaal klopt. Hij vraagt
waarom dan niet gekozen wordt voor de hoogste inschrijver. Wanneer gezegd wordt
dat de school alle ruimte gegeven wordt, dan zou ook gekozen kunnen worden voor
de hoogste inschrijver. In het voorstel wordt exact het bedrag van f. 5.813,64
genoemd hetgeen betrekking heeft op de inschrijver die met de tweede hoogste
prijs is gekomen.
Wethouder Nijhoff antwoordt dat de inschrijver met de middelste prijs binnen de
Londonormen zit. De inschrijver met de hoogste prijs komt met de prijs uit boven
de Londonormen. De gemeente heeft hierover dan geen zeggenschap. De gemeente kan
niet zeggen tegen het schoolbestuur dat ingegaan moet worden op de offerte
waarbij de laagste prijs wordt geoffreerd. Het schoolbestuur heeft het recht om
in zee te gaan met het bedrijf dat de middelste prijs offreert, omdat deze prijs
onder de Londonormen ligt. Zodra de prijs boven de Londonormen ligt dan dient
het schoolbestuur het verschil bij te dragen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
8Voorstel tot het verlenen van een eenmalige subsidie aan de Heemkundige Kring
Fijnaart en Heijningen. 12e wijziging gemeentebegroting 1991. Volgnr. 91-V-33.
Mevrouw Oostdijck-Vogelaar merkt op dat het collegevoorstel behelst de
Heemkundige Kring een eenmalige subsidie te verstrekken van f. 3.750,--. Haar
-4-