-12-
met solliciteren. Die man zocht iets anders. Nou, mag het alstublieft. Ik
vind het niet terecht en ik spreek een beetje in de richting van de fractie
van de WD, dat U als rechtgeaarde democraat niet ingegaan bent op de
verklaring van het college van burgemeester en wethouders. Dacht U dat het
voor ons college plezierig was om voor de tweede keer in anderhalf jaar tijd
bij de politie te staan om aangifte te doen. We zijn het fraudegeval van
vorig jaar nog niet vergeten denk ik. Toen is er ook een druk op de
organisatie gelegd. Mensen, laten we wijs wezen. Laten we er een keer het
zwijgen toe doen en laten we niet verder gaan met nog meer reputaties en
zaken te beschuldigen. We zwichten er niet voor om er verweer tegen te
leveren. Ik had aanvankelijk niet de bedoeling om te reageren. Maar wil je
reageren, dan zeg ik als portefeuillehouder: Ik wens met niemand in de raad
op deze manier te discussieren. Om een hoofd sociale zaken, dit al meer dan
een jaar weg is, nu te noemen is onjuist. We zouden er van alles over kunnen
zeggen, maar niet in deze openbaarheid. Als er straks zo omgegaan moet worden
met de resultaten van het gesprek met de bonden, welnu dan weet ik het wel.
Dan mag een ander deze raad voorzitten, want dan ga ik eens een weekendje
naar Parijs. Daarbij wil ik het laten en dan geef ik nu het woord aan een
van de heren wethouders".
De heer Nijhoff zegt het volgende:
"Dank U wel mevrouw de voorzitter. Ik denk dat op dit moment toch het meeste
is gezegd wat ik misschien had willen zeggen. De geschiedenis is opgenoemd.
De heer Van der Spek is daarmee begonnen. Ik vind het van een zeer laag
niveau getuigen dat er aspecten worden aangevoerd, die er in Fijnaart in elk
geval niets mee te maken hebben. Haps wordt genoemd, maar ik denk dat we dan
zo ver in de geschiedenis teruggaan, een geschiedenis waarmee wij geen van
allen -zoals we hier zitten- enige relatie hebben. De voorzitter, en dat heb
ik al gezegd, heeft zich uitstekend verdedigd. Ik wil daarop niet meer
ingaan. Er zijn nog enkele zakelijke aspecten. De heer Van der Spek heeft het
punt genoemd van de vacatures die opengesteld zijn. Ik wil hem er op wijzen
dat we dat in de raadsvergadering van juli jongstleden hebben vastgesteld. De
vacatures zouden opengesteld worden. Als hij nu op dit moment zegt dat er
eerst een secretaris moet komen en dat nu ineens blijkt dat de andere
vacatures ongeveer al afgerond zijn, dan vind ik dat ik hem erop kan wijzen
dat hij zelf bij deze vergadering heeft gezeten. Ook in de vergadering van de
commissie Bestuurlijke Aangelegenheden is erover gesproken. Er is alleen
gezegd dat men met voortvarendheid een gemeentesecretaris moet gaan werven,
met de nodige ondersteuning van Twijnstra Gudde N.V. Dit is ook gebeurd en
daarmee zijn we ook druk bezig. Ik denk dat het in het openbaar brengen van
een gedeelte van het rapport een rem heeft gezet op die ontwikkelingen. Het
heeft een zeer negatieve reactie opgeroepen in den lande en dat zal het ook
hebben in de werving van een gemeentesecretaris waarschijnlijk. Dat is een
reden waarover we toch even goed moeten nadenken. Verder wil ik toch nog
benadrukken dat de discussie over het hele rapport en alles wat er omheen
hangt thuishoort in het gemeentehuis. Ik denk dat dat de democratie eist.
Vooral niet in de krant. Verder vinden wij dat de motie, zoals deze voorligt,
overbodig is. De reden waarom, in eerste instantie reeds door de voorzitter
gezegd, is dat we de strekking van de motie als zodanig willen uitvoeren. Een
motie heeft naar onze mening een dwingend karakter en dat is in dit geval
helemaal niet nodig. We zullen U rapporteren in de raad van september. Dat is
al toegezegd. Daarom zeggen wij dat die motie overbodig is. Ik wil het in
eerste instantie hierbij laten mevrouw de voorzitter".
Wethouder De Jong zegt het volgende:
"Ik heb een hele kleine aanvulling op wat mijn collega-wethouder Nijhoff
zegt. Ik hoef niet in herhalingen te treden denk ik. Ik denk dat de zaken
zoals ze gezegd zijn, volledig en duidelijk zijn. Wat betreft de vacature van
de secretaris is het zo dat, gehoord hebbende de reactie van de raad, wij
als college daarover contact hebben met Twijnstra Gudde N.V. Wij zijn daarmee
zeer intensief bezig. Het is niet zo dat eerst vijf vacatures worden opgevuld