-11-
De heer Van de Merbel merkt op dat hij inderdaad gesproken heeft over een
tweetal andere gegadigden, dus in totaal drie gegadigden.
De voorzitter merkt op dat het college begrip kan hebben voor de opmerkingen van
de heer Van de Merbel. Regeren is vooruitzien, maar regeren is ook een keer een
beslissing nemen. Het gemakkelijkste is om de zaak weer naar de toekomst te
schuiven. Dit is de afgelopen 20 jaar steeds gebeurd. Het college is van mening
dat vanavond de keuze bij de raad gelegd moet worden. Het college komt met dit
voorstel en vindt dat het geen zin heeft steeds maar weer over de zaak te
praten. Ze merkt op dat de Fendertse Hoeve een levenscyclus heeft die wat langer
is dan disotheken in andere plaatsen. Het college persisteert bij hetgeen
wethouder De Jong en zijzelf namens het college naar voren hebben gebracht.
Niemand kan in de toekomst kijken. Het college vindt de oplossing ter plekke op
de manier zoals het college thans voorstelt, de beste oplossing. Door de heer
Bienefelt is gewezen op overlast voor bewoners van nabij gelegen woningen en op
het feit dat er al voorbeelden in de kom op een rijtje te zetten zijn waar dit
speelt. De heer Bienefelt heeft aangegeven dat het grootste gedeelte van zijn
fractie niet kan instemmen met het voorstel en dat hij namens die groep mensen
niet met een alternatief kan komen. Naar zijn mening hoeft dat ook niet. Ze
merkt op dat het college samen met de raad al 20 jaar zoekt naar een oplossing
van het perceel. Gezegd wordt door de heer Bienefelt dat de kans groot is dat
met bestemming van het perceel zoals thans wordt voorgesteld in de toekomst een
reeel probleem wordt toegevoegd aan reeds bestaande problemen elders in de kom.
Het college is het daarmee niet eens en verwijst naar het punt hoe het perceel
is gesitueerd, het kettingbeding en naar het punt hoe een en ander
privaatrechtelijk wordt vastgelegd. Het college is van oordeel dat het voorstel
een redelijke oplossing is voor het de bestemming van het perceel waarmee
eenieder zou kunnen leven. Ze stelt voor om tot stemming over te gaan.
De raad besluit met 8 stemmen voor en 4 stemmen tegen overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
Voor stemmen mevrouw Oostdijck en de heren Bos, Evers, Van der Werf, Breure, Van
der Spek, De Jong en Nijhoff.
Tegen stemmen de heren Bienefelt, Haverkamp, Laros en Van de Merbel.
19Voorstel tot voorlopige vaststelling van de gemeenterekening 1990. Volgnr.
91-VIII-96
De heer Haverkamp zegt dat het zijn fractie verheugt dat ze kan constateren dat
thans een besluit genomen kan worden over de cijfers van het jaar 1990. In het
verleden heeft de raad wat langer moeten wachten met de voorlopige vaststelling
van de cijfers over een bepaald jaar. Het doet zijn fractie genoegen dat dit
jaarverslag met dit resultaat kan worden afgesloten. Namens zijn fractie wenst
hij een woord van dank te richten aan de ambtenaren die hun best gedaan hebben
om de cijfers zo vlot aan de raad te kunnen presenteren.
De heer Van de Merbel merkt op dat de raad gevraagd wordt om de rekeningen over
1990 voorlopig vast te stellen. Op 9 september zijn de rekeningen behandeld in
de commissie Financien. In deze commissievergadering zijn wat vragen gesteld
over enkele onderdelen. Niet alle vragen konden op dat moment worden beantwoord.
Hij heeft moeten vaststellen, ondanks nadrukkelijk verzoek vanuit de commissie
om het verslag tijdig toe te zenden, dat het verslag helaas nog niet is
toegestuurd. In wezen is er nog geen antwoord ontvangen op de nog openstaande
vragen. Hij heeft dit als een vervelende omissie ervaren. In genoemde commissie
is juist een pleidooi gehouden voor het tijdig verstrekken van de verslagen. Hij
heeft gezien dat een verslag van de vergadering van de commissie Onderwijs,
Cultuur, Sport en Welzijn, gehouden op dezelfde dag als de vergadering van de
commissie Financien, wel binnen redelijke termijn toegezonden is aan de
raadsleden. Hij vraagt waarom het verslag van de commissie Financien nog niet is
toegestuurd en wanneer het college antwoord denkt te geven op de nog openstaande
vragen.