-53-
Over 1987 werd een tekort geraamd van 285.000,doch blijkt er in
werkelijkheid een overschot te zijn van 203.000,
Dus een voordelig verschil van 488.000,over 1987.
Over 1988 werd een tekort geraamd vam 350.000,doch blijkt er in
werkelijkheid een overschot te zijn van 166.000,
Dus een voordelig verschil van 516.000,over 1988.
Vastgesteld kan dus worden, dat er in twee jaar tijd niet minder dan
een miljoen verschil is tussen de begrotingen en de werkelijkheid.
Het is mede op basis van deze cijfers, dat onze fraktie voortdurend
blijft aandringen op het aanbieden van een begroting, die nauwer aan
sluit bij de werkelijkheid.
In de eerste termijn van deze begrotingsbehandeling hebben wij u al
op papier voorgerekend, dat ook uw begroting voor 1990 zodanig is op
gesteld, dat nu reeds eenvoudig een bedrag van 125.000,aan extra
inkomsten kan worden aangewezen.
Wij vinden, dat hiermee alsnog rekening gehouden kan worden en als
dan uwerzijds gewaarschuwd wordt voor wellicht veranderende omstandig
heden in 1990, dan is het aan uw college om cijfermatig aan te geven,
welke invloed die omstandigheden op het resultaat over 1990 feitelijk
kunnen hebben.
Overigens is het bepaald niet zo, dat onze fraktie de wel extra aan
wezig te achten begrotingsruimte direkt wil gebruiken voor het doen
van extra uitgaven. Onze fraktie is voorstander van een voorzichtig
en behoedzaam financieel beleid.
Maar wij willen ook voorzichtig en behoedzaam te werk gaan bij het
opleggen van belastingverhogingen aan de burgers.
Wij handhaven daarom onze opvatting, dat de reinigingsrechten niet
met 7 verhoogd moeten worden, doch met niet meer dan 3
Uw voorstel om het rioolafvoerrecht met 5 te verhogen wordt door
ons afgewezen, omdat u niet bereid bent om bij de heffing van deze
belasting onderscheid te maken tussen alleenstaanden en huishoudens,
die uit meer personen bestaan.
Vorig jaar november hebben wij daar ook al om gevraagd en wij nemen
geen genoegen met uw aankondiging om dit later nog eens te bekijken.
Wanneer we het er nu in principe over eens zijn, dat de huidige re
geling niet goed is, dan moeten we daar nu wat aan doen en een aan
tal alleenstaande jongeren en bejaarden niet de dupe laten zijn van
de laksheid van het gemeentebestuur.
Nadat onze fraktie telkenjare heeft gewezen op het zinloze bestaan
van een hondenbelasting wordt nu voorzichtig aangekondigd, dat er een
voorstel van het college in aantocht is inzake de overlast door honden
en de aanwending van de hondenbelasting.
Ook hier troosten wij ons met de gedachte, dat de aanhouder wint, doch
ook hier kunnen wij voorshands geen genoegen nemen met een vage toe
zegging.
Wij verzoeken u aan te geven aan welke maatregelen het college denkt
wanneer het de overlast door honden werkelijk wil gaan aanpakken.