-7- De voorzitter stelt punt m, notitie over geluidoverlast RW A59, aan de orde en deelt mede dat deze kwestie in het verleden meerdere malen in de raad aan de orde is geweest. Er heeft een gesprek plaatsgevonden tussen haarzelf, als portefeuillehouder milieu, en de heer en mevrouw Eker. Het college heeft aanvullend onderzoek laten verrichten door de milieudienst Roosendaal, waarbij de gemeente is aangesloten. Het college heeft nog wat andere prognoses laten uitrekenen, welke voor de raadsleden in de portefeuille ter inzage zijn gelegd. Uit dit alles blijkt, hoe vervelend het ook voor de mensen is die daar in de omgeving wonen, dat op dit moment het rijk onvoldoende middelen beschikbaar kan stellen om ter plekke voorzieningen te treffen. Op dit moment is er in de buurt een geluidbelasting van 57 tot 58 dB(a) gemeten. Het rijk is bereid om met de beschikbare middelen de zaak op te heffen zodra er sprake is van een situatie met een geluidoverlast van meer dan 70 dB(a). De raad heeft de stukken, die in de portefeuille ter inzage hebben gelegen, kunnen bekijken. Zelfs bij een etmaalintensiteit van 60.000 motorvoertuigen, terwijl het er nu 15.000 zijn, zou men uitkomen op 64 dba. De kosten van het aanleggen van een geluidwal en andere bijkomende geluidwerende voorzieningen worden geschat op f. 700.000,Het is niet gebruikelijk dat brieven gericht aan de raad nog eens heel uitvoerig ter discussie komen, maar in een eerdere raadsvergadering is de raad toegezegd dat het college met een rapport zou komen en dat het de zaak ten principale aan de raad voor zou leggen. Het college heeft er niet direct een voorstel van gemaakt, maar het meent de raad toch de gelegenheid te moeten geven om thans op de problematiek in te gaan. De heer Van de Merbel merkt op dat de voorzitter zegt dat het niet gebruikelijk is om brieven gericht aan de raad uitgebreid ter discussie te stellen. Hij vraagt wat ze daarmee bedoelt. De voorzitter antwoordt dat deze brieven altijd bij de ingekomen stukken ter inzage worden gelegd. Er zit dan niet altijd zo'n aparte notitie bij zoals bij dit punt wel gebeurt. De heer Van der Spek deelt het volgende mede: "Mevrouw de voorzitter. Gezien de thans voorliggende gegevens en een nadere uiteenzetting van de bewoners, die mij op 18 januari bereikte, acht onze fractie enige aanvullende opmerkingen op zijn plaats. Het valt ons op dat de bewoners bij het onderbouwen van hun standpunt kiezen voor een rationele benadering van het probleem en zich redelijk onthouden van emotioneel geladen redeneringen. Dit is voor ons aanleiding ook serieus daarop in te gaan. Op basis van de huidige normen en de door de Rijkswaterstaat gehanteerde aannamen en prognoses zijn er inderdaad geen termen aanwezig om geluidswerende maatregelen gefinancierd te krijgen. Dit wordt ook in de notitie van het college duidelijk uiteengezet. De bewoners vechten hoofdzakelijk de door Rijkswaterstaat gehanteerde getallen aan, te weten: de uit 1986 daterende metingen, inclusief de verdeling tussen lichte-, middelzware- en zware motorvoertuigen en de daarop, op basis van hun prognose, losgelaten groeipercentages. De bewoners tonen overigens niet aan wat thans de werkelijke aantallen zijn en hoe de verdeling ligt.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 9