-11- begrotingsbehandeling dient correct te worden afgewikkeld. Het college handhaaft zijn eerder gedane voorstel om voorlopig af te zien van het meedoen met het NMP+-plan. Zodra er nadere gegevens bekend zijn en er ambtelijk overleg geweest is, zal het college bezien wat de stappen zijn die de gemeente persé nog zou moeten zetten. Mochten er op enig tijdstip gegronde redenen aanwezig zijn om wel mee te doen dan kan de gemeente altijd in de loop van 1992 nog besluiten om in 1993 mee te doen. Ze brengt vervolgens het voorstel van het college in stemming. De heer Van de Merbel wenst voorafgaand aan de stemming een stemverklaring af te leggen. De voorzitter dacht dat de heer Van de Merbel dat zojuist al gedaan had. De heer Van de Merbel antwoordt dat de voorzitter dat niet weet, daar zij niet weet wat hij nu gaat zeggen. Het Reglement van Orde voorziet daarin. De voorzitter interrumpeert de heer Van de Merbel en vraagt op welk artikel hij doelt De heer Van de Merbel antwoordt dat de voorzitter dat rustig nog eens een keer onder de kerstboom kan nalezen. Het punt wat hij wil aanvoeren staat in ieder geval omschreven in het Reglement van Orde. Hij denkt niet dat het nodig is om thans met allerlei artikelen te gaan schermen en neemt aan dat de voorzitter het rustig nog eens na kan kijken. De voorzitter merkt op dat ze -alvorens de heer Van de Merbel verder het woord voert- het artikel in het Reglement van Orde wil nazien. In hoofdstuk 7 staat het stemmen over zaken beschreven. Daarin komt ze niet tegen, datgene wat de heer Van de Merbel aanvoert. In artikel 29 staat: "Ieder lid dat ter vergadering aanwezig is en zich niet ingevolge de gemeentewet van stemming moet onthouden, brengt zijn stem uit met de woorden vóór of tegen zonder enige bijvoeging". De heer Bienefelt merkt op dat wanneer iedereen een stemverklaring aflegt, men natuurlijk ook klaar is. Namens zijn fractie zou hij een stemverklaring willen afleggen. Er hoeft dan wellicht ook niet meer hoofdelijk te worden gestemd. De voorzitter merkt op dat wanneer het de bedoeling met de stemverklaring van de heer Van de Merbel is dat er niet meer hoofdelijk hoeft te worden gestemd, dan kan ze ermee instemmen. Ze vraagt de raadsleden of iemand in het Reglement van Orde het artikel kan vinden waarop de heer Van de Merbel doelt. De heer Bienefelt merkt op dat de voorzitter van de raad de baas is. Als zij hem het woord geeft, dan wil hij namens zijn fractie een stemverklaring afleggen. De voorzitter wenst eerst de PvdA-fractie rustig de tijd te geven om het artikel aan te wijzen. De heer De Vos merkt op dat een en ander staat in artikel 24, lid 6 van het Regelment van Orde. Dit lid luidt als volgt: "Na de sluiting van de beraadslagingen kunnen korte verklaringen worden afgelegd met betrekking tot de uit te brengen stemmen". Hiermee worden de stemverklaringen bedoeld. De voorzitter merkt op dat het er niet als stemverklaring instaat. Het maakt haar trouwens verder niet zo uit. De heer Van de Merbel kan wat haar betreft een korte verklaring afleggen. Andere raadsleden kunnen dit wat haar betreft ook doen. De heer Van de Merbel merkt op dat het altijd prettig is om te weten dat men heel netjes binnen de orde kan reageren. Hij doet dat nu ook graag. De voorzitter zegt dat de heer Van de Merbel dat ook mag, graag zelfs. De heer Van de Merbel vindt het bijzonder fijn dat men het daar met elkaar over eens is. Zijn fractie heeft kennisgenomen van de nadere explicaties van het college. Zijn fractie handhaaft haar opvatting dat het zeer wel mogelijk zou moeten zijn om nog vóór 1 december aanstaande op dit punt een extra bijeenkomst van de raad te beleggen. Onmogelijk kan zijn fractie haar stem geven aan het voorstel van het college om er voorlopig helemaal van af te zien. Hij merkt op dat dat de korte, maar niet minder duidelijke stemverklaring van zijn fractie is De heer Bienefelt legt namens zijn fractie een korte verklaring af. Hij vindt het jammer en ook een beetje goedkoop dat de heer Van de Merbel ineens in een schorsing zich herinnert dat er een filosofie bij zijn partij is omtrent het

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 159