31
met respect wordt benaderd. Er zijn reeds aanwijzingen dat er
nog meer ontslagaanvragen zullen volgen.
3.7 De V.V.D. heeft er geen vertrouwen meer in, dat in de
hierboven geschetste situatie binnen afzienbare tijd nog
verbetering komt.
4 Algemene Financiële Beschouwingen etc.(IIIIIIIV.V)
4.1 Wij hebben hiervan goede nota genomen en hebben daarop
vooralsnog geen commentaar.
GEWONE DIENST
5. Hoofdfunctie 0 ALGEMEEN BESTUUR
5.1 ReorganisatieDe besluitvorming door de Raad over de
reorganisatie is nog steeds niet afgerond. Niettegenstaande
dit feit gaat het College gewoon door met de implementatie. Zo
heeft de Raad nog niet besloten dat er een interim manager zal
worden aangesteld, maar hij is wel al in functie. Van een
sollicitatie procedure is ook geen sprake geweest. Het lijkt
op het binnen halen van een vroegere kennis of bestuurlijke
collega van de Burgemeester. De Raadsleden met deze manager
achter gesloten deuren kennis te laten maken, vervangt geen
besluitvorming en solicitatie procedure. Wij twijfelen
overigens niet aan de kwaliteiten van de interim manager; het
gaat om de door het College gevolgde werkwijze, waarbij de
Raad weer buiten spel is gezet.
5.2 Door de Voorzitter is de Raad indertijd toegezegd dat er
een credietaanvraag zou worden ingediend, voor de betaling van
de diensten van de interim manager. Deze aanvraag is nooit
gekomen, maar de manager wordt wel betaald; en wel uit de
salarispost van de gemeentesecretaris, welke functie thans
vacant is. Deze werkwijze is tegen de comptabi1iteits-
voorschriften en wordt genoemd "verschrijven". Het salaris van
de manager is dan ook niet zichtbaar in de begroting. Hier zal
opheldering over moeten komen.
5.3 Verder is ons niet duidelijk in hoeverre de verhoging van
de post voor salarissen, vergeleken met 1991 9,4 hoger,
een gevolg is van de reorganisatie. Er ligt overigens nog
steeds een vraag bij het College over de verhoging van de
kosten van exploitatie na de reorganisatie.
5.4 Uitbreiding Gemeentehuis. Uw opmerking dat de
besluitvorming over de uitbreiding van het gemeentehuis in
1992 dient te worden afgerond en de realisatie dient te worden
gestart, vinden wij op zijn minst voorbarig. Dit soort zaken
dient tevens in het kader van de gemeentelijke herindeling te
worden geplaatst. De herindelingsdiscussie start in het
voorjaar van 1992, enige bescheidenheid en minder arrogantie
v.w.b. de centrale rol van Fijnaart zou ons sieren. Wij zijn,
totdat hierin meer duidelijkheid is, niet bereid de
uitbreiding van het gemeentehuis te steunen.