-19- wordt dit voor de raad ter inzage gelegd. Het college dient de zaak te agenderen voor de vergadering van de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden in oktober aanstaande. Op dat moment dient er finale discussie met elkaar gevoerd te worden. De materie dient ingebracht te worden in de raadsvergadering van oktober aanstaande. Voor 1 november dient dan de reactie ingestuurd te worden naar het StreekgewestDe gemeente is een van de weinige gemeenten geweest die stukken reeds op voorhand hebben toegestuurd naar de raadsleden. Er is een aantal gemeenten dat eerst de discussie bij de Wouwse Tol heeft afgewacht. De heer Van der Spek heeft nog alle ruimte om met de fractie te overleggen. De gemeenteraad heeft in zijn totaliteit nog alle ruimte om te reageren. In de raadsvergadering van 24 oktober aanstaande zal de raad een voorstel worden voorgelegd, nadat zaken besproken zijn in een daaraan vooraf nog te beleggen commissievergadering Bestuurlijke Aangelegenheden. Wethouder Nijhoff zegt dat in een vergadering van de commissie Financien de kadernota van het Streekgewest aan de orde is geweest. Hij benadrukt dat bij het overleg tussen de colleges van burgemeester en wethouders binnen het Streekgewest geen enkel definitief besluit is genomen. In het Streekgewest komt het voor dat er portef euillehouderoverleg plaatsvindt en hij denkt dat het overleg in de Wouwse Tol in dit kader moet worden bezien. De heer Bienefelt heeft een aanbeveling voor de heer Van der Spek. Hij denkt dat de heer Van der Spek op momenten van onbegrip eerst even na moet denken. Hij zou eventueel eerst kunnen bellen naar een wethouder of de burgemeester, voordat hij dat soort woorden gebruikt zoals bij zijn zojuist gehouden betoog. Hij denkt dat de heer Van der Spek zich op deze manier eigenlijk belachelijk maakt. Hij acht dat overbodig en ook vervelend. Hij hoopt dat dat in volgende gevallen voorkomen kan worden. De heer Van der Spek vindt dat hij geen antwoord op zijn vraag heeft gekregen. Wanneer het college op 17 juli 1991 een brief binnenkrijgt van het Streekgewest en vervolgens gewacht wordt tot 11 september 1991 vooraleer de fractievoorzitters een kopie toegestuurd krijgen van de brief en de genoemde personen vervolgens maar 3 werkdagen geeft om daarop te reageren, dan acht hij dat geen juiste handelwijze. Dat is het punt en daarom gaat het. De vraag van zijn kant is waarom de voorzitter de brief al niet veel eerder naar de fractievoorzitters heeft gestuurd. De brief was al lang in bezit van het college. De fracties hadden zich bij eerdere toezending al veel eerder op de zaak kunnen voorbereiden. Hij kent gemeenten in de omgeving waar het stuk zelfs al in de gemeenteraad is behandeld, onder anderen de gemeente Willemstad. De voorzitter antwoordt dat wanneer dit zo is de gemeente Willemstad het stuk nog een keer in de gemeenteraad zal moeten behandelen. Het college achtte het zinvol om eerst te kijken wat de takendiscussie opleverde binnen de colleges van burgemeester en wethouders. Bezien moest worden welke bezuinigingen er wellicht nog te behalen waren en welke taken nog ter discussie stonden. Ze vindt het jammer dat de heer Van der Spek haar woorden niet als antwoord ziet op de door hem gestelde vraag. Ze kan daar verder niets aan doen. Ze heeft toegezegd dat in elk geval voor 1 november 1991 besluitvorming zal worden gepleegd binnen de gemeenteraad. Het bericht aan het Streekgewest zal voor 1 november aanstaande worden toegestuurd. Ze vindt het prima wanneer de heer Van der Spek de zaak brengt zoals hij nu heeft gedaan. Ze merkt daarbij op -ter informatie voor de overige raadsleden- dat de heer Van der Spek over de zaak gebeld heeft met de secretaris. De heer Hubregtse heeft een antwoord gegeven op de vraag van de heer Van der Spek. Het antwoord zal ze niet herhalen, maar ze wil hiermee wel de discussie sluiten. De heer Van de Merbel zegt dat hij namens zijn fractie gereageerd heeft op het schrijven van 11 september jongstleden. Hij heeft daarbij ook niet verheeld dat hij niet stond te juichen voor de manier waarop de fracties in de gelegenheid werden gesteld. Zijn vraag is wanneer de zaak straks in de raad en daarvoor in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden komt, om de inhoudelijke reacties van de diverse fracties bij te voegen. Hij is benieuwd wat andere fracties inhoudelijk hebben aangeleverd.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 134