-9-
de beschikking hebben over het resultaat van het overleg wat Uw college toch
hoop ik te eniger tijd zal hebben met de bonden. Op dat punt begrijp ik dat
een aanvankelijk gedachte datum van 10 september nu wellicht niet haalbaar
zal zijn. Alhoewel wanneer men snel reageert op Uw brief dan is dat misschien
nog wel mogelijk. Maar goed, ik zou U toch willen meegeven om deze zaak
dermate zien te leiden dat dat gesprek alsnog op de kortste termijn kan
plaatsvinden. Nogmaals, ik denk dat het wel van belang is dat deze zaak op
wat korte termijn in zijn totaliteit tot een afronding zou kunnen komen. Ik
kan me indenken dat met name de medewerkers van onze gemeente vanavond
wellicht ook van deze raad en individuele fracties, min of meer ferme
uitspraken zouden verwachten. Ik denk dat het van zorgvuldigheid getuigt
wanneer we dus als raad ook nu zeggen: Laten we het overleg tussen de
ambtenarenbonden en het college de ruimte geven die dat verdient en dat niet
te zeer nu te belasten met uitspraken van de kant van de raad. Met het
gegeven van de uitkomsten van het overleg met de ambtenarenbonden kan
vervolgens een nadere afweging worden gemaakt. De eerstvolgende
raadsvergadering moet volgens mij haalbaar zijn. Lukt dat niet dan is onze
fractie graag bereid om daar een aparte raadsvergadering voor bij te wonen,
omdat de zaak op zichzelf zo belangrijk is dat we daarvoor het middel van een
extra raadsvergadering niet uit de weg moeten gaan. Nogmaals ik zou graag de
tekst van de motie toch nog even willen zien. In beginsel kan onze fractie
zich daar wel in vinden. Als zodanig kunnen we daarover straks misschien
stemmen. Dank U wel".
De heer Evers zegt het volgende:
"Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van de vele min of meer opgeblazen
persberichten wil ik graag het volgende kwijt. U hoort goed: Wil ik graag
kwijt. Verstandig dat U een openbare raadsvergadering hebt belegd, waardoor
er geen misverstanden kunnen ontstaan aan Uw openheid van zaken in deze. Een
niet alleen pijnlijke, maar ook minder fraaie kwestie van onze gemeente, net
nu de herindeling voor de deur staat. Het zal voor vele burgers erg
onduidelijk zijn wat er nu precies op het gemeentehuis aan de hand is. Een
ding wil ik voor onze kiezers toch duidelijk stellen. Het probleem is niet
ontstaan tijdens Uw aanwezigheid als burgemeester in deze gemeente, maar
sluimert al reeds jaren. Geen enkel college heeft de problemen op deze manier
aangepakt. Er is al eerder de mogelijkheid geweest dat er eens een duidelijke
conclusie getrokken kon worden. Hieraan zijn dus ook de vorige colleges mede
verantwoordelijk. Sinds Uw aanwezigheid zijn zaken en dat is mij bekend, goed
en snel aangepakt en afgewerkt. Hier bedoel ik dan zaken, direct de burger
betreffende. Ik kan ze met name noemen, maar ik denk niet dat dat relevant
is. Ik ben van mening dat een bedrijf als Twijnstra Gudde N.V. gezien haar
instelling en ervaring zich niet voor manipulaties zal lenen. Dat staat voor
mij vast, gezien de naam die ze hebben hoog te houden. Ik ben het niet eens
met het verhaal van ex-secretaris Polfliet, in de Stem van 30 augustus 1991,
met name en ik citeer: "Alles wat in dit rapport staat moet minder zwaar
worden opgevat. Een heleboel zaken staan er wat bombastisch in. Het gaat ook
niet om de conclusie van Twijnstra Gudde N.V. Het zijn persoonlijke
opmerkingen van ambtenaren, die het konden zeggen omdat er vertrouwelijkheid
was". Einde citaat. Ik ben het eens met de vertrouwelijkheid, maar niet eens
met de uitlating bombastisch. Dit is het eigen pad proberen schoon te wassen,
omdat het functioneren van het secretariaat nogal eens wat te wensen
overliet. Dit was mijn persoonlijke ervaring. Dat de kritiek zich steeds meer
tot het hoofd van de gemeente toespitst is begrijpelijk. Onder het hoofd van
de gemeente versta ik dan het college. De collegeleden zijn gezamelijk
verantwoordelijk voor de gang van zaken en zij zijn ook gezamenlijk
opgezadeld met het probleem van hun voorgangers, die geen oplossing hebben
weten aan te brengen voor de toen reeds langlopende problemen. Dat onze
huidige burgemeester een hardwerkende vrouw is kan niemand ontkennen. Wel
geloof ik dat de verplichtingen welke uit hoofde van haar benoeming