-65-
van het vorenstaande dienen we te komen tot een evenwichtige en voor iedereen
redelijke belastingverordening. Zoals reeds toegezegd zullen wij in het voorjaar
van 1990 hierop terugkomen. Een voorstel om de belasting op het rioolafvoerrecht
voor alleenstaanden te halveren zal de consequentie hebben, willen wij de
aanvulling van de reserves op peil houden, dat het rioolafvoerrecht bij de
anderen extra moet worden verhoogd met een percentage van tussen de 5- en
7,5Z.Gevolg hiervan is dat de verschillen nog groter worden. We dachten
eigenlijk dat we als college de PvdA tegemoetgekomen waren en daarom vindt het
college het standpunt van de PvdA toch een beetje teleurstellend. Aanvankelijk
is steeds gezegd dat het rapport, dat gaat verschijven, afgewacht moet worden.
Wanneer men het rapport heeft, dan pas kan men over cijfers praten en kan men
definitieve besluiten nemen. We hebben aanvankelijk in de commissie Financien
van de zijde van het college gezegd, laat ons dit in december doen. De PvdA
wilde dat niet en zegt nu dat er tijdelijke maatregelen genomen moeten worden.
Wij vinden dit eigenlijk geen standpunt dat helemaal te begrijpen is. We moeten
ook niet vergeten, toen het rioolafvoerrecht in het leven geroepen is, dat er
gesproken werd over bedragen van f. 20,-- per aansluiting. Hierdoor waren kleine
onbillijkheden eigenlijk onbetekenend. Nu het rioolafvoerrecht echter tegen de
f.100,bedraagt en het helemaal niet uitgesloten is dat dit bedrag naar f.
200,-- gaat, moet de verordening en de gehele materie goed doordacht worden. Dat
het bedrag naar de f. 200,— kan gaan, concludeer ik uit het feit dat het
college korte tijd geleden een aanvullende berekening heeft gekregen van de
Grontmij, die nieuwe tegenvallers liet zien. Het college doet een dringend
beroep op de raad om de voorstellen inzake de belastingtarieven over te nemen en
te accepteren. Het college zal moeten trachten in het begin van 1990 om een
gehele nieuwe grondslag te ontwerpen en deze tot uitvoering te brengen. In de
nieuwe raadsperiode kan daarmee dan gewerkt worden.
Het college heeft begrepen van Gemeentebelangen dat ze ermee accoord gaat dat in
de vergadering van de commissie Financien van januari 1990 heel uitgebreid op de
hele financiële problematiek van de gemeente wordt ingegaan. Voor de andere
fracties geldt eigenlijk hetzelfde".
DERDE TERMIJN:
De heer De Jong, namens de P.v.d.A.-fractie
Economische zaken:
"Wij hebben gevraagd naar een evaluatie. Ik wil U er nogmaals op opmerkzaam
maken, dat wij het vorige jaar hier reeds om gevraagd hebben. Als U nu zegt dat
het U niet binnen twee weken lukt, kunnen we dat respecteren. Maar ons voorstel
is nu toch dat binnen deze zittingsperiode een evaluatie tot stand wordt
gebracht"
Wegbeheer
Zijn fractie is met betrekking tot het parkeren van vrachtwagens niet voor het
feit om de wagens ergens te parkeren als tijdelijke oplossing. Een definitieve
oplossing ziet zijn fractie in de vorm van het creeeren van een parkeerterrein.
Zijn fractie heeft in haar voorbeeld een verkeersgevaarlijke situatie aangeduid
en niet bedoeld deze situatie aan te kaarten met het oog op de wet Gevaarlijke
Stoffen. Het college heeft in het antwoord aangegeven dat er een APV is die een
en ander regelt. Zijn fractie zegt dat dat wel zo kan zijn, maar vindt dat er
dan controle moet zijn bij de naleving van de APV. Zijn fractie is bevreesd over
het wegbeheer, daar waar wethouder Van Dis praat over het bedrijventerrein. Het
kan zijn dat dit de officiële benaming in het bestemmingsplan is, maar ze dacht
-en dit geldt ook voor de andere fracties- dat er uitgegaan werd van een
parkeerterrein.
Wethouder Van Dis antwoordt dat het gaat <3m een bedrijventerrein, inclusief
parkeerterrein
De heer De Jong:
Sociale Zaken:
Zijn fractie dringt aan om expliciet een bedrag van f. 6.000,-- te reserveren en
is blij dat het college positief meedenkt in het kader van het minimabeleid.
Zijn fractie dringt er op aan dat er daadwerkelijk iets wordt gedaan.