-3-
De overige fracties hebben ook geen problemen met het voorstel van de heer Van
de Merbel.
De voorzitter merkt op dat het college de zaak zal bestuderen. Gekeken zal
worden of er momenteel ruimte is binnen het ambtelijk apparaat om datgene te
doen wat de heer Van de Merbel heeft voorgesteld. Is die ruimte er op korte
termijn niet, dan zal bekeken worden wanneer er tijd is om de zaak ter hand te
nemen
De heer Van de Merbel gaat in op punt IA, de ontwerp-begroting 1992 van het
Streekarchief Nassau-BrabantZijn fractie heeft geconstateerd dat de bijdrage
van de gemeente over 1992 ten opzichte 1991 met ongeveer 7% omhooggaat. In de
stukken heeft hij gelezen dat de raad tot 15 september 1991 eventuele bezwaren
en opmerkingen bij het Algemeen Bestuur kenbaar kan maken. Deze datum is
inmiddels verstreken. Hij vraagt of de gestelde termijn een statutair
vastgestelde termijn is en of de brief vooraf niet voorgelegd had kunnen worden
aan de commissie Financien. Hij vraagt of het college bereid is om alsnog een
brief te zenden, waarin bij het Streekarchief wordt aangedrongen op een matiging
van de kosten. Dit leidt automatisch tot een matiging van de gemeentelijke
bijdrage. Hij beseft dat hier sprake is van betrekkelijkheden. De ontwerp
begroting 1992 leidt tot een extra verhoging van de gemeentelijke bijdrage met
f. 2.000,--. Dit bedrag wordt in de gemeentebegroting opgenomen. Feit is wel dat
dit bedrag er weer bij komt. Hij denkt dat het goed is wanneer de gemeente niet
alleen naar andere instanties kijkt, zoals het Streekgewesthetgeen financieel
gezien uiteraard veel omvangrijker is. Hij vindt dat ook instellingen, zoals het
Streekarchief, kritisch gevolgd moeten blijven worden in hun uitgavenpatroon.
Verzending van een brief aan het Streekarchief waarbij wordt aangedrongen op
matiging van de kosten, een en ander verwoord in algemene termen, acht hij een
goede zaak.
De voorzitter gaat in op de vraag of de datum waarvoor gereageerd dient te
worden statutair is vastgelegd. Bijna elk orgaan geeft in de brief aan binnen
welke tijd gereageerd moet worden op zaken die er liggen. De gemeente houdt
thans een raadsvergadering en dit is na de gestelde datum in de brief van het
Streekarchief. Het college neemt de opmerkingen van de heer Van de Merbel te
harte en zal bekijken of het iets in de richting van het Streekarchief zou
kunnen doen. Ze wijst de raad er op dat het Streekarchief meer ruimtebeslag
nodig heeft en dat er nogal wat zaken gaande zijn op het gebied van de
automatisering. Ten aanzien van de personeelskosten is de gemeente verplicht om
de normale stijging elk jaar opnieuw mee te nemen. Dit punt zal ook bij de
behandeling van de financiële stukken van het Streekgewest aan de orde komen.
Ook al doet de gemeente nul-optie, het is verplicht om de loonstijgingen mee te
nemen. Het college zal middels debrief in algemene bewoordingen bij het
Streekarchief aankaarten dat stijgingen van begrotingen niet welkom zijn, gezien
het feit dat de gemeenten gekort worden. Vermeld kan worden dat in de begroting
alleen stijgingen van salarissen verdisconteerd kunnen zijn, waartoe men
wettelijk verplicht is. In de brief zal aangedrongen worden op matiging van de
kosten.
De heer Evers gaat in op punt 23, een brief van 20 vrachtwagenchauffeurs in de
gemeente Fijnaart en Heijningen inzake parkeerprobleem voor vrachtwagens,
alsmede het antwoord daarop van burgemeester en wethouders d.d. 1-8-1991. Hij
vraagt het college hoe ver het staat met het politie-onderzoekdat tijdens de
vergadering is toegezegd.
De heer Van de Merbel heeft geconstateerd dat een kopie van de brief van het
college aan de vrachtwagenchauffeurs d.d. 1-8-1991 is verzonden aan de collega
raadsleden Van der Spek en Evers. Hij denkt dat alle raadsleden betrokken zijn
bij de materie. Om deze reden hadden alle raadsleden een kopie van de brief
moeten krijgen. Hij vraagt waarom dat niet gebeurd is.
De voorzitter antwoordt op de vraag van de heer van de Merbel dat het geen
officiële raadsvraag betrof van de heer Evers. De heer Evers heeft een brief
gestuurd aan de portefeuillehouder. De brief van de heer Van der Spek was
gericht aan het college en is ook niet bedoeld als raadsvraag. Het is niet