-2-
Brabant zijn bekend. Wanneer de Dr. Daniël de Hoed Kliniek wil komen tot de bouw
van een gastverblijf, dan vindt zijn fractie dat de gemeente hier positief
tegenover moet staat en middels een subsidie moet bijdragen in de bouw van dat
verblijf
De voorzitter antwoordt dat tijdens een vergadering het college uitvoerig bij
deze zaak heeft stilgestaan. Vorig jaar is bij de begrotingsbehandeling besloten
om met name geen subsidie te verlenen aan de Hartstichting en een instelling
voor de behartiging van de belangen van doven en slechthorenden. Wanneer het
college een positief advies geeft ten aanzien van het thans voorliggende
verzoek, dan betekent dat een omslag van het beleid dat bij de
begrotingsbehandeling 1989 ingezet is. Het college is met de P.v.d.A.-fractie
van mening dat het een uitermate goede zaak is en erg belangrijk is dat er een
tehuis komt zoals de kliniek voorstaat. De bijdrage die de gemeente zou kunnen
geven is slechts een druppel op de gloeiende plaat. Wanneer de gemeente een
bijdrage verstrekt van bijvoorbeeld f. 1.000, dan brengt dat nog niet de
miljoenen op die het project nodig heeft om een en ander gerealiseerd te
krijgen. Het college zegt daarom dat het beter vast kan houden aan de in het
verleden uitgezette lijn aangaande dit soort subsidieverzoeken. Hoe jammer het
ook is, het college vindt het net als de P.v.d.A.-fractie een enorme goede
instelling is. Het opvangtehuis zorgt ervoor dat mensen dicht bij het familielid
kunnen zijn dat opgenomen is in de kliniek. De financiële middelen ontbreken, er
is door de raad een strakke lijn bepaald met betrekking tot dit soort
subsidieverzoeken. Wordt van de vastgestelde lijn afgeweken, dan kan men zich
afvragen waar men blijft bij volgende subsidieverzoeken.
De heer De Jong neemt aan dat het college met het woord "temeer" de redenen
bedoelt die de voorzitter heeft opgenoemd.
Er wordt gesproken over een druppel op de gloeiende plaat, maar zijn fractie
denkt aan de zegswijze "de druppel die de emmer doet overlopen". Alle kleine
beetjes helpen en hij vindt dat daarom aan de Dr. Daniël de Hoed Kliniek een
subsidie dient te worden verstrekt, mede gezien de redenen die hij namens zijn
fractie in eerste termijn heeft verwoord. Zijn fractie begrijpt overigens het
standpunt van het college, daar afwijking van de vastgestelde lijn
precedentwerking in de hand kan werken. Zijn fractie wil toch een bijdrage
uittrekken, omdat het hier gaat om een bekende kliniek die zeer belangrijk is
ook voor de mensen woonachtig in West-Brabant.
De voorzitter zegt dat vorig jaar de raad een bijdrage voor een jubileumgeschenk
heeft afgewezen, een bijdrage die nodig was om een bijzondere leerstoel in de
openbare financiën aan de Brabantse Universiteit open te stellen. Emotioneel
ligt het anders dan het thans voorliggende verzoek, maar ook dit betrof een zaak
die best wel hard nodig was. De leerstoel in de openbare financiën komt er toch,
zij het dat het rechtstreeks betaald wordt door de VNG. De raad heeft destijds
het standpunt ingenomen om niet aan dit soort jubilea-geschenken deel te nemen.
Het college wenst het standpunt te handhaven met betrekking tot het verzoek om
een bijdrage van de Dr. Daniël de Hoed Kliniek.
De heer Van der Spek steunt het college daar waar gezegd wordt dat vastgehouden
dient te worden aan het uitgezette beleid. Als het beleid zo is, zoals de
voorzitter heeft uitgelegd, dan vindt hij dat het antwoord op het verzoek van de
Dr. Daniël de Hoed Kliniek nauwkeuriger dient te worden geformuleerd. Er moet
niet verscholen worden achter het feit dat de gemeente geen geld zou hebben. Er
dient geantwoord te worden dat het niet past binnen het beleid van de gemeente.
De voorzitter antwoordt dat de brief best aangepast kan worden, mits de overige
leden van de raad hiermee accoord gaan. Het is uiteraard ook zo dat het de
penibele financiële situatie is die het college en de raad gedwongen heeft vorig
jaar een aantal subsidies in deze sfeer te schrappen. Het college zegt toe dat
in het antwoord aan de Dr. Daniël de Hoed Kliniek als hoofdmotief de argumenten
zal opvoeren die zij heeft opgesomd, en dat de financiële kant als bijkomend
motief zal worden aangehaald.
De raad kan zich hierin vinden.