-18- te staaiT dat er tijdelijk ter plaatse een ongelukkige toestand ontstaan is. Het college zal een verzoek indienen om de grens van de bebouwde kom zo snel mogelijk te verleggen. Daarnaast zal het college in overleg met de dienst gemeentewerken op korte termijn tijdelijke maatregelen treffen, zolang de reconstructie binnen de bebouwde kom nog geen feit is. Wethouder Kannekens zegt dat het de bedoeling is dat er schrikhekken bij de versmalling zullen worden geplaatst. Tevens zullen er waarschuwingsborden worden gezet, die aanduiden dat de weg versmald wordt. De heer Fakkers vindt dat de fietser dan als het ware als buffer wordt gebruikt om het autoverkeer af te remmen. Hij vindt niet dat een en ander zo moet werken. Hij vindt het een pijnlijke situatie. Hij heeft een vraag over de door het college voorgestane oplossing om de bebouwde kom-grens te gaan verleggen. Hij vraagt of dat inhoudt dat de kosten, die gemoeid zijn met het in oude staat brengen van het fietspad, gedragen zullen moeten worden door de gemeente. Is dat het geval, dan acht hij dat onjuist, omdat door het optreden van de provincie, door plaatsing van een advertentie in een landelijke krant en plaatselijke bladen inspraak heeft uitgesloten. Daarnaast heeft de provincie een bestaand fietspad opgebroken en weggehaald. Destijds heeft de heer Mastenbroek, namens zijn fractie, aangehaald dat volgens de plantekening het fietspad zoj^ verdwijnen. De raad is kennelijk toen niet in staat geweest om een harde vuisW te maken richting de Provinciale Waterstaat. De Provincie heeft in Midden- en Oost-Brabant veel fietspaden aangelegd, teneinde de verkeersveiligheid voor fietsverkeer te vergroten, terwijl in Fijnaart fietsonveiligheid en fietsonvriendelijkheid wordt ingevoerd. Hij vindt dit ronduit onjuist en dat de raad hieraan iets moet doen door verzending van een brandbrief aan de provincie. Er dient totaal geen genoegen genomen te worden met de ontstane situatie. Wethouder Van Dis antwoordt dat dit een goede zaak zou zijn. Het gaat er niet om dat de gemeente de kom gaat verleggen om de moeilijkheden van de provincie op te lossen. Op zichzelf zou hij dat een hele dwaze situatie vinden. Er zijn zoveel consequenties met betrekking tot deze zaak, dat hij denkt dat men deze met elkaar niet allemaal kan overzien. Hij vraagt zich af of de plannen allemaal uitgevoerd zijn, zoals ze de gemeente zijn voorgehouden. Hij heeft niet alle besprekingen bijgewoond. Hij heeft er op gewezen tijdens een bespreking dat hij het een dwaze zaak vond hoe de situatie zou gaan worden. Thans valt te constateren dat er auto's voor gesorteerd staan, terwijl auto's die rechtdoor gaan door het zand moeten rij- den Wethouder Kannekens merkt op dat dit zo is. Bekend is wel dat de provincie be- reid was een voorsorteerplaats te maken, wanneer de gemeente bereid was met geld over de brug te komen. De provincie zou in dat geval ook fietspaden aan leggen. De provincie wilde met alle geweld dat de gemeente zou betalen. De ge meente had zich hiertegen misschien meer moeten verzetten, dan het geval is geweest. De voorzitter zegt dat de gemeente geen bebouwde komgrens gaat verleggen om net^ probleem van de provincie op te lossen. De provincie heeft meer geld dan Fijnaart. Het college is het met de raad eens dat de kosten die gemaakt worden om de weg fietsvriendelijker te maken ten laste van de provincie dienen te komen. De heer Fakkers merkt op dat het hem het verstandigste lijkt om Gedeputeerde Staten te laten weten dat de raad en het college de verkeerssituatie Molenstraat hoog opnemen. Het gaat over veiligheid van kinderen die naar school gaan en ouderen Iets wat weggenomen is, dient in de oude staat te worden hersteld. De voorzitter merkt op dat dit als college bewerkstelligd kan worden. De heer Fakkers denkt dat het hier gaat om een zaak waar de gehele raadjachter staat. Hij denkt dat de raad richting Gedeputeerde Staten best genoemd mag worden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 98