-17- op neer dat de eerste loco-secretaris niet in de gemeente woont, dan vraagt zijn fractie of het college overleg heeft gehad met de eerste loco secretaris, met als doel de eventuele bezwaren van het elders wonen op te heffen. De voorzitter wenst bij de beantwoording van de vraag van de heer Bos terug te grijpen naar het vorige agendapunt. De heer Van der Spek heeft bij de behandeling van het vorige agendapunt gevraagd of de vacatures nu reeds opengesteld moesten worden. Het college denkt dat de vacatures gewoon opengesteld moesten worden, omdat het ambtelijk apparaat onderbezet is. Dit geeft vervelende toestanden en dat ziet het college niet zo zitten. Een en ander is een praktisch punt bij de bezetting van de vacatures. De heer Bos heeft meegedeeld geen bezwaar te hebben met het voorliggende voorstel, mits andere taken daaronder niet te lijden krijgen. In het college zijn zaken in deze heel nadrukkelijk doorgesproken. Het college verwacht niet dat de andere taken van de te benoemen loco-secretaris te lijden hebben bij de uitvoering van het loco-secretarisschap. Het moet niet zo uitgelegd worden dat de betreffende persoon beide werkvelden in haar totaliteit kan uitvoeren. Die constatering moet men met elkaar ook durven te maken. Het zal best wel eens zo zijn dat bepaalde werkzaamheden blijven liggen. Werkzaamheden zullen naar een ander doorgeschoven moeten worden. Het college vindt dat men met elkaar de kar dient te trekken. Het college kent de heer Hubregtse als een man waarop altijd een beroep kan worden gedaan, ook op zaterdag en zondag. Voor overwerk -en overwerken doet hij al- zal hij echt niet wegduiken. Er zullen zaken blijven liggen, hetgeen te begrijpen is. Er zullen derhalve prioriteiten gesteld moeten worden. En alle werkzaamheden uitvoeren als sectorhoofd grondgebied en daarbij alle werkzaamheden uitvoeren als loco secretaris kan gewoon niet. De heer Hubregste heeft het al druk genoeg. Het college wil dit voor de duidelijkheid tegen de raad zeggen. Ze vindt dat van achter de collegetafel een juist beeld geschetst moet worden van de zwaarte van de functie van de heer Hubregtse als hoofd van de sector grondgebied. Het college wenst een loco-secretaris, die woonachtig is in de gemeente Fijnaart en Heijningen. Het college acht dit erg belangrijk. Bij een aantal vacatures heeft het college ook gezegd, en dan met name met betrekking tot het hoofd burgerzaken en het sectorhoofd grondgebied, dat het erg belangrijk is dat die mensen in de werkgemeente wonen. Dit in verband met de bereikbaarheid en de plaatselijke bekendheid. Grote plaatselijke bekendheid acht het college zeer belangrijk, zeker wanneer de functie een scharnierpunt betreft tussen bestuur en ambtenaar. Het voltallige college heeft gesproken metde interim-secretaris. Het college heeft ook reeds een keer zijn voelhorens uitgestoken in de richting van de heer Van Agtmaal. De heer Van der Spek had ook kunnen vragen waarom de heer Van Agtmaal geen interim secretaris wordt van de gemeente. De reden waarom niet voorgesteld wordt om de heer Van Agtmaal te benoemen is, dat genoemde persoon heeft aangegeven dat hij het te druk heeft in het kader van de begroting. De heer Van Agtmaal kan derhalve duidelijk accoord gaan met het voordragen van de heer Hubregtse als loco-secretaris Het college heeft verder ook overleg gehad met de eerste loco-secretaris. De betreffendepersoon heeft daar niet zoveel op gezegd. Dit wenst ze thans in alle eerlijkheid te zeggen. De eerste loco-secretaris heeft ook niet gezegd zich niet te kunnen vinden in hetgeen nu wordt voorgesteld. Ze herhaalt dat het college hecht aan een persoon die binnen het dorp woont. Wethouder Nijhoff onderstreept dat er een gesprek is geweest met de eerste loco-secretaris. Er is gesproken over de continuiteit van het secretarisschap, waarbij de secretaris binnen de grenzen van de gemeente woont. Zou men iemand op deze termijn moeten laten verhuizen, dan denkt hij dat dat praktisch onmogelijk is.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 114