-3-
1979 heeft kenbaar gemaakt. In dit geval zou het college echter een
uitzondering willen maken, mits U daarmee accoord kunt gaan, voor de motie
van de gemeente Megen, Haren en Macheren, die voorlopig specifiek gericht
is op een zuiver Noordbrabantse zaak en een groep gemeenten betreft
waaronder ook onze gemeente zou kunnen vallen. Wij stellen derhalve voor
om aan punt l.a van de motie van de gemeente Megen, Haren en Macharen
adhesie te betuigen. Punt l.b vindt ons college niet relevant, omdat zulks
naar de mening van het college zou kunnen vooruitlopen op de officiële
procedure terzake".
De heer Van der Spek deelt mede dat zijn fractie moeite heeft met het
voorstel. Als de provincie een commissie instelt die een ambtelijk advies
moet maken, dan moet zo'n commissie, tijdens haar werk, niet voor de voeten
gelopen worden. De gemeenten krijgen volgens zijn fractie voldoende
gelegenheid in te spreken tijdens de inspraakperiode.
De voorzitter antwoordt dat het college het hierover eens is met de heer
Van der Spek. Ze verwijst naar punt l.b. van de motie. Het college stelt
ten aanzien van dit punt dat het dit niet relevant vindt, omdat zulks naar
de mening van het college een vooruitlopen zou kunnen betekenen op de
officiële procedure. De heer Van der Spek betitelt het rapport, dat de
commissie van wijze mannen moet uitbrengen, als een ambtelijk advies. Dit
is het echter niet, daar de commissie van wijze mannen niet bestaat uit
ambtenaren, maar uit mensen die als adviseurs zijn aangetrokken.
De raad besluit ten aanzien van punt k overeenkomstig het voorstel van het
college.
De heer Van de Merbel gaat in op punt 1, een brief van het Provinciaal
Welzijnsberaad voor Ouderen, inzake de advies-prijs warme maaltijd voor
thuiswonende ouderen uit de laagste inkomensgroepen.
"Aan de orde is een verzoek van het Provinciaal Welzijnsberaad voor Ouderen
aangaande het subsidiëren van de warme maaltijden die door de Stichting
Gecoördineerd Ouderenwerk verstrekt worden aan thuiswonende ouderen uit de
laagste inkomensgroepen. Dit verzoek is al eerder in deze raad aan de orde
geweest, maar toen is op ons verzoek door Uw college besloten om eerst een
advies van de commissie Onderwijs, Cultuur, Sport en Welzijn in te roepen.
Wanneer wij de advies-aanvraag van het college bekijken en vervolgens ook
het verslag van de op 30 november 1988 gehouden commissievergadering, dan
wekt dat bij ons de indruk dat noch het college, noch de commissie helemaal
goed begrepen heeft waar het hier eigenlijk om gaat. Zowel het college als
de commissie besteden namelijk veel aandacht aan de prijs van de maaltijd.
De prijs is echter een zaak tussen de Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk
en het bejaardentehuis. Wij vinden dat de gemeente zich daarmee niet al te
veel moet bemoeien en vooral niet zelf moet gaan proberen op die prijs te
gaan afdingen. De kwaliteit van de maaltijden zou daar dan immers wel eens
onder kunnen gaan lijden. Ook het Provinciaal Welzijnsberaad vraagt niet om
een prijsverlaging, maar men vraagt om in individuele gevallen en dus
alleen voor mensen uit de laagste inkomensgroepen, een gemeentelijke
bijdrage toe te kennen. Men vraagt dus perse niet voor alle huidige 35
gebruikers in onze gemeente om een subsidie. En daarom werd er in de
advies-aanvraag van het college zeer ten onrechte als argument