-14-
al gekregen door het raadsbesluit dat 8 september 1987 genomen is. De inbreng
van de waarde van de grond heeft ze in eerste termijn aangehaald. Ze is blij dat
de heer Van de Merbel deze zaak onderschrijft. De heer Van de Merbel wenst
namens zijn fractie te zijner tijd opening van zaken over de concrete cijfers.
Het college heeft bij dit voorstel getracht een aantal globale concrete cijfers
op een rij te zetten, opdat de raad weet waaraan hij toe is alvorens hij
beslist. De heer Van de Merbel heeft opgemerkt dat het gebruikelijk is om in 30
jaar lineair af te schrijven. Ze zegt dat de heer Van de Merbel daarbij even
later zelf aangeeft dat in het verleden voor de uitbreiding van het gemeentehuis
in 40 jaar is afgeschreven. Ze denkt dat het van zijn zijde een terechte
opmerking is om het college hierop attent te maken, maar feit is dat thans nog
geen definitief besluit genomen wordt aangaande de afschrijving. Er zal nog
bekeken moeten worden wat wijsheid is in deze. Opgemerkt is dat de PvdA-fractie
verweten is dat zij huiden ging verkopen voordat er beren geschoten waren. De
heer Van de Merbel heeft hierop gereageerd door te zeggen dat het college het
thans nog krasser doet, door huiden te gaan verkopen terwijl nog op jacht gegaan
moet worden. Ze verwijst met name de PvdA-fractie naar het punt dat de raad
onder embargo tot het moment van het begin van de raadsvergadering heeft
ontvangen. Hieruit mag geconcludeerd worden dat de algemene dienst er
structureel gunstiger uit komt te zien. Deze zaak is al eerder in een
vertrouwelijke raadsvergadering besproken.
De heer Van de Merbel wijst in dit kader ook op het punt aangaande de
ambtswoning. Verkoop van deze woning ligt wellicht in de lijn der verwachting,
maar feit is dat hierover nog een besluit van de raad genomen moet worden.
De voorzitter antwoordt dat het misschien goed is dat hierover in een volgende
raadsvergadering een definitief besluit genomen wordt. Ze maakt er geen geheim
van dat de ambtswoning vrij komt, daar zij en haar echtgenoot een woning aan de
Appelaarseweg hebben gekocht. Het college is net als de PvdA-fractie warm
voorstander van uitbreiding van het gemeentehuis. De arbeidsomstandigheden
waaronder nu bepaalde ambtenaren moeten werken vergroot zeerzeker de
effectiviteit van hun inzet niet. Het college zou dit toch graag wat vergroot
zien.
Wethouder Van Dis gaat in op de wijze van afschrijving. Uit de stukken blijkt
dat hij geen voorstander is van een uitbreiding van het gemeentehuis met een
oppervlakte zoals in het voorstel staat aangegeven. Hij opteert zelf voor een
kleinere uitbreiding, dus een extra ruimte die minder ver zal gaan en minder zal
kosten. Als portefeuillehouder draagt hij de verantwoordelijkheid voor de
afschrijving. Men kan uitgaan van verschillende soorten afschrijving. De heer
Van de Merbel heeft een keer een degressieve afschrijving verdedigd in verband
met de dynamische kostprijsberekening. Men kan ook voor een lineaire
afschhrijving kiezen en hij is het met de heer Van de Merbel eens dat men dan de
eerste jaren hogere bedragen krijgt. Aan de andere kant is het de bedoeling van
het college om duidelijk de jaarlijkse lasten, die blijvend in een periode van
40 jaar opgebracht moeten worden, tot uitdrukking te brengen. Hij denkt dat deze
lasten zelfs iets mee kunnen vallen, omdat het college bij de annuïteit is
uitgegaan van restwaarde 0. Hoe het ook zij, het gebouw -wanneer dat er zal
komen- zal een zekere restwaarde houden. Wat dat betreft staat hij helemaal
achter hetgeen het college hierover geschreven heeft. De heer Van de Merbel zegt
dat het college vooruitloopt op andere besluiten voor wat betreft de reserves.
Tijdens de begrotingsvergadering hebben de raadsfracties hun wensen naar voren
gebracht met betrekking tot de uitbreiding van het gemeentehuis. Er wordt
daardoor behoorlijk wat aan de saldi-reserve onttrokken. Het college heeft niet
meer mee willen zeggen dan dat de raad er rekening mee kan houden dat uit andere
posten de reserve mee zal kunnen vallen. Hij is het met de heer Van de Merbel
eens dat vooruitgelopen wordt op zaken. In een volgende vergadering vallen
definitief besluiten, waardoor de saldi-reserve in omvang zal kunnen toenemen.
De heer Van der Werf blijft bij zijn zienswijze dat de punten a tot en met j op
een later tijdstip ter bespreking moeten worden voorgelegd in de commissie. Zijn
fractie gaat accoord met de punten a, b, c en e, genoemd op pagina 3 van