brief en de zinsnede die ze zojuist heeft verwoord, denkt het college dat het terecht voorstelt aan de raad om in dit stadium de brief voor kennisgeving aan te nemen. De heer Bienefelt twijfelt in deze niet aan de zienswijze van het college. Hij denkt wel dat het verstandig is om de eigen juridische medewerkers te laten bekijken of de zaak goed in elkaar zit. De voorzitter antwoordt dat zodra de informatie binnen is bij de gemeente, waarover in de door haar voorgelezen passage wordt gesproken, de betreffende ambtenaar ter secretarie de zaak zal bezien. De heer De Vos gaat in op punt 12, een brief van de Huisartsengroep Noordwesthoek aangaande een reactie op krantenberichten inzake de stationering van een 8e ambulance en het verzoek om actief te mogen deelnemen aan besprekingen. Zijn fractie heeft er op zich geen bezwaar tegen om de brief voorlopig voor kennisgeving aan te nemen. Het laatste gedeelte van het voorstel van het college met betrekking tot deze brief acht zijn fractie zeer belangrijk. Het besluit binnen het Streekgewest inzake de stationering van de 8e ambulance dient te worden afgewacht. De gemeente zal een en ander niet alleen moeten afwachten, maar moet in de gaten houden wat er binnen het Streekgewest zich afspeelt inzake deze kwestie. In de laatstgehouden vergadering van de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn is door zijn fractiegenoot de mededeling gedaan dat hij opnieuw contact had gehad met de persoon die tijdens de commissievergadering van september 1991 uitleg heeft gegeven over wat precies de bedoeling was aangaande de stationering van een 8e ambulance. Zijn fractiegenoot heeft bij dat contact aanvullende vragen voorgelegd. Het is zijn fractie gebleken dat er nogal wat verschil zit tussen de uitleg die de raad nu heeft en de uitleg die men kreeg op 9 september jongstleden. Het schijnt toch niet zo te zijn dat direct een ambulance richting de Noordwesthoek wordt gestuurd op het moment van het opkomen van de dienst. Eerst dienen er een aantal verzameld en beschikbaar te zijn. De vraag is of dat overdag lukt, omdat er wel meer ritten zijn dan alleen urgente ritten. Hij denkt dat er een mooie taak voor de voorzitter en hem is weggelegd, als vertegenwoordigers in de Gewestraad, om deze zaak tijdens de Gewestraadsvergadering aan de orde te brengen. Zijn fractie is er niet gerust op. De voorzitter wijst er op dat het college voorstelt om de brief voorlopig voor kennisgeving aan te nemen. Er dienen eerst nadere berichten over deze zaak afgewacht te worden. Zou blijken dat de nadere berichten niet stroken met datgene wat in de commissievergadering is gezegd over deze zaak, dan denkt ze dat de gemeente het Streekgewest in casu de G.G.D. hierover kunnen aanspreken. De gemeente zal dat zeker doen in die situatie, hetzij via inbreng in de' Gewestraadsvergadering of via een brief van het college richting de G.G.D. De heer Evers had ook het woord gevraagd met betrekking tot punt 12, maar deelt mede dat zijn vraag inmiddels is beantwoord. Mevrouw Oostdijck gaat in op punt 13, een brief van C. Knook, mede namens buurtbewoners, aangaande een verzoek tot totale vervanging speeltoestellen speelterrein Nieuwe Dorpsweg - Sprookjeshof - Dauwdruppelhof. Haar fractie is het eens met het voorstel. In Fijnaart zijn nog meer speelterreinen en haar fractie wenst te vernemen hoe de staat van de speeltoestellen op die terreinen is. Ze vraagt of de speeltoestellen regelmatig worden geïnspecteerd, of ze aan vervanging toe zijn, of dat de toestellen nog in orde zijn. De voorzitter antwoordt dat één keer per jaar de toestellen van alle speelterreinen geïnspecteerd worden. Wethouder De Jong merkt op dat de speelterreinen driemaandelijks gecontroleerd en bijgehouden worden door het Werkvoorzieningsschap. De gemeente heeft het speelterrein Nieuwe Dorpsweg - Sprookjeshof - Dauwdruppelhof bekeken en het college stelt voor om de wiebelbank op het speelterreintje aan de Nieuwe Dorpsweg in overleg met de buurtbewoners te vervangen door een ander toestel en

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 152