-18-
verwezenlijken in plaats van in Heijningen. In Heijningen raakt men dan
tenminste de grond kwijt en kan de bouwstraat een extra straat worden.
De voorzitter antwoordt dat het college reeds overleg heeft gehad met de
aannemer over de zaak. Dit is ongeveer 2 weken geleden. Besloten is dat de
plaatselijke aannemer binnen enkele weken laat weten wat er definitief gaat
gebeuren. Momenteel is de gemeente bezig met het bouwrijpmaken van Oost III. De
plannen van de Woningbouwvereniging liggen in Den Bosch in verband met de
artikel 19 procedure. Ze denkt dat een en ander betekent dat het college ook een
artikel 19 procedure zal moeten opstarten voor de plannen van het overhevelen
van het contingent van Heijningen naar Fijnaart. Dit zal in overleg met de
aannemer geschieden. Binnen niet al te lange termijn zal de zaak worden
afgerond.
De heer Bos denkt dat het voor de plaatselijke aannemer gunstig is om het plan
tegelijkertijd met het plan van Brabants Westhoek te realiseren.
Wethouder Nijhoff antwoordt op de eerstgestelde vraag van de heer Bos dat de
gemeente de gewijzigde datum van de raadsvergadering vergeten is door te geven
aan de SLOFH. Vooraf is door iemand van de SLOFH aan hem gevraagd of de
raadsvergadering van 19 september 1991 doorging. Hij heeft geantwoord dat de
raadsvergadering in plaats van 19 september een week later op 26 september zou
plaatsvinden. Hij denkt dat de SLOFH dit vervolgens via de radio heeft
meegedeeld en hij gelooft niet dat de mensen de hele avond aan de knoppen van de
radio hebben moeten draaien om naar de SLOFH te zoeken.
De voorzitter zegt in aanvulling op hetgeen wethouder Nijhoff heeft gezegd, dat
het college in het vervolg secuur bezig zal zijn met betrekking tot mededelingen
inzake wijziging van data van vergaderingen.
De heer Van der Spek merkt op dat hij het college op 11 september 1991 een brief
heeft geschreven inzake de postbehandeling van de takendiscussie van het
Streekgewest Westelijk Noord-Brabant. Aan het eind van de brief heeft hij
gevraagd om hierover in de eerste openbare raadsvergadering verantwoording af
te leggen. Hij vraagt wanneer de voorzitter van plan is om dat te doen.
De voorzitter leest de brief van de heer Van der Spek voor:
"Vanmiddag ontving ik Uw brief van 11 september 1991 zonder kenmerk met als
onderwerp takendiscussie Streekgewest. U vraagt de fractievoorzitters binnen
vijf dagen hun visie op het onderwerp, terwijl de betreffende brief van het
Streekgewest reeds sinds 17 juli 1991, dat wil zeggen twee maanden, in Uw bezit
is. Bovendien betreft het een zaak die door de raad behandeld had moeten worden.
Die mogelijkheid had U op 5 september jongstleden. Daarvan maakte U geen
gebruik. Het onderwerp behoeft degelijke voorbereiding, discussie en overleg.
Met slechts twee tot drie werkdagen beschikbaar is dat onmogelijk. Ik verzoek U
maatregelen te nemen zodanig dat een en ander in goede banen wordt geleid. Ter
12sluiting. Uw werkwijze zoals hierboven omschreven vind ik schandalig. Ik eis
van U dat U hierover verantwoording aflegt tijdens de eerstvolgende openbare
raadsvergadering"
Ze wil dat graag doen. In het stuk van de takendiscussie staat dat de zaak
binnen de gemeenteraden aan de orde moet zijn geweest voor 1 november 1991. Ze
wijst er voor de duidelijkheid op dat op 29 mei een brief, gedateerd 24 mei
1991, aan het Streekgewest is verzonden, naar aanleiding van een discussie in de
gemeenteraad. In de commissie Financien is over deze zaak met de leden
gesproken. De brief van 11 september 1991 kwam echt niet als een donderslag bij
heldere hemel. Bij de raadsvergadering van mei 1991 heeft het college een brief
van het Streekgewest ter inzage gelegd voor de raad. Voorgesteld is toen het
Streekgewest te berichten conform de in de raadsportfeuille ter inzage gelegde
ontwerp antwoordbrief. De zaak is dus in mei van dit jaar al een keer ter
discussie geweest. Het college heeft de fractievoorzitters de lijstjes met de
opmerkingen meegestuurd, opdat de fractievoorzitters -zij het weliswaar binnen
een korte termijn- hun eerste aanzetten kunnen geven. De colleges van
burgemeester en wethouders hebben in de Wouwse Tol geconfereerd met elkaar.
Wethouder Nijhoff en zijzelf zijn daar samen naar toe geweest. Bij dit overleg
is gesproken over items, neergelegd in het lijstje. Zodra het verslag er is,