75 De Voorzitter geeft voor deze zaken graag het woord aan wethouder Nijhoff, maar zij kan zich indenken dat hij nog even met de ambtenaar wil overleggen. Waar zij wel bezwaar tegen maakt is dat U zegt dat f. 31.000,32 o.g.b. is en 52 reinigingsrecht. In principe is dat zo, maar zij wil toch snel en nadrukkelijk onderstrepen dat de gemeente Fijnaart en Heijningen geld van het Rijk krijgt om het personeel te betalen. Dat zit in de algemene uitkering. Niet alleen om het personeel te betalen maar ook om de burgemeester te betalen, de wethouders te betalen en de raadsleden te betalen. Daarvoor komt dus geld in het gemeentefonds terecht en door het zo expliciet te noemen 32 o.g.b. 52 reinigingsrecht, zou de indruk bij luisteraars en aanwezigen hier op de tribune en mogelijk ook raadsleden kunnen ontstaan dat o.g.b.-verhogingen en reinigingsrechtverhogingen daarvoor nodig zijn. Terwijl die reinigingsrechten echt heel expliciet bedoeld zijn voor de reiniging. Dat wil zij toch even als kanttekening plaatsen. De heer Nijhoff heeft begrepen dat de WD opmerkingen heeft gemaakt ten aanzien van die punten en dat heeft hij van de heer Van de Merbel ook begrepen. Hij betwijfelt of er nog behoefte is aan discussie op dit moment. De heer Bienefelt voorzitter... De heer Van de Merbel vraagt bij interruptie of de heer Bienefelt in eerste termijn sprekende is. Als dat het geval is maakt hij daar bezwaar tegen. De fractie spreekt in eerste termijn over een bepaald onderwerp, bij monde van de heer Van der Spek, bij monde van hemzelf. Daarna antwoordt het college. Vervolgens wordt overgegaan naar de tweede termijn. Als hij nu vraagt of dit de eerste termijn is van de heer Bienefelt, dan zou de voorzitter daarop moeten zeggen dat dat de tweede termijn is. Als men daar aan toe is wil hij ook nog wel daar in spreken. De heer Bienefelt zegt dat het hem niet op een termijn steekt. Hij denkt dat het niet onaaardig is en dat hij ook het recht heeft om ergens op te reageren en dat is de grondslag van zijn wens. De PvdA sluit de schriftelijke tweede termijn af met de woorden "in de toekomst zien we verder, het is nu welletjes". Hij denkt dat de CDA-fractie zich toch een beetje anders verantwoordelijk voelt. Als men nu sprekende over de gemeentebegroting afzakt naar het niveau van telefoonkosten dan maakt men er met zijn allen een treurige zaak van. De heer Van de Merbel zou graag nog een tweede termijn willen hebben in alle richtingen. De Voorzitter geeft de heer Van de Merbel alsnog gelegenheid om te spreken. De heer Van de Merbel zegt dat door de voorzitter vooruitlopende op de beantwoording door wethouder Nijhoff is gezegd dat er geen relatie zou mogen worden gelegd tussen personeelskosten en onroerendgoedbelasting respectievelijk reinigingsrechten. Hij denkt dat dat zeer wel kan. Hij heeft namelijk aangevoerd dat de personeelskosten te hoog zijn geraamd. Dat betekent dus dat er een ander saldo op de gewone dienst ontstaat. Dus een andere post onvoorzien doet zich voor dan aanvankelijk beoogd, door wat voor oorzaak dan ook, in dit geval door een te hoge raming op de post personeelskosten, maar dat doet er in wezen niet toe. Het netto-rendement is f. 31.000,en van die f. 31.000,heeft hij gezegd dat leidt al tot een dekking van bijvoorbeeld het achterwege laten van een verhoging van 32 onroerendgoedbelasting of het achterwege laten van een verhoging van 52 reinigingsrechten. Dat verband heeft hij gelegd en voor het overige is het ook maar betrekkelijk dat personeelskosten uit de algemene middelen van het Rijk zijn gekomen. Het komt in wezen allemaal uit de algemene middelen en uit de belastingopbrengsten. Dat bepaalt het totale budget van de gemeente. Er behoeft geen relatie te zijn tussen een bepaalde post en de onroerendgoedbelasting maar wel met de uitkomsten van die begrotingsposten. In de richting van collega Bienefelt, ach laat maar zitten.... De Voorzitter zegt dat zij toch de kanttekening blijft herhalen die in eerste termijn in de richting van de heer Van de Merbel herhaald is. Reinigingsrechten worden geheven met het doel om te dienen voor datgene wat met reinigingsrechten wordt betaald en zeker niet met het doel om daarvan gelden door te sluizen naar personeel of wat dan ook.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 236