GEMEENTE FIJNAART EN HEIJNINGEN Notulen van de vergadering van de raad van 22 juni 1989 des avonds om 19.30 uur. Aanwezig Voorzitter: Secretaris Leden M.J. de Sutter-Besters L.K.J. Polfliet Drs. W.C. van Dis(wethouder) H. Kannekens(wethouder W. van de Me"rbel J.A. de Jong Bi van der Spek W.A. Bos J. Mastenbroek J.C.M. Evers H. Nijhoff J.A. Bienefelt Drs. F.P. Fakkers J. van der Werf Afwezig met kennisgeving: Mej. E.L. Grootenboer. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en verzoekt een ogenblik stilte in acht te nemen. Ze heet alle aanwezigen van harte welkom en deelt mede dat mej. Grootenboer verhinderd is om de vergadering bij te wonen. Mede namens de raad feliciteert ze de heer Nijhoff nog met zijn verjaardag. 2. Notulen van de openbare raadsvergadering van 18 mei 1989. De heer Van de Merbel zegt dat op pagina 6, achtste regel van boven, "artikel 9" gewijzigd dient te worden in "artikel 8". De raad besluit de notulen overeenkomstig het ontwerp vast te stellen, daarbij rekening houdend met de opmerking van de heer Van de Merbel. 3. Ingekomen stukken en mededelingen. Volgnr. 89-VI-57 De heer Van der Spek gaat in op punt z, een schrijven van de burgemeester van de gemeente Hoeven inzake regionale volkshuisvestingscommissie. Hij heeft de argumentatie gelezen, waarom het college nu wel voorstander zou zijn van een regionale volkshuisvestingscommissie. Hij vraagt zich af waarom deze argumenten destijds niet golden, omdat hij niet inziet dat de situatie anders is geworden. Hij wil zwaardere argumenten vernemen, waarom het college voor instelling van een RVC is. De heer Fakkers sluit zich aan bij de woorden van de heer Van der Spek. Hij benadrukt dat er niets gewijzigd is ten opzichte van het verleden. Binnen het Streekgewest is de discussie afgekapt, omdat het geen haalbare kaart bleek. Het college stelt de raad voor om te besluiten conform de ter inzage gelegde brief, waarbij het college haaks op de eerder ingenomen stellingname en argumentatie staat. Het college geeft in de brief aan dat men een positievere opstelling van de kant van de gemeente kan verwachten. De argumenten voor een RVC zijn volgens hem nog -niet gewijzigd. Een en ander gaat voor de gemeente structureel financieel wat betekenen. Hij vindt de huidige werkwijze, van onderlinge ruil van woningen tussen de gemeenten, een goede. De heer De Jong denkt dat een mening best kan veranderen. Voor zijn fractie zit in deze materie een aantal positieve zaken, zoals de proefperiode van 3 jaar, dus een duidelijk afgebakende periode en de onderkenning van invloed op de Provinciale Volkshuisvestingscommissie. Zijn

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 81