de presentatie en verdediging van hun beleid in en buiten de raad(scommissies). Zij mogen zich daarbij in beginsel nog altijd gesteund weten door de raadsfractie van de Partij van de Arbeid, welke overigens de wens uitspreekt, dat deze kritische inleiding desondanks als positief wordt ervaren en door beide wethouders in die zin goed ter harte wordt genomen. Algemeen bestuur. Bij het volgen en beoordelen van de voor onze gemeente van belang zijnde ontwikkelin gen op het gebied van de gemeentelijke herindeling kan de in 1991 door onze raad goedgekeurde positioneringsnota van nut zijn. Bij een realistische benadering van de problematiek van de kleinere gemeenten, waartoe ook onze gemeente nu eenmaal behoort, lijkt schaalvergroting en (dus) vorming van grotere gemeentelijke bestuurlijke eenheden wellicht gewenst en waarschijnlijk onont koombaar. Met die realiteit voor ogen behoeven we onze buurgemeenten niet direct te gaan opvrijen maar is het ook zeker niet handig te noemen wanneer er op bestuurlijk niveau uitsluitend via de media met hen over dit onderwerp gecommuniceerd wordt. Nadat we in de inleiding reeds enkele opmerkingen hebben gemaakt over de wijze waarop het college de problematiek rondom de reorganisatie voorshands heeft aangepakt, volstaan wij nu met het verzoek ons enkele aanvullende informaties te willen verstrekken middels beantwoording van de onderstaande vragen: 1) Welke functionarissen zullen er na volledige uitvoering van de reorganisatie in de optiek van uw college werkzaam zijn binnen het ambtelijk apparaat? 2) Welke extra personeelskosten zijn er gemoeid met de uitbreiding van het aantal functionarissen en met de (her)inpassing van het huidige personeel, een en ander in vergelijking met de "oude" situatie vóór de reorganisatie? 3) In hoeverre zijn de onder vraag 2 bedoelde extra personeelskosten verwerkt in de ontwerp-begrotingen 1992? Ten aanzien van de uitbreiding van het gemeentehuis lijkt het ook ons mogelijk om in de loop van 1992 tot definitieve besluitvorming te komen. Met name de huisvesting van de afdeling sociale zaken en burgerzaken, beide met hun sterk dienstverlenend karakter aan het publiek, maakt een uitbreiding al langere tijd gewenst en gelijktijdig kunnen dan ook andere min of meer grote knelpunten worden opgelost. Nadat de raad laatstelijk in maart 1989 inhoudelijk over deze materie heeft beraadslaagd zijn er inmiddels weer enige jaren verstreken en in diezelfde periode zijn we als gemeente ook dichter genaderd tot het punt waarop volstrekte duidelijkheid zal zijn over de gevolgen van de herindeling voor onze gemeente en voor haar bestuurlijke en ambtelijk apparaat. Dit aspect zal, naast vele andere, uiteraard niet buiten beschouwing kunnen blijven bij het ontwikkelen van de uitbreidingsplannen voor het gemeentehuis. Ook bij dit onderwerp zal blad: 3 22

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 183