-7-
De heer De Vos merkt op dat het formele besluit inzake de begrotingswijziging
pas in de raadsvergadering van 18 april 1991 genomen kan worden. Daarna kan pas
de officiële procedure van goedkeuring door Gedeputeerde Staten van de
begrotingswijziging worden gestart.
De heer Evers merkt op dat wanneer men het politierapport goed leest men tot de
conclusie komt dat de situatie na aanleg alleen maar onveiliger in plaats van
veiliger wordt. In principe is hij voor aanleg van de rabatstrook geweest. Er
zijn twee rapporten die eigenlijk op hetzelfde neerkomen. Men dient zich zeer
goed te bedenken alvorens men op een gegeven moment de indruk wekt dat het een
rijwielpad. Wordt deze indruk gewekt dan denkt hij dat het beter is om geen
rabatstrook aan te leggen. Het is volgens hem pas veilig wanneer er langs de
Molenstraat een fietspad wordt aangelegd, waarbij duidelijk is aangegeven dat
het een fietspad is. Gebleken is dat het creeren van dit laatste niet mogelijk
is
De voorzitter zegt dat dit laatste klopt. De gemeente heeft ter plaatse geen
gronden in eigendom. Een en ander bemoeilijkt de zaak. Er zullen gronden
verworven dienen te worden. Daarnaast zal de berm verbreed dienen te worden. De
heer Evers heeft gelijk daar waar hij zegt dat men niet de indruk moet wekken
dat het een fietspad wordt. Het college noemt het in het voorstel bewust een
rabatstrook. Dat men er overheen fietst is prima, maar het geeft geen enkele
rechtskracht wanneer een fietser op de strook aangereden wordt door een
automobilist. Dit laatste is niet te hopen. De fietser kan zich niet beroepen op
het feit dat zij of hij op een fietspad werd aangereden door een auto. De
fietser wordt namelijk aangereden op een gedeelte van de weg, zijnde de
rabatstrook
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming voor aanleg van een rabatstrook aan
de Molenstraat.
De heer Evers wenst de aantekening geacht te worden te hebben gestemd tegen de
aanleg van genoemde strook.
8Voorstel inzake het verzoek van de Vereniging voor Protestants Christeliik
Basisonderwijs te Fijnaart om medewerking te verlenen op grond van artikel 74
van de Wet op het Basisonderwijs. 7e wijziging gemeentebegroting 1991. Volgnr.
91-111-21
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
9Voorstel tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement. 13e wijziging.
Volgnr. 91-111-14
De heer Van de Merbel vraagt of de datum van de inwerkingtreding van de
wijziging in het ontwerp-besluit juist is.
De voorzitter antwoordt dat besloten kan worden om het besluit onmiddelijk in
werking te laten treden of een dag nadat het besluit is vastgesteld. Het is niet
mogelijk, en dit staat in het ontwerp-raadsbesluitom de wijziging in werking
te laten treden op 21 maart 1991.
De raad stemt met de verandering, zoals aangegeven door de voorzitter, in en
besluit overigens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
10Voorstel inzake ruiling percelen met Woningbouwvereniging Brabants Westhoek.
Volgnr. 91-111-19
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
11Rondvraag(eventueel schriftelijk ingediende vragen).