-13- gemaakt zijn voor de scholen worden na de vakantie in de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn aan de orde gesteld. Het college heeft met één school gesproken en hoopt volgende week nog met twee scholen te spreken. Een en ander betekent dat de zaak waarschijnlijk in augustus in de commissie aan de orde gesteld kan worden. De heer Nijhoff heeft een opmerking gemaakt over het ver strekken van verslagen, dat bij de gemeente langzamer geschiedt dan bij het streekgewestZe vindt het niet helemaal fair om de vergelijking te maken. Bij de gemeente worden de verslagen gemaakt door ambtenaren tussen de gewone werk zaamheden door. De mankracht is niet zodanig dik gezaaid bij de gemeente, dat er speciale mensen in dienst genomen kunnen worden. Ze vraagt de raad hier voor begrip op te brengen. Het streekgewest heeft geen aanloop van publiek en het streekgewest zit alleen onder tijdsdruk wanneer het verslagen van commis sies betreft. Snelle verstrekking van verslagen vanuit het streekgewest is een stuk service van deze ipstantie. Het college kan de raad deze service niet geven, tenzij de raad bereid is een ambtenaar aan te stellen die zich uitsluitend bezig houdt met de verslaglegging.*. De opmerking is gemaakt dat het voorkomt dat belanghebbenden mee gaan doen in de discussie van de commissie. Ze weet waarop de heer Nijhoff doelt, maar ze zegt heel nadrukkelijk dat dat met toestemming van de betreffende commissieleden gebeurd is, omdat het moeilijk was om aan het begin van de discussie een stuk informatie en inspraak te geven daar er toch nogal wat onduidelijkheden waren. Wanneer de leden van de commissie niet accöord waren gegaan, dan hadden de belanghebbenden voor de vergadering moeten spreken. Het agendapunt waar om het toen ging was erg belangrijk en bijzonder ingewikkeld en ze merkt op dat de commissie alleen maar profijt heeft gehad van de punten die zijn ingebracht. De heer Van de Merbel heeft begrip voor het feit dat de verslagen wat minder snel klaar kunnen zijn en kunnen worden verstrekt aan de raad, dan zoals het bij het Streekgewest het geval is. Het is wel zo dat bij een van de agendapunten een gedeelte van het verslag van de commissie Financiën ter inzage heeft gelegen. Hij neemt aan dat wanneer er een gedeelte van een verslag is er waarschijnlijk ook een geheel verslag is. Hij vindt -mocht het verslag in zijn totaliteit gereed zijn- dat het dan toch wel wat lang duurt voordat het verslag in het bezit is van de raadsleden. Met betrekking tot de discussie aangaande de commissievergadering meent hij dat het zo is dat het reglement van de commissies de gang van zaken toelaat, zoals deze zich reeds bij enkele commissies heeft voorgedaan. Zijn fractie heeft er geen aanleiding in gevonden om het beleid dat in de commissies is gevoerd ter discussie te doen stellen. Op basis van het voorliggende voorstel komt hij niet anders tot de conclusie dan dat erniet gesproken wordt over een contante waarde van f. 20.000,maar gewoon over een bedrag van f. 20.000,-- dat op termijn -gedurende de periode waarop het onderhoud betrekking heeft- nodig zou zijn. Ware dat niet het geval, dan is er in het voorstel een omissie. De tweede rekensom van f. 2.000,per jaar zou dan ook niet kloppen. Wethouder Van Dis heeft dit trouwens al gezegd. Hij begrijpt het geheel nog niet helemaal. Het lijkt hem dat een oplossing gecreëerd wordt die misschien toch niet helemaal met de feiten in overeenstemming is. Hij verzoekt het college hier nader op in te gaan. De heer Nijhoff gaat nogmaals in op de verslaglegging en merkt op dat zijn eerder geuite opmerking niet geldt voor alle commissies. Het verslag van de commissie Openbare Werken ligt wel ter inzage bij de betreffende agendapunten in de raadsportefeuilleDe vergadering van de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn is gehouden op 6 juni 1989 terwijl het nu 22 juni is. In een periode van 16 dagen dient het mogelijk te zijn om een verslag rond te krijgen. Voor zijn fractie, en hij neemt aan ook voor de andere fracties, is het moei lijk om de zaak goed te bekijken als niet terug te lezen is wat er over het betreffende onderwerp allemaal besproken en gezegd is. De voorzitter antwoordt dat het college begrip heeft

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 93