voren bij de betreffende deelnemers aan te kondigen, opdat eenieder voorberei dingen kan treffen. De voorzitter antwoordt dat in de nota locaties genoemd worden. Het college heeft in eerdere stadia te kennen gegeven dat het wonen voor ouderen terecht een zorg is. Het betreft niet alleen korte termijn werk, maar ook lange termijn werk. Met de"locaties die er genoemd zijn zal een en ander kunnen, zowel op de korte- als langere termijn. De heer Van der Werf heeft gevraagd om het terrein hoek Edvard Griegstraat - Kerkring te bestemmen voor 12 seniorenwoningen, door middel van het geven van een optie aan een bepaalde vereniging. Ze tekent hierbij aan, mocht de raad dit wensen, dat dan een eerder raadsbesluit (ten aanzien van de reservering van een stuk grond naast de grond dat aanvankelijk door de heer Bevelander aangekocht zou worden) door de raad ingetrokken zal moeten worden. Formeel ligt hierover hedenavond geen voorstel. Wenst de heer Van der Werf dit terrein te bestemmen voor seniorenwoningen, dan zal hij een amende ment in moeten dienen. De locatie achter de Witte Roos is misschien niet de locatie waarop de stichting als eerste haar oog op zal laten vallen. Het-be treft hier een zaak die in later stadium met elkaar besproken kan worden. Bekeken kan dan worden of deze locatie geschikt is voor bouw van senioren- woningen op langere termijn. Ten aanzien van de financiën spreken de fracties hun zorg uit. De PvdA-fractie stelt voor om te komen tot het creëren van een fonds voor de minima en om deze zaak in de commissie aan de orde te stellen. Ze denkt dat dit niet zo'n probleem behoeft te zijn. Het college zal zich hierover moeten beraden. Ze wijst erop met betrekking tot de huursubsidie, dat er altijd mogelijkheden zijn om via de Algemene Bijstandswet iets geregeld te krijgen. Het college zal de vraag van de heer Bienefelt met betrekking tot het opknappen van trottoirs meenemen. Over de support met betrekking tot de warme maaltijden is in eerder stadium met elkaar gesproken. Met de voorzitter van de plaatselijke raad is de afspraak gemaakt, dat wanneer er problemen dreigen met betrekking tot deze zaak, het college in een vroeg stadium hierover geïnformeerd wordt. Op dit moment loopt alles nog naar behoren. De CDA-fractie heeft aangedrongen op een stuctureel overleg met ingang van mei 1990 om te bezien op welke wijze de nota bijgesteld zou moeten worden. Het zou dan een voortdurende zorg van het college moeten zijn. Het college wil over deze zaak nog eens nadenken. Bezien zal worden op welke wijze hieraan vorm gegeven moet en zal worden. De heer Van de Merbel heeft een brochure bij zich met de titel: "Wie is er bang voor de sociale dienst". Hij denkt dat -in de tijd waarin men thans leeft- niet zo heel veel mensen meer zijn. Mochten ze er wel zijn, dan denkt hij dat ze wel gezocht moeten worden bij de categorie mensen waarover in de voorstel gesproken wordt. Hij denkt dat er een drempelvrees is met name bij de bejaarden om bij de gemeente aan te kloppen met een verzoek om bijstand. Men zal eerder genegen zijn om regelingen, zoals huursubsidie en dergelijke, te accepteren, terwijl bijstand nog steeds door velen gezien wordt als een vorm van bedeling, waarop men pas in uiterste termijn een beroep op doet. Dit betreft een opvatting van zijn fractie, die hij graag wenst mee te geven aan het college. Het college zou hierover kunnen nadenken en kunnen bezien in hoeverre dit mee kan spelen bij het voorstel van zijn fractie om te komen tot een fonds voor de minima, niet specifiek voor de bejaarden, maar waarop zeker ook bejaarden een beroep zouden kunnen doen. Alleenstaande bejaarden kunnen door zo'n fonds wellicht weerhouden kunnen wor en van een bepaald isolement, dat te verkrijgen is door financiële omstandigheden. Hij vraagt in dit verband of de raad gegevens kan inzien met betrekking tot de mate waarin er in de gemeente bijzondere bijstand wordt verstrekt, dus naast e normale periodieke uitkeringen ook bijstand voor bijzondere zaken. n e voorstel wordt er ook op gedoeld. Deze weg is er ook. is deze voldoende bekend en is deze met name bij de categorie bejaarden bekend? Dit zijn vragen, waarvan hij denkt, dat ze een keer beantwoord zouden kunnen worden. Zijn voorkeur gaa in deze uit naar een behandeling in een commissievergadering. Op grond van de gegevens zou de raad kunnen bezien of er wel of niet sprake is van een behoefte aan zo'n hulpverleningsfonds. Hij verwijst opnieuw naar de door hem gedane

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 90