-12-
Dit soort zaken dient men erg rustig en goed voor te kunnen breiden. Haastwerk
levert vaak fouten op. Hij meent dat er best voldoende mogelijkheden waren om de
zaak in alle rust goed te-bekijken. Dit alles is de reden, hoe lief hem verder
de SLOFH is, dat hij de zaak liever beter en uitgebreider voorbereid had gezien.
Hij had de zaak in de commissie Financiën behandeld willen zien, teneinde zo
zorgvuldig mogelijk de besluitvorming te doen laten plaatsvinden. Een en ander
is de reden dat hij een minderheidsstandpunt inneemt.
De voorzitter merkt in haar beantwoording op dat de SLOFH elk jaar een rekening
zal indienen. Deze rekening zal in de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en
Welzijn aan de orde komen en ze zal een advies uitbrengen ten aanzien van de
subsidiëring van de SLOFH, waarbij een maximaal bedrag van f. 6.500,in
ogenschouw wordt genomen.
Ze merkt op dat ze contact heeft gehad met ENWA. De zaak is bespreekbaar en zal
bij de definitieve overeenkomst verder uitgewerkt worden. De raad heeft dan nog
de kans om de zaak bij te sturen. Ze heeft in deze goede hoop, maar ze kan nog
geen harde toezegging doen richting de raad. De heer Van der Werf wenst de
garantie dat de jeugd voor 100Z in de SLOFH kan meedraaien. Het college kan deze
garantie niet geven. De voorzitter van de SLOFH en de voorzitter van de(
programmaraad beslissen over deze kwestie. Momenteel zitten er jeugdige mensen
in het bestuur van de SLOFH. De jeugdigen zullen ook gaan participeren in de
uitzendingen. In de omroepraad zitten ook wat jongeren. Dit is de enige garantie
die zij kan geven. Door de gemeente kan niet worden gedicteerd hoe een bestuur
qua leeftijd samengesteld dient te zijn. De heer Van der Spek heeft moeite met
het feit dat de zaak niet eerst is behandeld in de Beheerscommissie centrale
antenne inrichting en dat de gelden uit de fondsen van genoemde commissie geput
worden. Ze denkt dat dit laatste op een verantwoorde manier gebeurd is. In de
raad zijn twee andere leden van de Beheerscommissie aanwezig. Beide andere leden
hebben niet aangehaald dat de zaak formeel in de commissie behandeld had moeten
worden. Ze blijft vasthouden aan het feit dat in de commissie over subsidiëring
van de SLOFH informeel is gesproken. Ze merkt, als reactie op hetgeen wethouder
Van Dis naar voren heeft gebracht, op dat er geen sprake is van haastwerk. Het
verzoek van de SLOFH is in januari 1989 ingekomen. Ze acht het een goede zaak
wanneer geprobeerd wordt om verzoeken die bij de gemeente inkomen binnen 3
maanden af te werken. Gesproken is over het feit dat de zaak in de commissie
Financiën aan de orde gesteld had moeten worden. Ze verwijst naar een
automatiseringsvoorstelwaarbij het ging om een bedrag van f. 27.000,dat
ook niet in eerder stadium in de commissie Financiën is behandeld.
Automatisering is belangrijk, maar ze denkt dat een SLOFH voor de gemeente in
het kader van de voorlichting ook erg belangrijk kan zijn. Gezegd is dat er een
overschrijding van de begroting structureel plaatsvindt. De zorg om de
gemeentelijke financiën deelt zij met wethouder Van Dis, laatstgenoemde met
name als portefeuillehouder en zij als coördinator van het beleid. De
gemeentelijke financiën baren ook haar zorgen. Ze staat net als wethouder Van
Dis voor om de financiën van de gemeente gezond te maken. De f. 35.000,-- komen
niet uit de algemene dienst, maar uit de begroting van de c.a.i. en deze
begroting kan het lijden. Wethouder Van Dis spreekt over 18,5Z vooraftrek in het
kader van de B.T.W. Ze kan hierop niet direct een antwoord geven, omdat
wethouder Van Dis in deze B.T.W.-affaire veel beter zit dan zijzelf. Gesproken
wordt verder over kortingen via het R.I.B. Ze merkt op dat een SLOFH niet bij
het R.I.B. kan kopen. De heer Van de Merbel zal ongetwijfeld nog een suggestie
krijgen. Eén van de medewerkers van de gemeente heeft relaties met een groot
bedrijf in het zuiden des lands, die het soort apparatuur maakt dat de SLOFH
verlangt, en waar kortingen verkregen kunnen worden. Wethouder Van Dis had de
zaak anders voorbereid willen zien. Het minderheidsstandpunt van wethouder Van
Dis is in het voorstel verwoord. Het college zit op één lijn, daar waar het gaat
om het feit dat alle leden voorstander zijn van een SLOFH. Over de bedragen en
de gevolgde procedure bestaat echter verschil van mening. Tegen het onderwerp
als zodanig kijken alle leden van het college zeer postief aan.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van