-6-
Bijstandswet vallen is er een weg naar de afdeling Sociale Zaken, teneinde
een tegemoetkoming te krijgen. Het komt dan ook uit de juiste pot.
De heer Van de Merbel heeft binnen de zaken die hij heeft opgenoemd, de
nadruk gelegd op het gebruikersvriendelijke karakter van de regeling zoals
die in 30 a 40 Brabantse gemeenten gehanteerd wordt. Dit houdt in dat men
de regeling los moet zien van allerlei bijstandsregelingen, in die zin dat
het niets te maken moet hebben met de Algemene Bijstandswet. Bij de
uitvoering van deze wet vindt altijd nog een toetsing plaats naar
vermogensnormen etcetera. Het is juist het eenvoudige karakter van de
regeling, die in een en ander voorziet op een simpele wijze, zonder dat men
a la Kniertje in Op Hoop van Zegen met een pannetje in de armen naar het
gemeentehuis hoeft. Dit is een overtrokken schets, maar feit is dat de weg
voor bejaarden naar het gemeentehuis nog steeds bepaalde drempels
oplevert. Mensen op wat oudere leeftijd hebben moeite om de weg naar
Sociale Zaken te bewandelen. De opzet van de PvdA-fractie is duidelijk,
namelijk dat ze een en ander buiten de sfeer van de Algemene Bijstandswet
wenst te houden. Ze wenst graag de regeling te hanteren die thans ook in 30
tot 40 andere Brabantse gemeenten wordt gehanteerd. In de krant heeft hij
een uitspraak van de directeur van Divosa gelezen, dat de koopkracht van de
uitkeringen de laatste jaren met 10% verminderd is. Dit zal niet aan de
Fijnaartse deur voorbijgegaan zijn. Hij vraagt zich af waarom hier cijfers
op tafel gebracht moeten worden, waaruit zou blijken dat onder de 35 mensen
niemand behoefte zou hebben aan een dergelijke voorziening. Hij gelooft
daar wat minder in en hij denkt dat er op dat punt eigenlijk te weinig
onderzoeksmateriaal aan de commissie- en raadsleden is voorgelegd. Het
voorstel aan de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn was meer
gericht op de prijs van de maaltijd, maar niet zozeer op het feit dat de
maaltijd voor veel mensen wat moeilijk betaalbaar is. Wanneer de raad er
geen aanleiding toe ziet er iets aan te doen, dan vindt zijn fractie dit
jammer.
De voorzitter wil het voorstel van de heer Van de Merbel in stemming
brengen.
De heer Niihoff merkt op dat zijn fractie het in ieder geval het
onderzoeken waard vindt. Daarna kunnen altijd nog standpunten bepaald
worden.
De voorzitter concludeert dat het voorstel van de heer Van de Merbel om de
zaak te onderzoeken en daarop nog terug te komen is aangenomen door de
raad.
De heer Van der Werf merkt op dat hij hoopt dat hij de volgende maand het
beleid op tafel kan leggen van het Gecoördineerd Ouderenwerk. Er komen
cijfers in voor, waaruit kan worden gelezen wie wel en wie niet de
voorziening kan betalen. De raad kan aan de hand van deze gegevens zich een
goed beeld vormen en zich uitspreken over deze zaak.
De cijfers zullen worden uitgereikt aan alle raadsleden.
De voorzitter denkt dat het stuk van het Gecoördineerd Ouderenwerk mooi
meegenomen kan worden met hetgeen hedenavond over deze zaak is aangekaart.
3b. Mededelingen waaronder notitie inzake geluidsoverlast.