79
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de voorstellen van
burgemeester en wethouders, hierboven genoemd onder de punten a tot en met e.
VI. Vaststelling wijziging belastingverordeningen.
aVaststelling verordening op heffing en invordering van leges.
Ie wijziging gemeentebegroting 1992. Volgnr. 91-XII-124.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
b. Vaststelling verordening reinigingrechten.
Ie wijziging gemeentebegroting 1992. Volgnr. 91-XII-123.
De heer Van der Spek zegt dat gelet op de discussie die heeft plaats gevonden in
de commissie Financiën waar toch een meerderheid was om de verhoging van de
reinigingsrechten in plaats van 15 procent slechts 10 procent te laten zijn,
werd toch weer die 15 procent teruggevonden. Zijn fractie dient daarom graag een
amendement in. Dat amendement wordt door voldoende mensen ondersteund en het
amendement luidt s
"Gemeente Fijnaart en Heijningen, amendement ex artikel 18 van het Reglement van
orde. Er wordt voorgesteld de door het college voorgelegde 4e wijziging van de
Verordening Reinigingsrechten 1988 als volgt te wijzigen:
1. Het in artikel 3, lid 1 genoemde bedrag van f. 202,30 wordt gewijzigd in
f. 193,50.
2. Het in artikel 3, lid 2 genoemde bedrag van f. 101,15 wordt gewijzigd in
f. 96,75.
met als toelichting:
Bovengenoemde gewijzigde bedragen komen overeen met de huidige tarieven,
vermeerderd met 102.
De Voorzitter stelt voor om dit amendement even te parkeren om zodoende te
voorkomen dat de vergadering iedere keer weer opnieuw geschorst moet worden.
De heer Van de Merbel maakt bezwaar tegen de orde. Hij vindt dat nu het
agendapunt reinigingsrechten aan de orde is en dat daar eerst maar duidelijkheid
in verschaft moet worden.
De Voorzitter vindt dat men niet de hele avond kan blijven schorsen. Zij vindt
dat de heer Van de Merbel er bezwaar tegen mag hebben, maar als voorzitter mag
zij ook wat zeggen in deze raad en zij wil toch de hondenbelasting aan de orde
stellen of daar bezwaren tegen zijn. Straks worden dan de reinigingsrechten
gepakt en mogelijk nog andere zaken, want het kan zijn dat er nog meer
amandementen komen en dan kan het college zich over alle zaken gelijk beraden.
De heer Van de Merbel herhaalt dat hij er bezwaar tegen maakt. Hij stelt als
punt van orde nu voor dat eerst het punt reinigingsrechten afgehandeld wordt en
hij wenst dat voorstel in stemming te brengen.
De heer Bienefelt vindt het nogal vergaand als de heer Van de Merbel denkt dat
hij de voorzitter moet overrulen. Het is naar zijn mening ongebruikelijk en
tenzij hij daar allerlei zaken voor in het bekende boekje kan vinden, dacht hij
dat de heer Van de Merbel zich gewoon moet neerleggen bij datgene wat de
voorzitter voorstelt in de volgorde. Hij mag naar zijn mening wel bezwaar maken,
maar anderen maken dat bezwaar niet.
De heer Van de Merbel wil eerst een uitspraak van de raad hebben. Het is een
voorstel van orde.
De Voorzitter vindt het geen enkel punt en zegt dat er dan gewoon over gestemd
wordt
