-63- reden waarom voorlopig uitgegaan moet worden van het minimum van 10Z, hetgeen neerkomt op f. 1.292.798,--. Dit houdt in dat het gaat om betrekkelijk kleine reserves. Wat betreft de rente van de erfpachtsgronden, merkt hij op dat de rente die in de canon van de erfpachtsgronden berekend is te weinig is. Het dient zo te zijn dat de rente niet bijgeschreven moet worden, maar ten gunste moet komen aan de Algemene Dienst. Zelfs dan zal er in feite een tekort overschieten. Een voorstel hiervoor is reeds door de comptabele gemaakt en zal de raad nog worden aangeboden. De heer Van de Merbel merkt op dat er in de commissie Financien over een concept is gesproken. De beide zaken die wethouder Van Dis noemt, zijn niet van geweldig grote importantie. Feit is wel dat er over het concept is gesproken in de commissie Financien. Tijdens de vergadering van deze commissie is men het inhoudelijk eens geworden dat er in het concept verkeerde dingen stonden. Hij vindt dan, wanneer het definitieve exemplaar wordt gepresenteerd, dat een en ander dient te zijn aangepast. In het antwoord van het college in eerste termijn leest hij dat het college een en ander zo nodig zal veranderen. Hij vindt dat iets wat niet juist is gewoon veranderd moet worden. Wethouder Van Dis antwoordt dat de heer Van de Merbel in deze gelijk heeft. De heer Van de Merbel ziet de nadere voorstellen met betrekking tot het minimumniveau van de saldireserve en de bijschrijving van rente op de erfpachtsgronden met belangstelling tegemoet. Het kan best zo zijn dat zijn fractie en het college het dan helemaal eens worden. Er dienen eerst besluiten genomen te worden. Daarna kan pas worden gezegd dat er besluiten genomen zijn. Wethouder Van Dis zegt dat het voorstel betreffende de erfpachtsgronden kant en klaar ligt. Het voorstel met betrekking tot de omvang van de reserves kan wellicht in de eerstvolgende vergadering van de commissie Financien aan de orde worden gesteld. Daarna kan een voorstel aan de raad worden voorgelegd. "Door de PvdA wordt gesteld dat een bedrag van f. 125.000,-- aan extra inkomsten kan worden aangewezen. Op grond hiervan en gelet op het feit dat de rekeningresultaten over de jaren 1985 tot en met 1988 aanmerkelijk gunstiger zijn dan de respectievelijke begrotingssaldidringt men aan op een begroting die nauwer aansluit bij de werkelijkheid en op een verhoging van de belastingen met lagere percentages dan voorgesteld. De vraag is nu hoe reeel en structureel de bedoelde extra inkomsten zijn. Hierover kunnen wij het volgende opmerken: Halvering van de rentelasten, zoals door de PvdA gesuggereerd wordt, voortvloeiende uit het investeringsplan, levert in principe geen structurele ruimte op, omdat deze lasten in het jaar volgende op het investeringsjaar wel volledig ten laste van de exploitatie komen. Wij werken op dit moment met een meerjarenbegroting van 5 jaar. Al zou je er rekening mee houden, dan zal het toch om betrekkelijk kleine bedragen gaan. Bijraming van de bespaarde rente over de saldireserve is theoretisch mogelijk, maar zolang de rekeningssaldi niet definitief zijn, kunnen deze formeel nog niet als bestanddeel van de saldireserve worden beschouwd. Hierbij komt dat de raad besloten heeft dat het saldo van 1987 toegevoegd zou worden aan de reserve wegen. In dat jaar heeft de gemeente namelijk wegen van de waterschappen overgenomen en toen heeft de gemeente besloten, omdat de reserves wegen helemaal niet voldoende waren, het saldo hiervoor te gebruiken, zodat de rente over dat saldo al niet gebruikt kan worden. Wij hebben bij het rioolafvoerrecht al gezegd, dat het college van burgemeester en wethouders aan de commissie Financien advies wil vragen, zodra de saldi van 1988 en 1989 zijn vastgesteld. Het ligt in de bedoeling om die saldi ook te gebruiken voor de reserve van het rioolafvoerrecht. Men moet hierbij bedenken, dat wanneer dit wordt gedaan, het zaken zijn die ten goede komen aan de burgers. Het gevolg hiervan is namelijk dat de reserves sneller op een redelijk niveau gebracht worden. De burger hoeft dan minder te betalen om de reserves op het vereiste niveau te brengen. De opmerking van de PvdA wat betreft de berekening van het saldo gaat helemaal niet op, omdat men namelijk noch in 1987, 1988 en noch in 1989 een batig saldo krijgt dat bij de saldireserve kan worden gevoegd. Het batig saldo verbonden aan de overdracht van de c.a.i. aan de ENWA kunnen wij op verschillende manieren

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 188