8. Voorstel tot het niet-ontvankeliik verklaren van het bezwaarschrift ex
artikel 7 lid 2 van de Wet AROB van de heer J. Jacobs. Boerendijk 9 te Fijnaart.
Volgnr89-XI-123
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
9. Voorstel betreffende reactie ten aanzien van het beleid gemeentelijke
herindeling in de provincie Noord.Brabant. Volgnr. 89-XI-125.
De heer Nijhoff zegt dat in de tweede alinea van de concept-brief staat dat de
gemeente weinig tijd heeft gehad om de zaak te bestuderen. Zijn fractie vindt
dit een beetje zwak, omdat daarna in de brief toch ingegaan wordt op de vraag
van de provincie. In de laatste alinea wordt na "tenslotte" gezegd dat eerst de
resultaten van de herindeling in Oost Brabant worden afgewacht en dat deze
resultaten geprojecteerd zullen worden op West Brabant. Zijn fractie denkt dat
Oost Brabant geen criterium behoeft te zijn voor West Brabant. Oost Brabant
hoeft geen voorbeeld te zijn voor wat er in West Brabant aangaande de
herindeling moet gebeuren. Wanneer er geen goede argumenten voor herindeling
genoemd worden, is zijn fractie tegen herindeling.
De heer Van der Spek merkt op dat er een discussie dreigt te ontstaan over het
feit of men voor of tegen de herindeling isDit is thans helemaal niet aan de
orde. Aan de orde is dat er in Oost Brabant een bepaalde procedure is gevolgd.
Er zijn deelrapporten geschreven, waarin weergegeven is hoe de herindeling in
Oost Brabant wordt aangepakt. De vraag is of de gemeente zich met de wijze van
aanpak kan verenigen. Er wordt niet gevraagd of de gemeente voor of tegen
herindeling is. Telkens merkt hij dat, wanneer dit onderwerp ter sprake komt, er
raadsleden zijn, die proberen het onderwerp aan te pakken om zich uit te spreken
voor of tegen herindeling. Hij stelt dat dit niet aan de orde is.
De heer Fakkers denkt dat de heer Van der Spek de woorden van de heer Nijhoff
misverstaat. Zijn fractie is begonnen met te stellen dat in de tweede alinea
geschreven wordt dat de gemeente te weinig tijd heeft gehad om een en ander goed
voor te bereiden en dat daarna alsnog gereageerd wordt op de nota's. De genoemde
alinea zou volgens zijn fractie eruit kunnen. In de laatste alinea staat na
"tenslotte" dat zal moeten worden afgewacht wat de resultaten van de herindeling
van Noord-Brabat Oost zullen zijn. De heer Nijhoff heeft meegedeeld dat West
Brabant niet te vergelijken is met Oost Brabant. Het gaat hier niet zozeer om de
uitspraak voor of tegen herindeling. De heer Nijhoff heeft weliswaar meegedeeld
dat zijn fractie tegen herindeling is, maar dit is in het geval wanneer er geen
argumenten aangedragen worden. De opmerking van de heer Nijhoff namens zijn
fractie is duidelijk een opmerking die te maken heeft met de inhoud van de
voorliggende concept-brief.
De voorzitter pleit er namens het college voor om de tweede alinea in de
concept-brief te behouden. De strekking van deze alinea is dat de gemeente het
niet correct van Gedeputeerde Staten vindt dat het verzoek wordt toegestuurd op
22 november 1989 en dat er voor medio januari 1990 een antwoord geformuleerd
moet zijn. Het college acht het in deze juist dat er van de zijde van het
gemeentebstuur kenbaar gemaakt moet worden dat de tijd om te reageren op de
nota's, ook gelet op het feit dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar de secretarie
gesloten is en de eerstvolgende raadsvergadering medio januari 1990 is, erg kort
is. Op deze wijze dient de raad de tweede alinea in de concept-brief te lezen en
ze neemt aan dat de raad er geen problemen mee heeft.
De heer Fakkers vindt de formulering die de voorzitter nu geeft beter dan de
formulering vervat in de tweede alinea. De passage in de brief zou hij liever
aangescherpt zien met de woorden die de voorzitter heeft geuit.
De voorzitter antwoordt dat de raad kan besluiten om de tweede alinea wat aan te
scherpen. Het college stelt zich op het standpunt dat de gemeente -en bedoeld
worden de secretarie, raad en commissies- onvoldoende tijd heeft gehad om heel
uitvoerig de nota's te bestuderen. Er dient een signaal afgegeven te worden aan
de provincie dat ze de gemeente niet over zo'n belangrijk onderwerp eind