-16- de afgelopen tijd werkzaamheden verricht. Hij vraagt of het college iets bekend is omtrent de teruggang van het aantal decibellen. De voorzitter antwoordt dat er geen metingen althans niet door de gemeente zijn verricht nadat de betreffende werkzaamheden zijn voltooid. De heer Bienefelt heeft van meerdere mensen vernomen dat het geluid zou zijn afgenomen en daardoor dus ook de overlast. Het lijkt hem interessant te ver nemen in hoeverre het geluid komende vanaf de autosnelweg is terug gelopen. Men weet dan ongeveer waar de grens ligt, waarbij men spreekt van echte overlast. Hij neemt aan dat er nog metingen zullen plaatsvinden. De voorzitter antwoordt dat de overlast werd veroorzaakt door Rijkswaterstaat. Deze instantie zou daarom eigenlijk de metingen moeten laten verrichten. Elke keer als er metingen moeten plaatsvinden -en ze spreekt nu als portefeuillehouder milieu- dan houdt dat in dat dat van haar milieu-uren afgaat. Om dan alleen te bewijzen dat men gelijk had en dat het geluid minder is geworden, vindt ze het een vrij kostbare zaak de metingen te verrichten. Als de raad vindt dat er metingen gehouden moeten worden, dan zal het gebeuren, maar van de andere kant vindt ze het dan een beetje jammer van het aantal uren dat er aan besteed moet worden. De gemeente heeft namelijk al behoorlijk wat uren opgesouppeerd dit jaar. Het ziet er niet naar uit dat ze uren overhoudt. De heer Bienefelt merkt op dat Rijkswaterstaat zelf ook metingen heeft verricht— Het zou kunnen zijn dat deze instantie dat nu weer gedaan heeft. De voorzitter zegt toe dat het college aan Rijkswaterstaat zal vragen om te meten wat een en ander in de praktijk betekent. De heer Van de Merbel dankt het college voor de beantwoording van zijn vragen. Allereerst gaat hij in op de verkeerssituatie in de Prinses Irenestraat. Hij heeft kenis genomen van de afschrift van de brief die het college gezonden heeft aan het Bestuur van de Kennedyschool aangaande deze materie. Hij heeft zijn twijfels of dit voldoende soulaas zal bieden voor de problemen die er in deze straat bestaan. Hij vraagt om te bezien of het niet verstandiger is om een eenrichtingsverkeer in te stellen vanuit de richting Hazebrouckstraat, Prinses Beatrixstraat met daarbij een parkeerverbod aan de zijde van de school. Hij wil niet beweren dat zijn naar voren gebrachte oplossing dé oplossing is, maar uitsluitend een verzoek doen op het gedrag acht hij onvoldoende. In het begin zal het misschien helpen, maar uiteindelijk zal het weinig zoden aan de dijk zetten, meent hij. Hij vraagt het college te bezien of er alternatieve maatregelen genomen kunnen worden. Van meerdere bewoners heeft hij begrepen dat er een reëel gevaarlijke verkeerssituatie heerst in de Prinses Irenestraat. Vervolgens gaat hij in op het antwoord van het college met betrekking tot de Molenstraat. Ondertussen is dit een wat achterhaalde zaak, daar het werk in dj| straat beëindigd is. Hij kan moeilijk zeggen dat het werk af is, want naar zij» mening is het werk aan de Molenstraat niet af. Er is een fietsstrook die aan de ene wegzijde ineens ophoudt en aan de andere kant van de weg ook vrij plotseling ophoudt te bestaan. Komend vanuit Fijnaart richting Nieuwemolen moet men als fietser op een gegeven moment e?n bijhoorlijke zwenking naar links maken en wanneer er dan net naast of achter de fiets(t)er autoverkeer zit, dan vindt hij dat een levensgevaarlijke situatie. De automobilist verwacht ook niet dat de fietser op dat punt een zwenking naar links maakt. Dit geldt in wezen aan beide kanten van de weg. Hij vindt het een onbegrijpelijke situatie. Hij neemt aan dat het college over deze gehele kwestie iets meer kan vertellen. Het probleem is al eerderaangekaart Hij vraagt of een en einder nog afgemaakt wordt of niet. De voorzitter antwoordt dat het college eind mei heeft gevraagd aan de Kennedy- schoolom middels publicatie in de schoolkrant, de ouders erop te wijzen dat bij het parkeren de verkeersregels in acht genomen moeten worden en dat men overigens de nodige voorzichtigheid moet betrachten. Het college wenst af te wachten hoe de school en ouders op de brief reageren. Misschien is het goed om de zaak na de schoolvacantie nog eens bij de Kennedyschool onder de aandacht te brengen. Blijkt dat de situatie echt niet verbetert, dan denkt ze dat het college zich moet bezinnen over wat voor maatregelen er genomen zouden moeten

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 96