-10-
eerste instantie Uw woordvoerder?" Wanneer de heer Van de Merbel het zo wil
hebben, dan kan hij het zo krijgen. Het lijkt haar dan zo dat er een stuk
starheid optreedt, hetgeen misschien niet nodig is.
De heer Bienefelt denkt dat er in het algemeen een aantal reglementen is,
terecht, om te zorgen voor een discussie waarbij er steeds sprake kan zijn van
een stukje kwaliteit. Zo gauw op de een of andere manier op een gegeven moment
de kwaliteit uitgeput raakt, dan is het zo dat in de meeste reglementen het aan
de voorzitter is om de discussie te doen beeindigen. Tot zijn spijt heeft hij
hedenavond de termijnen een aantal minuten zien verlengen. Hij vindt dat jammer,
omdat men dan een soort pseudo-discussie krijgt. Er wordt niets meer van enige
waarde toegevoegd aan het geheel. Het spijt hem dat hij op deze manier de PvdA
zo hoort praten in deze gemeenteraadsvergadering. Hij vindt dat jammer. Hij
denkt dat de tijd beter kan worden benut om over belangrijke zaken zo goed
mogelijke kwaliteiten te zien bereiken.
De voorzitter zal de door de heer Bienefelt gegeven raad om de termijnen te
hanteren ter harte nemen.
De heer Van de Merbel neemt aan dat de voorzitter hem de ruimte wil geven om nog
even te reageren.
De voorzitter antwoordt dat de heer Van de Merbel nu begint aan de tweede
termijn. Wanneer de heer Van de Merbel dadelijk wenst te interrumperen dan is
het altijd nog zo dat ze een knopje aan de microfoon heeft waarmee ze het geluid
kan uitschakelen. De heer Van de Merbel weet dan dat de discussie is afgelopen.
De heer Van de Merbel zegt dat de voorzitter een zeer machtige vrouw in ons
midden is.
De voorzitter antwoordt dat dat zo maar lijkt.
De heer Van de Merbel stelt vast dat het het college schriftelijk een vraag
heeft gesteld om het reglement te herzien, omdat het door de voorzitter, als
discussieleider, betrekkelijk willekeurig gehanteerd wordt. In het antwoord
voert het college daarbij zaken aan die werkelijk op de vraag niet ingaan, maar
de soepelheid van de voorzitter willen demonstreren. Hij vraagt helemaal niet om
een strikte hantering van de regels in die zin dat het onwerkbaar zou worden.
Hij vraagt alleen om gelijkheid voor iedereen. Dat is de kern van zijn vraag. De
voorzitter heeft bij vorige gelegenheden wel een tweede termijn toegestaan en
laatst bij mevrouw Grootenboer niet. Hij heeft gevraagd waarom de laatste keer
een tweede termijn niet werd toegestaan. Hij verdenkt de voorzitter daarbij echt
niet van partijdigheid, maar hij verdenkt de voorzitter er dan van dat ze het
reglement even niet goed interpreteert. Dat is geen ramp en daarover is te
praten, maar hij vindt de discussie een beetje onder niveau raken wanneer
vervolgens door allerlei nevenargumenten een zaak die op zich zelf goed kan zijn
een beetje verdoezeld wordt. Hij vindt dat jammer. Hij vindt dat men als raad
geen knip voor de neus waard is wanneer de raad de kwestie vragenhalfuurtje te
gemakkelijk laat passeren. Het vragenhalfuurtje is een groot goed geworden en
wordt de laatste tijd meer en meer gebruikt. Hij denkt dat men er gebaat mee is
wanneer de vragenstellers ook echt weten dat ze op een behoorlijke manier aan
hun trekken kunnen komen en dat er geen ongelijke rechtsbedeling plaatsvindt.
De voorzitter is van mening dat ongelijke rechtsbedeling niet heeft
plaatsgevonden. De twee voorbeelden die de heer Van de Merbel heeft aangehaald
in zijn brief, te weten de Sjars en de Fendertse Hoeve waren niet identiek. De
vragenstellers met betrekking tot de Fendertse Hoeve en mevrouw Moerman
aangaande de Sjars hebben haar gevraagd om de vragen voor te lezen. Ze heeft dit
gedaan en daarmee waren de vragenstellers in eerste instantie nog niet aan het
woord geweest. Wanneer de heer Van de Merbel het als een tweede termijn
beschouwt wanneer ze aan de vragenstellers vraagt of ze nog iets toe willen
voegen aan het geheel, dan ziet hij dat volgens haar verkeerd. Ze denkt dat er
op dit moment genoeg woorden aan het onderwerp zijn besteed en wil de discussie
erover sluiten.
12Sluiting