-6-
De heer de Vos merkt op dat het de bedoeling van zijn fractie was om,
alvorens hierover in de raad te praten, dit onderwerp in de commissie
Ruimtelijke Ordening te bespreken. Het is volgens hem een vreemd fenomeen om
schriftelijk te reageren op een voorstel van burgemeester en wethouders
zonder dat men de motieven van de verschillende fracties heeft gehoord ook
naar aanleiding van het laatste advies van de politie.
De voorzitter antwoordt dat het onderwerp betreffende de rabatstroken aan de
Molenstraat verschillende malen onder leiding van oud-wethouder Van Dis, in
de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu aan de orde geweest. Ook onder
leiding van de huidige voorzitter van de commissie Ruimtelijke Ordening en
Milieu is het al meerdere malen aan de orde geweest. In de commissie
is toen afgesproken dat het rapport van de politie opgestuurd zou worden en
men de zaak schriftelijk af zou handelen. Er ligt nu echter geen eenduidige
reactie van de verschillende fracties. Daarom wil het college dit onderwerp
in de raad behandelen. Het zou weinig zin hebben om hierover nogmaals in
commissieverband te spreken. Alle argumenten zijn al diverse malen op een
rij gezet.
De heer de Vos merkt op dat naar zijn mening de commissie Ruimtelijke
Ordening en Milieu in de huidige samenstelling maar één keer over dit
onderwerp heeft gesproken. Toen ontstond er een Babylonische
spraakverwarring. Men begreep niet of het toen over de noord- of de
zuidzijde van de Molenstraat ging. Vandaar dat zijn fractie pleit voor het
inbrengen van die onderwerp in een commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu.
De voorzitter verzoekt aan de overige raadsleden hun mening hierover te
geven. Zij concludeert dat de overige fracties de voorkeur geven aan het
direct in de raad behandelen van dit onderwerp. Het onderwerp zal dan ook in
de raadsvergadering van 21 maart 1991 aan de orde komen.
De heer de Bienefelt merkt op dat er tijdens het vragenhalfuurtje
aansluitend aan de raadsvergadering van vorige maand een vraag gesteld is
betreffende het aantal personen dat tijdens carnaval de Fendertse Hoeve
mocht betreden. Vanuit de raad zijn toen aanbevelingen gedaan om eerst een
paar goede voorbeelden te creëren, bijvoorbeeld een paar rustige weekenden
of een rustige carnaval, zodat de raad geïnspireerd zou worden om zich in
voorkomende gevallen wat soepeler op te stellen. Hij vraagt hoe de
carnavalsdagen verlopen zijn in en om de Fendertse Hoeve.
De voorzitter antwoordt dat men met het aantal bezoekers in voorkomende
gevallen moeilijk soepeler kan omspringen. Het aantal bezoekers is een vaste
voorwaarde in de hinderwetvergunning. Het soepeler omgaan met het
bezoekersaantal betekent een wijziging van de hinderwetvergunning. Het
carnaval is echter behoudens een gebroken ruitje goed verlopen. Zij heeft
de Fijnaartse inwoners tijdens de sluiting van het carnaval bedankt voor het
feit dat er weinig trammelant is geweest. Ze is echter van mening dat de
Fendertse Hoeve altijd een bron van zorg is. Het college blijft tezamen met
de politie alert.
De heer van der Spek merkt op dat op 1 oktober verleden jaar de
structuurschets van Fijnaart en Heijningen behandeld zou worden. Twaalf
oktober 1990 schreef het college de raadsleden dat de uitwerking meer tijd
kostte dan verwacht was en dat de behandeling van de structuurschets zou
worden verschoven naar de tweede helft van november 1990. Het is nu eind
februari 1991, zonder dat de schets aan de orde is geweest. Hij vraagt of
het college de reden van de vertraging wil meedelen, aangeven wanneer de
schets wordt behandeld en uitleggen hoe dat nu met sociale woningbouw zit.
Er stond grote druk achter de behandeling van de structuurschets, omdat
anders de sociale woningbouw in 1991 in het gedrang zou komen.