-13- en daarna pas de secretaris komt. Integendeel, aan de secretarisvacature wordt nu al gewerkt. Alleen is het intern en ik denk dat het ook helemaal conform de afspraken is met de raad. Wat de wethouder zegt over de motie: Ik denk wat daar staat gewoon al eerder verwoord is in de reactie van het college. We zullen dat uitvoeren zoals het er staat. Daarmee is de kous af. U zult zo spoedig mogelijk van ons horen wat daar besproken is. Meer heb ik er niet aan toe te voegen mevrouw de voorzitter" De voorzitter geeft de raadsleden de gelegenheid te spreken in tweede termijn. De heer Bienefelt deelt het volgende mede: "Mevrouw de voorzitter, een korte afrondende opmerking. Wij willen toch duidelijk even neerleggen dat we afstand nemen van hetgeen door de heer Van der Spek is gezegd. Het is denk ik niet relevant en ook niet erg van toepassing en ook niet kies om inhoudelijk op de aangevoerde medewerkers, c.q. ex-medewerkers in te gaan. Ik denk dat dat de zaak ook niet verder dient. Het stukje discussie dat in het begin gevoerd is, is wel relevant, namelijk dat er voortvarend wordt gewerkt aan hetgeen er toegezegd is. Dit betreft een stukje overleg met de afvaardigingen van het personeel. Daarbij moet even aangetipt worden dat dat niet alleen de afdeling is van de vaak genoemde de heer De Vlieger, maar ook de ABVA/KABO en voor mijn part een andere afvaardiging. Het gaat me dus duidelijk om het feit dat het overleg en de intentie die daarvoor is neergelegd wordt uitgevoerd. Ik denk daarbij dat het redelijk is om in de raadsvergadering van september aanstaande, of aansluitend aan deze vergadering, te vernemen hoe dat zich verhoudt,hoe dat overleg afgelopen is en of er enige bemoedigende zaken zijn waar te nemen. De inhoud van de motie is feitelijk helemaal door het college ingevuld. Ik denk daarom dat de motie overbodig is. Wij zijn daarom ook tegen, maar ik kan me voorstellen dat de heer Van der Spek zegt: "Dit alles horende is de motie niet erg relevant om de zaken te beinvloeden"De heer Van der Spek kan de motie dan gewoon weer in zijn binnenzak stoppen. Tenslotte, mevrouw de voorzitter, we hebben vandaag kunnen waarnemen dat de buitentemperatuur aan het zakken is. Ik spreek de verwachting uit dat de enigszins verhitte gemoederen daarvan profiteren. Ik dank U wel". De heer Van der Spek zegt het volgende: "Voorzitter, ik heb goede nota genomen van Uw verdediging. Ik heb daar slechts een drietal opmerkingen over. In mijn verhaal in eerste termijn heb ik geen ambtenaren aangevallen, integendeel. In de eerste termijn heb ik onze vroegere secretaris niet aangevallen, integendeel. Ik stel er prijs op om hier te verklaren dat de vorige secretaris onder, hoe moeilijk die omstandigheden ook waren, er blijk van heeft gegeven een grote mate van loyaliteit te hebben. Een zulke mate van loyaliteit, dat velen daaraan een voorbeeld zouden kunnen nemen. Als U stelt dat bepaalde personen hier niet aanwezig zijn om zich te kunnen verdedigen, dan hoop ik dat ik op deze manier duidelijk gemaakt heb dat er helemaal geen reden is voor deze mensen om zich te verdedigen. Als U zegt dat U -en ik zeg dat nu met eigen woorden- beide schouders onder de reorganisatie zal zetten, dan zeg ik dat wij niet anders hadden verwacht. U hebt dat al in eerdere bijeenkomsten gezegd. Wat wethouder Nijhoff betreft. Hij spreekt over de vijf vacatures die opengesteld zijn. Jawel, dat is allemaal juist, maar dat wil niet zeggen dat de nieuwe secreatis geen rol zou moeten spelen bij de benoeming van dat nieuwe personeel. Per slot van rekening is de nieuwe secretaris straks hun baas. Wethouder De Jong geeft daarop een iets andere visie, die mij meer aanspreekt. Ik lees tussen de regels door bij de heer De Jong dat het inderdaad de bedoeling is dat deze nieuwe secretaris een rol zal spelen bij de aanstelling van dat nieuwe personeel. Van de opmerkingen van de heer Bienefelt heb ik goede nota genomen. Overigens blijven wij bij ons standpunt dat de motie in stemming wordt gebracht. Ik dank U zeer". De heer Van de Merbel zegt het volgende:

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1991 | | pagina 110